Zondag 14 februari 2027
Lukas 3:18
"Hij dan, ook nog vele andere dingen vermanende, verkondigde den volke het Evangelie."
"Zo en met vele andere aansporingen verkondigde hij de mensen het grote nieuws."
"Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws."
"Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws."
"Met vele van dergelijke waarschuwingen sprak hij de mensen toe."
Overdenking van vandaag:
De waarschuwing in de vorige verzen en het goede nieuws in dit vers lijken niet samen te gaan, of wel? Hmm, hoe passen ze bij elkaar? Wanneer eeuwig leven en eeuwige vernietiging de opties zijn, betekent verwerping van het goede nieuws over Jezus de keuze voor vernietiging.
Elk van de evangeliën (Mattëus, Marcus, Lucas en Johannes) benadrukt het radicale karakter van de keuze die we moeten maken over het koninkrijk van God en de komst van Jezus. Jezus is goed nieuws. Jezus brengt goed nieuws. Jezus verzekert goed nieuws.
Maar als we Jezus en de roep van het koninkrijk van God verwerpen, moeten we de waarschuwingen horen van die keuze. In een wereld als de onze, waar weinigen uiteindelijke keuzes willen maken en de overgrote meerderheid niets te maken wil hebben met blijvende gevolgen voor de morele en geestelijke keuzes, heeft het spreken van Johannes de Doper nog steeds een doordringende, een levendmakende, en voor sommigen een irritante echo.
Of je het leuk vindt of niet, Jezus confronteert ons met een beslissing over wie ons leven zal regeren. De keuze die we maken betekent alles!
Gebed:
Vader, help me de radicale roep te horen van uw koninkrijk in mijn hart. Ik weet dat de boodschap van Jezus het goede nieuws is! Gelijkertijd wil ik het niet zonder meer aannemen of uw oproep voor mij te licht opnemen om mijn leven te leven met heiligheid, integriteit, eer, gerechtigheid, mededogen, goedheid, deugd en goddelijke karakter. Laat uw wil heersen in mijn hart en laat mijn leven het goede nieuws van het koninkrijk weerspiegelen waartoe u mij opriep. In Jezus' naam. Amen.
Contekst: Lukas 3:10-20
"En de scharen vraagden hem, zeggende: Wat zullen wij dan doen? En hij, antwoordende, zeide tot hen: Die twee rokken heeft, dele hem mede, die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks. En er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem: Meester! wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet is. En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. En als het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware; Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van Zijn schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met vuur; Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden. Hij dan, ook nog vele andere dingen vermanende, verkondigde den volke het Evangelie. Maar als Herodes, de viervorst, van hem bestraft werd, om Herodias' wil, de vrouw van Filippus, zijn broeder, en over alle boze [stukken], die Herodes deed, Zo heeft hij ook dit nog boven alles daar toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis gesloten heeft."
"'Wat moeten we dan doen?' vroegen de mensen hem. 'Wie twee hemden heeft, moet er een geven aan iemand die er geen heeft,' antwoordde hij, 'en wie te eten heeft, laat die ook delen.' Ook tollenaars kwamen zich laten dopen, ook die vroegen: 'Meester, wat moeten wij doen?' Tegen hen zei hij: 'Vraag niet meer dan het vastgestelde tarief.' Ook soldaten vroegen: 'En wij? Wat moeten wij doen?' Tegen hen zei hij: 'Beroof niemand, pers niemand iets af, maar wees tevreden met uw soldij.' De mensen leefden in de verwachting dat de Christus zou komen en nu vroegen ze zich af of Johannes het misschien was. Daarom zei Johannes tegen iedereen: 'Ik doop u met water, maar er komt iemand die machtiger is dan ik; ik zou nog niet de riem van zijn sandalen durven losmaken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. Hij scheidt het kaf van het koren en veegt zijn dorsvloer aan; het koren slaat hij op in zijn schuur, maar het kaf verbrandt hij in onblusbaar vuur.' Zo en met vele andere aansporingen verkondigde hij de mensen het grote nieuws. Ook Herodes, de vorst van Galilea, werd scherp terechtgewezen door Johannes vanwege zijn huwelijk met Herodias, de vrouw van zijn broer, en ook vanwege al zijn andere schandelijke praktijken. Aan alle schanddaden voegde Herodes toen ook nog deze toe: hij liet Johannes gevangenzetten."
