Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Vrijdag 27 maart 2026

 

Johannes 4:51-54

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En als hij nu afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet, en boodschapten, zeggende: Uw kind leeft! Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts. De vader bekende dan, dat het in dezelve ure [was], in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis. Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judea in Galilea gekomen was."

"Toen hij op weg was naar huis, kwamen zijn dienaren hem tegemoet met de mededeling dat zijn kind leefde. Hij vroeg hun naar het uur waarop hij beter was geworden. 'Gistermiddag om één uur verdween zijn koorts,' antwoordden zij. De vader besefte dat dat het moment was waarop Jezus tegen hem gezegd had: 'Uw zoon leeft.' En hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dat was het tweede wonderteken van Jezus in Galilea, na zijn terugkeer uit Judea."

"En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hen sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: 'Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.' De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had 'uw zoon leeft'. Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede wonderteken."

"En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hen sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: 'Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.' De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had 'uw zoon leeft'. Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede wonderteken."

"Zijn bedienden kwamen hem tegemoet. "Uw zoon is al weer beter!" vertelden zij hem. Hij vroeg hun wanneer de jongen genezen was. "Gistermiddag om één uur was de koorts ineens weg," antwoordden zij. De vader besefte dat het precies het moment was waarop Jezus had gezegd: "Uw zoon is genezen." Hij en zijn hele gezin kwamen tot het geloof dat Jezus inderdaad de Christus was. En de mensen bij hem in huis geloofden het ook. Dit was het tweede wonder dat Jezus deed toen Hij uit Judea naar Galilea was gekomen."

 

Overdenking van vandaag:

Soms krijgen we de bijzondere zegening dat ons geloof bevestigd wordt door de duidelijke antwoorden op onze vragen. Deze gezegende momenten verrijken ons niet alleen, maar ze geven ons ook iets om te delen met onze familie en onze vrienden. Dit inspireert en versterkt het geloof van degenen die het verhaal kennen.  

Met wie heb jij het verhaal van Gods werk in je leven gedeeld? Wie in jouw kring van familie en vrienden heeft het nodig om jouw verhaal te horen?

 

Gebed:

Dank u, lieve Vader, voor de vele manieren waarop u mijn geloof in u hebt bevestigd. Terwijl ik door tijden van twijfel en strijd gegaan ben, hebt u me ook gezegend met duidelijke antwoorden op mijn gebeden en uw leiding in mijn leven is duidelijk geweest. Zegen mij als ik probeer dit verhaal te delen met degenen die het dichtst bij me zijn. In Jezus' naam. Amen.

 

Contekst: Johannes 4:45-54

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Als Hij dan in Galilea kwam, ontvingen Hem de Galileers, gezien hebbende al de dingen, die Hij te Jeruzalem op het feest gedaan had; want ook zij waren tot het feest gegaan. Zo kwam dan Jezus wederom te Kana in Galilea, waar Hij het water wijn gemaakt had. En er was een zeker koninklijk [hoveling], wiens zoon krank was, te Kapernaum. Deze, gehoord hebbende, dat Jezus uit Judea in Galilea kwam, ging tot Hem, en bad Hem, dat Hij afkwame, en zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven. Jezus dan zeide tot hem: Tenzij dat gijlieden tekenen en wonderen ziet, zo zult gij niet geloven. De koninklijke [hoveling] zeide tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft. Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zeide, en ging heen. En als hij nu afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet, en boodschapten, zeggende: Uw kind leeft! Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts. De vader bekende dan, dat het in dezelve ure [was], in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis. Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judea in Galilea gekomen was."

"Maar toen hij in Galilea aankwam, ontvingen de mensen hem daar hartelijk, omdat ze tijdens het paasfeest in Jeruzalem zelf hadden gezien wat hij allemaal gedaan had. Zo kwam hij weer in Kana in Galilea, waar hij van water wijn had gemaakt. Daar was ook een hofbeambte uit Kafarnaum. Zijn zoon was ziek en toen hij hoorde dat Jezus uit Judea in Galilea was teruggekeerd, ging hij naar hem toe. Hij vroeg hem mee te gaan naar Kafarnaum om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. 'Jullie geloven alleen maar als je wondertekenen ziet,' zei Jezus tegen hem. 'Meneer,' antwoordde de hofbeambte, 'ga toch mee voordat mijn kind sterft.' 'Ga naar huis; uw zoon leeft,' zei Jezus. De man geloofde Jezus' woorden en ging. Toen hij op weg was naar huis, kwamen zijn dienaren hem tegemoet met de mededeling dat zijn kind leefde. Hij vroeg hun naar het uur waarop hij beter was geworden. 'Gistermiddag om één uur verdween zijn koorts,' antwoordden zij. De vader besefte dat dat het moment was waarop Jezus tegen hem gezegd had: 'Uw zoon leeft.' En hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dat was het tweede wonderteken van Jezus in Galilea, na zijn terugkeer uit Judea."

