Zondag 26 december 2027
Lukas 24:1-8
"En op den eersten [dag] der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar. En zij vonden den steen afgewenteld van het graf. En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet. En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar in blinkende klederen. En als zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was, Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan. En zij werden indachtig Zijner woorden."
"Op de eerste dag van de week gingen de vrouwen al heel vroeg naar het graf, met de kruiden die ze hadden klaargemaakt. Ze vonden de steen weggerold van het graf en gingen naar binnen, maar zagen het lichaam van de Heer Jezus niet. Ze wisten niet wat ze ervan denken moesten. Plotseling stonden er twee mannen bij hen in stralende gewaden. Hevig geschrokken bogen ze hun hoofd. 'Waarom zoekt u hem die leeft bij de doden?' vroegen de twee mannen. 'Hier is hij niet; hij is door God opgewekt. Denk aan wat hij heeft gezegd toen hij nog in Galilea was: De Mensenzoon zal uitgeleverd worden aan zondige mensen, gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden"
"Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden."
"Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden."
"Op zondagmorgen vroeg gingen ze meteen naar het graf. Ze hadden de speciale kruiden bij zich. Maar ze ontdekten dat de steen voor de ingang was weggerold. Toen ze naar binnen stapten, zagen ze dat het lichaam van de Here Jezus er niet meer was. Ze wisten niet wat ze daarmee aan moesten. Plotseling waren er twee mannen bij hen, in blinkende kleren. De schrik sloeg de vrouwen om het hart en ze bogen zich diep neer. De mannen vroegen: "Waarom komt u in een graf zoeken naar de Levende? Hij is hier niet. Hij leeft weer! Herinnert u zich niet wat Hij heeft gezegd toen u nog met Hem in Galilea was? Hij zei immers dat Hij door verraad in de handen van slechte mensen zou vallen en door hen gekruisigd zou worden. Maar ook dat hij op de derde dag uit de dood zou opstaan." Zij herinnerden zich dat Hij dat inderdaad had gezegd. Ze holden terug naar Jeruzalem om aan Zijn elf discipelen en al de anderen te vertellen wat er gebeurd was."
Overdenking van vandaag:
Hou je niet van "de vrouwen" en hun voorbeeld van trouw? Hun trouw aan de Heer die hen in staat stelt Gods ongelooflijke wonder met Jezus te ontdekken - zij zijn de eersten om te leren van zijn opstanding!
Echter, het meest krachtige inzicht in deze passage voor mij is de simpele zin aan het eind: "Toen herinnerden ze zich dat hij dit had gezegd." Jezus' opstanding verandert alles. Eén van de belangrijkste veranderingen vond echter plaats in het geheugen van zijn meest trouwe discipelen. Na de opstanding van Jezus kwamen dingen die hij had gezegd in zijn dienen terug in hun gedachten met begrip, opwinding en overtuiging.
Beloften die obscuur leken worden plotseling duidelijk. Profetische woorden die onuitlegbaar leken, worden blootgelegd en gezien in hun volle glorie. Hun inzicht wordt ook ons inzicht. Jezus' gehele dienen, zijn genezing en zijn leer, kunnen nu meer volledig begrepen worden aan deze kant van de opstanding.
Als we de reis van dit jaar door het evangelie van Lukas beëindigen, laten we eraan herinnerd worden dat Jezus' woorden en acties gevalideerd en ondersteund worden door de opstanding.
Gebed:
Vader, als ik het leven uw Zoon op aarde bestudeer, laat me alstublieft nooit vergeten dat hij stierf voor mijn zonden en weer tot leven werd gebracht met macht. Help me de overtuiging te voelen dat zijn beloften waar zijn, zijn leer bewezen is, en zijn dienen mijn inzet waard is omdat dit de weg van leven is. In Jezus' naam vraag ik dit. Amen.
Contekst: Lukas 24:1-12
"En op den eersten [dag] der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar. En zij vonden den steen afgewenteld van het graf. En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet. En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar in blinkende klederen. En als zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot haar: Wat zoekt gij den Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was, Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan. En zij werden indachtig Zijner woorden. En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. En [deze] waren Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, [de] [moeder] van Jakobus, en de andere met haar, die dit tot de apostelen zeiden. En haar woorden schenen voor hen als ijdel geklap, en zij geloofden haar niet. Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was."