"En de scharen vroegen hem, zeggende: Wat moeten wij dan doen? Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo. Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen en zij zeiden tot hem: Meester, wat moeten wij doen? Hij zeide tot hen: Vordert niet meer dan u voorgeschreven is. En ook die in krijgsdienst waren, vroegen hem, zeggende: En wat moeten wij doen? En hij zeide tot hen: Plundert niemand uit en perst niets af en weest tevreden met uw soldij. Toen nu het volk in afwachting was en allen in hun hart overlegden over Johannes, of hij misschien de Christus was, antwoordde Johannes en zeide tot allen: Ik doop u met water, doch Hij komt, die sterker is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken; die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. De wan is in zijn hand om zijn dorsvloer geheel te zuiveren en het graan in zijn schuur bijeen te brengen, maar het kaf zal Hij verbranden met onuitblusbaar vuur. Met nog vele andere vermaningen bracht hij aan het volk het evangelie. Toen echter de viervorst Herodes door hem bestraft werd om Herodias, de vrouw van zijn broeder, en om alle wandaden, die Herodes bedreven had, heeft hij dit nog bij al het andere gevoegd, dat hij Johannes in de gevangenis sloot."
"De mensen vroegen hem: 'Wat moeten we dan doen?' Hij antwoordde: 'Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.' Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen, en die vroegen hem: 'Meester, wat moeten wij doen?' Hij zei tegen hen: 'Vorder niet meer dan wat jullie is opgedragen.' Ook soldaten kwamen hem vragen: 'En wij, wat moeten wij doen?' Tegen hen zei hij: 'Jullie mogen niemand afpersen en je ook niet laten omkopen, neem genoegen met je soldij.' Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de messias was, maar Johannes zei tegen hen: 'Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.' Op deze en andere wijze spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij hun het goede nieuws. Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis."
"De mensen vroegen: "Maar wat moeten wij dan doen?" "Als u twee jassen hebt," antwoordde hij, "geef dan één ervan aan iemand die er geen heeft. Als u eten over hebt, geef het aan iemand die honger heeft." Er kwamen zelfs tolontvangers (berucht om hun afzetterij ) die zich wilden laten dopen. "Meester, hoe moeten wij nu leven?" vroegen zij. "Wees voortaan eerlijk," antwoordde Johannes, "en vraag niet meer tol dan voorgeschreven is." "En wij?" vroegen een paar soldaten. "Hoe moeten wij leven?" Johannes antwoordde: "Pers niemand iets af. Gebruik geen geweld of valse beschuldigingen om meer geld te krijgen. Wees tevreden met uw soldij." In die tijd verwachtte iedereen dat de Christus gauw zou komen. Overal vroeg men zich af of Johannes het was. Om ieder misverstand uit de weg te ruimen, zei Johannes: "U hebt gezien dat ik in water doop. Maar het duurt niet lang of er komt Iemand die veel groter en machtiger is dan ik. Ik ben niet eens waard Zijn slaaf te zijn. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Hij zal het kaf van het koren scheiden. Het koren zal Hij in Zijn schuur brengen, maar het kaf zal Hij verbranden in een vuur dat nooit uitgaat." Met vele van dergelijke waarschuwingen sprak hij de mensen toe. Gouverneur Herodes (die al heel wat slechte dingen had gedaan) maakte een einde aan Johannes' optreden door hem gevangen te nemen. Want Johannes had in het openbaar gezegd dat het niet goed was dat Herodes samenleefde met Herodias, de vrouw van zijn broer."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
13 februari 2027 | Lukas 3:15-17 |
12 februari 2027 | Lukas 3:10-14 |
11 februari 2027 | Lukas 3:7-9 |
10 februari 2027 | Lukas 3:4-6 |
9 februari 2027 | Lukas 3:3 |
8 februari 2027 | Lukas 3:1-2 |
7 februari 2027 | Lukas 2:51-52 |
← Home