"Toen Hij dan in Galilea kwam, ontvingen de Galileeers Hem, omdat zij gezien hadden, al wat Hij te Jeruzalem op het feest gedaan had, want zij waren ook zelf naar het feest geweest. Hij kwam dan weder te Kana in Galilea, waar Hij het water tot wijn gemaakt had. En er was te Kafarnaum een hoveling, wiens zoon ziek was. Toen deze hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij tot Hem en verzocht Hem te komen en zijn zoon te genezen; want deze lag op sterven. Jezus zeide dan tot hem: Indien gijlieden geen tekenen en wonderen ziet, zult gij niet geloven. De hoveling zeide tot Hem: Heer, kom af, eer mijn kind sterft. Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft! De man geloofde het woord, dat Jezus tot hem sprak, en ging heen. En reeds terwijl hij afdaalde, kwamen zijn slaven hem tegemoet en zeiden, dat zijn kind leefde. Hij vroeg hun naar het uur, waarop de beterschap was ingetreden; zij zeiden tot hem: Gisteren op het zevende uur werd hij vrij van koorts. De vader dan bemerkte, dat het dat uur was, waarop Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft, en hij werd zelf gelovig en zijn gehele huis. En dit deed Jezus weder als tweede teken, toen Hij uit Judea naar Galilea gekomen was."

"Toen hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen hem gastvrij; ze hadden alles gezien wat hij op het feest in Jeruzalem gedaan had, want daar waren ze zelf bij geweest. Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar hij van water wijn had gemaakt. Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was. Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: 'Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet!' Maar de hoveling drong aan: 'Heer, ga toch mee, voordat mijn kind sterft.' 'Ga maar naar huis, 'zei Jezus, 'uw zoon leeft.' De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hen sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: 'Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.' De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had 'uw zoon leeft'. Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede wonderteken."

"Toch werd Hij in Galilea wel ontvangen, want de mensen die met het Paasfeest in Jeruzalem waren geweest, hadden Zijn wonderen gezien. Op Zijn reis door Galilea kwam Hij ook weer in Kana, waar Hij water in wijn had veranderd. Een hoge ambtenaar uit Kapernaüm hoorde dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen en ging meteen naar Hem toe. Zijn zoon was doodziek en hij vroeg Jezus mee te gaan om de jongen te genezen. "U zult nooit in Mij geloven als u geen duidelijke bewijzen en wonderen ziet," zuchtte Jezus. Maar de man bleef aandringen: "Here, kom toch mee! Anders sterft mijn kind nog!" "Ga maar naar huis," zei Jezus. "Uw zoon is genezen." De man geloofde Hem en ging op weg naar huis. Zijn bedienden kwamen hem tegemoet. "Uw zoon is al weer beter!" vertelden zij hem. Hij vroeg hun wanneer de jongen genezen was. "Gistermiddag om één uur was de koorts ineens weg," antwoordden zij. De vader besefte dat het precies het moment was waarop Jezus had gezegd: "Uw zoon is genezen." Hij en zijn hele gezin kwamen tot het geloof dat Jezus inderdaad de Christus was. En de mensen bij hem in huis geloofden het ook. Dit was het tweede wonder dat Jezus deed toen Hij uit Judea naar Galilea was gekomen."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

26 maart 2026 Johannes 4:49-50
25 maart 2026 Johannes 4:48
24 maart 2026 Johannes 4:45-47
23 maart 2026 Johannes 4:42-44
22 maart 2026 Johannes 4:40-41
21 maart 2026 Johannes 4:39
20 maart 2026 Johannes 4:36-38
 

Home