Zaterdag 21 maart 2026
Johannes 4:39
"En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb."
"Veel Samaritanen uit die stad kwamen tot geloof, omdat de vrouw verklaard had: 'Hij heeft me alles verteld wat ik gedaan heb.'"
"In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in hem door het getuigenis van de vrouw: 'Hij weet alles van me.'"
"In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in hem door het getuigenis van de vrouw: 'Hij weet alles van me.'"
"Veel mensen uit de Samaritaanse stad geloofden in Jezus. Zij waren daarvan overtuigd omdat de vrouw vertelde dat Hij precies wist wat er in haar leven gebeurd was."
Overdenking van vandaag:
Wat heeft de Heer Jezus je geleerd? Hoe heeft de Heiland Gods genade aan jou getoond? Wanneer heb jij je gerealiseerd dat Jezus in jouw hart kan kijken en je door en door kent ... en nog steeds van je houdt met een eeuwige liefde?
Weet je, wanneer Jezus in ons leven komt, hebben we net zo veel te delen met anderen als deze vrouw deed en we hebben veel minder redenen om bang te zijn voor hun reactie op ons dan zij had. Dus laten we haar voorbeeld volgen; laten we met anderen delen wat Jezus gedaan heeft in ons leven.
Gebed:
Liefdevolle Vader in de hemel, u bent heilig en rechtvaardig. Alleen door uw genade en de voorspraak van de Heilige Geest heb ik het lef in uw aanwezigheid te komen in gebed. Geef me dezelfde moed, aangeraakt met zachtheid en respect, om met mijn vrienden de prachtige dingen te delen die u gedaan hebt in mijn leven. In de naam van Jezus, uw volmaakt gave van genade, bid ik. Amen.
Contekst: Johannes 4:27-44
"En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar? Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden: Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem. En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet. Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet. Zo zeiden dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten gebracht? Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge. Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en [dan] komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten. En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich te zamen verblijde, beide, die zaait en die maait. Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait. Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan. En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb. Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen. En er geloofden er veel meer om Zijns woords wil; En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben [Hem] gehoord, en weten, dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld. En na de twee dagen ging Hij van daar en ging heen naar Galilea; Want Jezus heeft Zelf getuigd, dat een profeet in zijn eigen vaderland geen eer heeft."
"Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug. Ze waren verbaasd dat hij met een vrouw in gesprek was, maar niemand vroeg hem: 'Wat wilt u daarmee?' of: 'Waarom praat u met haar?' De vrouw liet haar waterkruik staan en ging naar de stad terug. 'Kom toch kijken!' zei ze tegen de mensen. 'Er is een man die mij alles verteld heeft wat ik gedaan heb. Misschien is het de Christus wel!' De mensen liepen de stad uit en gingen naar hem toe. Intussen drongen zijn leerlingen bij hem aan: 'Rabbi, eet toch iets!' 'Ik heb iets te eten dat jullie niet kennen,' antwoordde hij. 'Zou iemand hem eten gebracht hebben?' zeiden de leerlingen tegen elkaar. Jezus zei hun: 'Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en het werk volbrengen dat hij mij heeft opgedragen. Zeggen jullie niet: Nog vier maanden en dan is de oogst? Ik zeg je: kijk eens goed rond en let eens op de velden; ze staan wit, rijp voor de oogst. Hij die oogst, ontvangt nu al zijn loon en haalt de eerste opbrengst voor het eeuwige leven binnen; de zaaier verheugt zich dus tegelijk met de maaier. Want er zit waarheid in dit gezegde: De een zaait en de ander maait. Ik heb jullie uitgestuurd om een oogst binnen te halen waarvoor jullie je niet hebben ingespannen; anderen hebben zich ingespannen en jullie plukken de vruchten van hun inspanning.' Veel Samaritanen uit die stad kwamen tot geloof, omdat de vrouw verklaard had: 'Hij heeft me alles verteld wat ik gedaan heb.' En toen ze bij hem gekomen waren, vroegen ze hem bij hen te blijven. En hij bleef er twee dagen. Door wat hij verkondigde kwamen nog veel meer mensen tot geloof, en zij zeiden tegen de vrouw: 'Wij geloven, maar nu niet meer om wat u verteld hebt, maar omdat we hem zelf hebben gehoord, en we zijn ervan overtuigd dat hij werkelijk de redder is van de wereld.' Na die twee dagen vervolgde Jezus zijn weg naar Galilea. Nu had hij zelf verklaard dat een profeet in zijn vaderland niet wordt geëerd."
