Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Zaterdag 11 december 2027

 

Lukas 22:47-48

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen. En Jezus zeide tot hem: Judas, verraadt gij den Zoon des mensen met een kus?"

"Hij was nog niet uitgesproken toen er een groep mannen aankwam; Judas, een van de twaalf, liep voor hen uit. Hij kwam op Jezus toe om hem te kussen. En Jezus zei tegen hem: 'Judas, lever je de Mensenzoon uit met een kus?'"

"Terwijl hij nog sprak, kwam er opeens een horde mensen aan. Voorop liep de man die Judas heette, een van de twaalf; hij ging naar Jezus toe om hem te kussen. Maar Jezus zei tegen hem: 'Judas, lever je de Mensenzoon uit met een kus?'"

"Terwijl hij nog sprak, kwam er opeens een horde mensen aan. Voorop liep de man die Judas heette, een van de twaalf; hij ging naar Jezus toe om hem te kussen. Maar Jezus zei tegen hem: 'Judas, lever je de Mensenzoon uit met een kus?'"

"Hij was nog niet uitgesproken of er kwam een troep mannen aan. Judas, één van de twaalf discipelen, ging voor hen uit. Hij liep op Jezus toe en groette Hem met een kus. "Judas," zei Jezus. "Hoe kun je dit doen? Mij verraden met een kus!"

 

Overdenking van vandaag:

De zin die mij het meeste pijn doet voor Jezus in dit vers is "een van zijn twaalf discipelen." Jezus is verraden door "een van zijn eigen." Niet alleen dat, hij werd verraden door een handeling van een begroeting uit liefde. Alles van dit gebeuren is pijnlijk en verschrikkelijk. Hoe kan iemand met wie je jouw meest intieme momenten en diepste waarheden hebt gedeeld, jou overgeven aan degenen die je haten? Helaas, het gebeurt maar al te vaak.  

Maar wanneer we door zulke beproevingen heengaan, kunnen we er zeker van zijn dat Jezus onze pijn kent en liefdevol naast ons staat om ons te troosten. Hij heeft het meegemaakt. Hij heeft ondraaglijk lijden ervaren door het verraad van een van zijn beste vrienden. Dus in onze pijn, laten we naar hem toegaan en weten dat hij er is om ons door onze uren van diepe duisternis en wanhoop heen te helpen.

 

Gebed:

Vader, dank u dat u zo nabij en persoonlijk bent. Dank u dat u niet ver weg en afstandelijk bent. Dank u voor het ervaren van onze aardse pijn toen Jezus een van ons was. Ik nader nu om uw genade en hulp te ontvangen in mijn tijd van nood. In de naam van Jezus, mijn trouwe vriend, Heer en Heiland bid ik. Amen.

 

Contekst: Lukas 22:39-53

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En uitgaande, vertrok Hij, gelijk Hij gewoon was, naar den Olijfberg; en Hem volgden ook Zijn discipelen. En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt. En Hij scheidde Zich van hen af, omtrent een steenworp; en knielde neder en bad, Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede. En van Hem werd gezien een engel uit den hemel, die Hem versterkte. En in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen. En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid. En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen. En Jezus zeide tot hem: Judas, verraadt gij den Zoon des mensen met een kus? En die bij Hem waren, ziende, wat er geschieden zou, zeiden tot Hem: Heere, zullen wij met het zwaard slaan? En een uit hen sloeg den dienstknecht des hogepriesters, en hieuw [hem] zijn rechteroor af. En Jezus, antwoordende, zeide: Laat hen tot hiertoe [geworden]; en raakte zijn oor aan, en heelde hem. En Jezus zeide tot de overpriesters, en de hoofdmannen des tempels, en ouderlingen, die tegen Hem gekomen waren: Zijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen een moordenaar? Als Ik dagelijks met u was in den tempel, zo hebt gij de handen tegen Mij niet uitgestoken; maar dit is uw ure, en de macht der duisternis."

"Hij ging de stad uit naar de Olijfberg, zoals gewoonlijk. Zijn leerlingen volgden hem. Daar aangekomen, zei hij tegen hen: 'Bid dat je niet bezwijkt in de beproeving.' Hij liep van hen weg tot op een steenworp afstand, knielde neer en begon te bidden: 'Ik smeek u, Vader, neem deze beker van mij weg! Maar niet wat ik wil, maar wat u wilt, moet gebeuren.' En uit de hemel verscheen er een engel om hem kracht te geven. Hij raakte in doodsangst en hij begon nog vuriger te bidden. Zijn zweet viel als bloeddruppels op de grond. Na het gebed stond hij op, ging naar zijn leerlingen en vond hen in slaap, zo groot was hun verdriet. 'Jullie slapen?' zei hij. 'Word wakker en bid dat je niet bezwijkt in de beproeving.' Hij was nog niet uitgesproken toen er een groep mannen aankwam; Judas, een van de twaalf, liep voor hen uit. Hij kwam op Jezus toe om hem te kussen. En Jezus zei tegen hem: 'Judas, lever je de Mensenzoon uit met een kus?' Toen zij die bij Jezus waren, begrepen wat er ging gebeuren, zeiden ze: 'Heer, zullen we er met het zwaard op in slaan?' En een van hen trof de dienaar van de hogepriester en sloeg hem het rechteroor af. 'Houd daarmee op!' zei Jezus. Hij raakte het oor van de man aan en genas hem. Daarop richtte Jezus zich tot de opperpriesters, de tempelwacht en de oudsten, die hem gevangen kwamen nemen, en zei tegen hen: 'Ben ik soms een misdadiger dat u met zwaarden en stokken eropuit bent getrokken? Dagelijks zat ik bij u in de tempel en toen hebt u geen vinger naar mij uitgestoken. Maar dit is uw uur, het uur van de macht van de duisternis.'"

