Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Vrijdag 29 januari 2027

 

Lukas 2:16-20

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe. En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was. En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende [die] in haar hart. En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was."

"Ze gingen er haastig heen en vonden Maria en Jozef en het kind, dat in de voederbak lag. Toen ze dit alles gezien hadden, vertelden ze wat de engel hun over dit kind gezegd had. Allen die ervan hoorden, verbaasden zich over wat de herders hun vertelden. Maria bewaarde al die woorden in haar hart en overdacht ze bij zichzelf. De herders gingen terug en prezen en loofden God om alles wat ze gehoord en gezien hadden; alles was zoals het hun gezegd was."

"Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd."

"Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd."

"Zij liepen snel naar het stadje, vonden Maria en Jozef en zagen het kind! Het lag in een voerbak. Nadat zij het hadden gezien, gingen de herders overal vertellen wat er was gebeurd en wat de engel over het kind had gezegd. Ieder die hun verhaal hoorde, was verbaasd. Maria nam deze dingen stil in zich op en dacht er veel over na. Later gingen de herders weer terug naar hun kudde in het veld. Zij prezen God voor wat zij hadden gehoord en gezien. Het was precies zoals de engel had verteld."

 

Overdenking van vandaag:

Als we het toestaan dat het ons raakt, kan de geboorte van Jezus voor dezelfde reacties zorgen in ons zoals de geboorte die drie groepen aangeraakt heeft.  

De dorpelingen waren verbaasd over het verhaal - en dat zijn wij ook, omdat God zo veel van ons houdt. Maria bewaarde de woorden en de gebeurtenissen in haar hart als een schat - en dat doen wij ook, wanneer we het verhaal van Jezus lezen met liefde, blijdschap en hoop. De herders keerden terug naar hun werk, maar ze doen dit met vreugde en lof wetende dat hun wereld nooit meer hetzelfde zou zijn.  

God is gekomen en bezocht ons. Hij heeft ons zijn liefde getoond. Hij heeft ons verzekerd dat leven niet zijn normale grenzen hoeft te hebben. Dus we begroeten dit verhaal en dit Kind met verbazing, we bewaren elk verhaal en elk woord als een schat, terwijl we onze oprechte lof aan God geven voor zijn vergevende liefde.

 

Gebed:

O, Almachtige God, zo majestueus en toch zo toegankelijk, dank u dat u naar ons kwam toen wij niet dichtbij u konden komen. In Jezus' naam. Amen.

 

Contekst: Lukas 2:8-20

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; [Namelijk] dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. En van stonde aan was [er] met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: Ere [zij] God in de hoogste [hemelen], en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe. En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken gezegd was. En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd van de herders. Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende [die] in haar hart. En de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was."

"In de omgeving daar waren herders die buiten de nacht doorbrachten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer voor hen, en de glorie van de Heer omstraalde hen. Ze werden verschrikkelijk bang, maar de engel zei: 'Wees niet bang! Want luister, ik breng u een blijde tijding, die voor het hele volk bestemd is. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren: Christus, de Heer. Dit zal voor u het teken zijn: u zult een kind vinden dat in doeken gewikkeld is en in een voederbak ligt.' En ineens was er bij de engel een hele menigte andere engelen uit de hemel, die allemaal God loofden: 'Eer aan God in de hoge hemel en vrede op aarde voor de mensen die hem lief zijn!' Toen de engelen naar de hemel waren teruggekeerd, zeiden de herders tegen elkaar: 'Kom! Laten we naar Betlehem gaan. De Heer heeft ons bekendgemaakt wat er gebeurd is; laten we gaan kijken.' Ze gingen er haastig heen en vonden Maria en Jozef en het kind, dat in de voederbak lag. Toen ze dit alles gezien hadden, vertelden ze wat de engel hun over dit kind gezegd had. Allen die ervan hoorden, verbaasden zich over wat de herders hun vertelden. Maria bewaarde al die woorden in haar hart en overdacht ze bij zichzelf. De herders gingen terug en prezen en loofden God om alles wat ze gehoord en gezien hadden; alles was zoals het hun gezegd was."

"En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe. En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende: Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. En het geschiedde, toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander spraken: Laten wij dan naar Betlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt. En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe. En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen tot hen gesproken was over dit kind. En allen, die ervan hoorden, verbaasden zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd. Doch Maria bewaarde al deze woorden, die overwegende in haar hart. En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was."

"Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: 'Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.' En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 'Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.' Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: 'Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.' Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd."

"Die nacht kwam een engel van God bij enkele herders, die buiten in het veld overnachtten en op wacht zaten bij hun kudde. Door de verschijning van de engel werd de omgeving in een helder licht gezet. De herders beefden van angst, maar de engel stelde hen gerust. "Wees niet bang," zei hij, "want ik breng u het mooiste nieuws dat u ooit hebt gehoord. Het is groot nieuws voor het hele volk. Vandaag is in Bethlehem de Redder geboren: Christus, de Here. Ik zal u vertellen hoe u Hem kunt herkennen: Het kindje ligt in doeken gewikkeld in een voerbak." Plotseling kwam bij de engel een menigte andere engelen die God loofden. Een hemels leger was het. "Ere zij God in de hoge," zongen zij. "Vrede op aarde bij de mensen die naar Zijn wil leven." Zodra de engelen naar de hemel waren teruggekeerd, zeiden de herders tegen elkaar: "Kom! We gaan vlug naar Bethlehem. Nu de Here ons dit verteld heeft, moeten wij zien wat daar gebeurd is." Zij liepen snel naar het stadje, vonden Maria en Jozef en zagen het kind! Het lag in een voerbak. Nadat zij het hadden gezien, gingen de herders overal vertellen wat er was gebeurd en wat de engel over het kind had gezegd. Ieder die hun verhaal hoorde, was verbaasd. Maria nam deze dingen stil in zich op en dacht er veel over na. Later gingen de herders weer terug naar hun kudde in het veld. Zij prezen God voor wat zij hadden gehoord en gezien. Het was precies zoals de engel had verteld."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

28 januari 2027 Lukas 2:13-15
27 januari 2027 Lukas 2:8-12
26 januari 2027 Lukas 2:6-7
25 januari 2027 Lukas 2:4-5
24 januari 2027 Lukas 2:1-3
23 januari 2027 Lukas 1:80
22 januari 2027 Lukas 1:76-79
 

Home