"En daarop kwamen zijn discipelen en waren verbaasd, dat Hij met een vrouw in gesprek was, en toch zeide niemand: Wat zoekt Gij, of: Waarom spreekt Gij met haar? De vrouw dan liet haar kruik staan, en ging naar de stad en zeide tot de mensen: Komt mede en ziet een mens, die gezegd heeft alles wat ik gedaan heb: zou deze niet de Christus zijn? Zij gingen de stad uit en kwamen tot Hem. Intussen vroegen zijn discipelen Hem, zeggende: Rabbi, eet. Hij zeide echter tot hen: Ik heb een spijs te eten, waarvan gij niet weet. De discipelen dan zeiden tot elkander: Iemand heeft Hem toch niet te eten gebracht? Jezus zeide tot hen: Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen. Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten. Reeds ontvangt de maaier loon en verzamelt hij vrucht ten eeuwigen leven, opdat de zaaier zich tegelijk met de maaier verblijde. Want hier is de spreuk waarachtig: De een zaait, de ander maait. Ik heb u uitgezonden om datgene te maaien, wat u geen arbeid heeft gekost; anderen hebben gearbeid en gij hebt de vrucht van hun arbeid geplukt. En uit die stad geloofden vele der Samaritanen in Hem om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles wat ik gedaan heb. Toen dan de Samaritanen tot Hem kwamen, verzochten zij Hem bij hen te blijven; en Hij bleef daar twee dagen. En nog veel meer werden er gelovig om zijn woord, en zij zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om wat gij zegt, want wij zelf hebben Hem gehoord en weten, dat deze waarlijk de Heiland der wereld is. En na die twee dagen vertrok Hij vandaar naar Galilea, want Jezus zelf had getuigd, dat een profeet in zijn vaderland niet in ere is."
"Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: 'Wat wilt u daarmee?' of 'Waarom spreekt u met haar?' De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: 'Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?' Toen gingen de mensen de stad uit, naar hem toe. Intussen zeiden de leerlingen tegen Jezus: 'Rabbi, u moet iets eten.' Maar hij zei: 'Ik heb voedsel dat jullie niet kennen.' 'Zou iemand hem iets te eten gebracht hebben?' zeiden ze tegen elkaar. Maar Jezus zei: 'Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien. Jullie zeggen toch: "Nog vier maanden en dan komt de oogst"? Ik zeg jullie: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst! De maaier krijgt zijn loon al en verzamelt vruchten voor het eeuwige leven, zodat de zaaier en de maaier tegelijk feest kunnen vieren. Hier is het gezegde van toepassing: De een zaait, de ander maait. Ik stuur jullie erop uit om een oogst binnen te halen waarvoor je geen moeite hebt hoeven doen; dat hebben anderen gedaan en jullie maken hun werk af.' In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in hem door het getuigenis van de vrouw: 'Hij weet alles van me.' Ze gingen naar hem toe en vroegen hem bij hen te blijven. Toen bleef hij nog twee dagen. Nog veel meer mensen kwamen tot geloof door wat hij zei; ze zeiden tegen de vrouw: 'Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben hem zelf gehoord en we weten dat hij werkelijk de redder van de wereld is.' Na die twee dagen trok Jezus verder naar Galilea, want hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet wordt geëerd."
"Op dat moment kwamen Zijn discipelen eraan. Zij vonden het vreemd dat Hij met een vrouw sprak, maar geen van hen zei er iets van. De vrouw liet haar kruik bij de put staan en ging de stad in. "Kom mee!" riep zij naar de mensen. "Er is een Man Die mij wist te vertellen wat er in mijn leven gebeurd is. Zou Hij de Christus kunnen zijn?" De mensen liepen de stad uit om Hem te zien. Ondertussen vroegen de discipelen of Jezus iets wilde eten. "Nee," zei Hij. "Ik heb al iets anders. En jullie weten niet wat het is." "Zou iemand Hem iets te eten hebben gebracht?" vroegen ze elkaar. Jezus antwoordde: "Mijn voeding is het doen van de wil van God, Die Mij gezonden heeft, en het volbrengen van Zijn werk. Zegt men niet dat er pas vier maanden na de zaaitijd geoogst kan worden? Maar kijk eens rond! Overal liggen de velden rijp om te oogsten. De maaier krijgt zijn loon al en brengt mensen in Gods koninkrijk. Nu zijn de zaaier èn de maaier blij. Want de één zaait en de ander maait. Ik heb jullie erop uitgestuurd om te maaien wat je niet hebt gezaaid. Anderen hebben het voorbereidende werk gedaan en jullie mogen de oogst binnenhalen." Veel mensen uit de Samaritaanse stad geloofden in Jezus. Zij waren daarvan overtuigd omdat de vrouw vertelde dat Hij precies wist wat er in haar leven gebeurd was. Toen zij bij Hem kwamen, vroegen zij of Hij bij hen bleef. Hij bleef nog twee dagen. Er gingen nog veel meer mensen in Hem geloven. "Wij geloven nu ook in Hem," zeiden zij tegen de vrouw, "maar niet alleen door wat u ons hebt verteld. We hebben Hem nu zelf gehoord. Wij weten dat deze Man werkelijk de Redder van de wereld is." Na die twee dagen ging Jezus weer op weg naar Galilea. Hij had gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet geëerd wordt."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
20 maart 2026 | Johannes 4:36-38 |
19 maart 2026 | Johannes 4:35 |
18 maart 2026 | Johannes 4:34 |
17 maart 2026 | Johannes 4:31-33 |
16 maart 2026 | Johannes 4:30 |
15 maart 2026 | Johannes 4:28-29 |
14 maart 2026 | Johannes 4:27 |
← Home