"En Hij verliet de stad en ging, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg. En ook zijn discipelen volgden Hem. En toen Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt. En Hij zonderde Zich van hen af, ongeveer een steenworp ver, knielde neder en bad deze woorden: Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! En Hem verscheen een engel uit de hemel om Hem kracht te geven. En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen. En Hij stond op van het gebed en ging tot zijn discipelen en Hij vond hen slapende van droefheid. En Hij zeide tot hen: Waarom slaapt gij? Staat op, bidt, dat gij niet in verzoeking komt. Terwijl Hij nog sprak, zie, daar kwam een schare en hij, die Judas genoemd werd, een van de twaalven, liep voor hen uit en hij naderde Jezus om Hem te kussen. En Jezus zeide tot hem: Judas, verraadt gij de Zoon des mensen met een kus? Toen zij, die bij Hem waren, zagen wat er ging gebeuren, zeiden zij, Here, willen wij met het zwaard erop slaan? En iemand van hen trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem het rechteroor af. Maar Jezus antwoordde en zeide: Laat het hierbij. En Hij raakte het oor aan en genas hem. Jezus dan zeide tot de overpriesters en hoofdlieden van de tempel en oudsten, die op Hem afgekomen waren: Als tegen een rover zijt gij uitgetrokken met zwaarden en stokken? Terwijl Ik dagelijks bij u was in de tempel, hebt gij geen hand naar Mij uitgestoken. Maar dit is uw ure en de macht der duisternis."

"Hij vertrok en ging volgens zijn gewoonte naar de Olijfberg. De leerlingen volgden hem. Toen hij daar was aangekomen, zei hij tegen hen: 'Bid dat jullie niet in beproeving komen.' En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. Hij bad: 'Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.' Uit de hemel verscheen hem een engel om hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. Toen hij na zijn gebed opstond en terugliep naar de leerlingen, zag hij dat ze van verdriet in slaap waren gevallen, en hij zei tegen hen: 'Waarom slapen jullie? Sta op en bid dat jullie niet in beproeving komen.' Terwijl hij nog sprak, kwam er opeens een horde mensen aan. Voorop liep de man die Judas heette, een van de twaalf; hij ging naar Jezus toe om hem te kussen. Maar Jezus zei tegen hem: 'Judas, lever je de Mensenzoon uit met een kus?' Toen degenen die bij hem stonden zagen wat er ging gebeuren, vroegen ze: 'Heer, zullen we er met het zwaard op los slaan?' En een van hen sloeg in op de dienaar van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af. Maar Jezus zei: 'Houd daarmee op. Zo is het genoeg!' Hij raakte het oor aan en genas de man. Tegen de hogepriesters en tempelwachters en de oudsten van het volk die op hem afgekomen waren, zei hij: 'Als tegen een misdadiger bent u uitgetrokken met zwaarden en knuppels? Dagelijks was ik bij u in de tempel, en toen hebt u geen vinger naar me uitgestoken, maar dit is uw uur, het uur van de macht van de duisternis.'"

"Jezus en Zijn discipelen verlieten de kamer en gingen zoals gewoonlijk naar de Olijfberg. Daar zei Hij tegen hen: "Bid God dat de verleiding jullie niet teveel zal worden." Hij ging een meter of dertig bij hen vandaan en liet Zich op de knieën vallen. "Vader," bad Hij, "neem deze beker alstublieft van Mij weg. Maar wat U wilt zal gebeuren en niet wat Ik wil." Op dat moment kwam een engel uit de hemel om Hem kracht te geven. En Hij begon vuriger te bidden. Hij was zo verschrikkelijk bang geworden, dat het zweet Hem uitbrak en als grote druppels bloed op de grond viel. Tenslotte stond Hij op en ging terug naar Zijn discipelen. Hij zag dat ze in slaap waren gevallen, uitgeput van verdriet. "Hoe is het mogelijk?" zei Hij. "Slapen jullie? Bid God dat de verleiding jullie niet teveel zal worden." Hij was nog niet uitgesproken of er kwam een troep mannen aan. Judas, één van de twaalf discipelen, ging voor hen uit. Hij liep op Jezus toe en groette Hem met een kus. "Judas," zei Jezus. "Hoe kun je dit doen? Mij verraden met een kus!" Toen de andere discipelen zagen wat er ging gebeuren, riepen ze: "Meester, zullen we erop los slaan? We hebben zwaarden bij ons!" Eén van hen zwaaide met zijn zwaard en sloeg de knecht van de hogepriester het rechteroor af. "Houd op!" zei Jezus. Hij raakte het gewonde oor aan en genas het. Daarna zei Hij tegen de leidende priesters, de tempelwachters en de voorname burgers, die met Judas waren meegekomen: "Ben Ik een rover? Waarom hebt u die zwaarden en stokken meegenomen? Had u Mij niet in de tempel kunnen oppakken? Daar was Ik elke dag. Maar dit is uw moment. De kans van de duivelse macht."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

10 december 2027 Lukas 22:39-46
9 december 2027 Lukas 22:35-38
8 december 2027 Lukas 22:33-34
7 december 2027 Lukas 22:31-32
6 december 2027 Lukas 22:28-30
5 december 2027 Lukas 22:24-27
4 december 2027 Lukas 22:21-23
 

Home