"Op de eerste dag van de week gingen de vrouwen al heel vroeg naar het graf, met de kruiden die ze hadden klaargemaakt. Ze vonden de steen weggerold van het graf en gingen naar binnen, maar zagen het lichaam van de Heer Jezus niet. Ze wisten niet wat ze ervan denken moesten. Plotseling stonden er twee mannen bij hen in stralende gewaden. Hevig geschrokken bogen ze hun hoofd. 'Waarom zoekt u hem die leeft bij de doden?' vroegen de twee mannen. 'Hier is hij niet; hij is door God opgewekt. Denk aan wat hij heeft gezegd toen hij nog in Galilea was: De Mensenzoon zal uitgeleverd worden aan zondige mensen, gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden en toen ze teruggekeerd waren, vertelden ze dit allemaal aan de elf leerlingen en aan alle anderen. De vrouwen waren Maria van Magdala, Johanna en Maria, de moeder van Jakobus. Ook de andere vrouwen die bij hen waren, zeiden dat tegen de apostelen. Het leek de apostelen onzin wat de vrouwen zeiden, en ze geloofden hen niet. Maar Petrus stond op en liep snel naar het graf, en toen hij naar binnen keek, zag hij alleen de doeken liggen. Hij ging naar huis terug, verbaasd over wat er gebeurd was."
"maar op de eerste dag der week gingen zij reeds vroeg in de morgenstond met de specerijen, die zij gereedgemaakt hadden, naar het graf. Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet. En het geschiedde, terwijl zij daarvoor in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinnert u, hoe Hij, toen Hij nog in Galilea was, tot u gesproken heeft, zeggend, dat de Zoon des mensen moest overgeleverd worden in de handen van zondige mensen en gekruisigd worden en ten derden dage opstaan. En zij herinnerden zich zijn woorden, en teruggekeerd van het graf, boodschapten zij dit alles aan de elven en aan al de anderen. Dit waren dan Maria van Magdala, en Johanna, en Maria, [de moeder] van Jakobus. En de anderen, die met haar waren, zeiden dit aan de apostelen. En deze woorden schenen hun zotteklap en zij geloofden haar niet. [Doch Petrus stond op en liep snel naar het graf. En toen hij zich bukte, zag hij alleen de windsels. En hij ging weg, bij zichzelf verbaasd over wat er mocht gebeurd zijn.]"
"Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: 'Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.' Toen herinnerden ze zich zijn woorden. Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was."
"Op zondagmorgen vroeg gingen ze meteen naar het graf. Ze hadden de speciale kruiden bij zich. Maar ze ontdekten dat de steen voor de ingang was weggerold. Toen ze naar binnen stapten, zagen ze dat het lichaam van de Here Jezus er niet meer was. Ze wisten niet wat ze daarmee aan moesten. Plotseling waren er twee mannen bij hen, in blinkende kleren. De schrik sloeg de vrouwen om het hart en ze bogen zich diep neer. De mannen vroegen: "Waarom komt u in een graf zoeken naar de Levende? Hij is hier niet. Hij leeft weer! Herinnert u zich niet wat Hij heeft gezegd toen u nog met Hem in Galilea was? Hij zei immers dat Hij door verraad in de handen van slechte mensen zou vallen en door hen gekruisigd zou worden. Maar ook dat hij op de derde dag uit de dood zou opstaan." Zij herinnerden zich dat Hij dat inderdaad had gezegd. Ze holden terug naar Jeruzalem om aan Zijn elf discipelen en al de anderen te vertellen wat er gebeurd was. Maar toen de vrouwen (het waren Maria van Magdala, Johanna, Maria (de moeder van Jakobus) en verschillende anderen het aan de mannen vertelden, wilden die hen niet geloven. Ze zeiden dat het onzin was. Petrus liep toch vlug naar het graf om eens te kijken. Hij bukte zich voorover, keek naar binnen en zag alleen de lege windsels liggen. Op weg terug vroeg hij zich verwonderd af wat er gebeurd kon zijn."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
25 december 2027 | Lukas 23:50-56 |
24 december 2027 | Lukas 23:47-49 |
23 december 2027 | Lukas 23:44-46 |
22 december 2027 | Lukas 23:40-43 |
21 december 2027 | Lukas 23:35-39 |
20 december 2027 | Lukas 23:32-34 |
19 december 2027 | Lukas 23:26-31 |
← Home