Donderdag 23 september 2027
Lukas 16:14-15
"En al deze dingen hoorden ook de Farizeen, die geldgierig waren, en zij beschimpten Hem. En Hij zeide tot hen: Gij zijt [het], die uzelven rechtvaardigt voor de mensen; maar God kent uw harten; want dat hoog is onder de mensen, is een gruwel voor God."
"Dit alles hoorden de Farizeeën, die zeer op geld gesteld waren. Ze vonden het bespottelijk wat hij zei. Toen zei Jezus tegen hen: 'U wilt voor rechtvaardig doorgaan bij de mensen. Maar God kent uw harten; wat de mensen hoog aanslaan, daar heeft God een afschuw van."
"De Farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. Maar Jezus zei tegen hen: 'U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God."
"De Farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. Maar Jezus zei tegen hen: 'U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God."
"De Farizeeërs, die als gierig bekend stonden, lieten duidelijk merken dat zij dit bespottelijk vonden. Jezus zei tegen hen: "U doet zich heel vroom voor, maar God kijkt dwars door u heen. Waar de mensen hoog tegen opzien, daar gruwt God van."
Overdenking van vandaag:
Wie heeft de prijskaartjes omgeruild? Onze wereld waardeert dingen heel anders dan God doet. De Farizeeën hielden van hun geld en ze probeerde er goed uit te zien in het openbaar. Ze werden vereerd door velen met een wereldse kijk op hun religieuze toewijding. Immers, zij waren religieus en gezegend.
God echter wist dat veel van hun rijkdom uit een begerig en inhalig hart kwam - het was een gruwel in plaats van een zegen. Zij dreven de spot met Jezus' woorden - niet omdat ze verkeerd waren, maar omdat die woorden goed waren en hun hart niet. Hoe zit het met ons? Wat hebben wij innig lief? Hoe zijn onze harten?
Gebed:
Vader, ik bid voor een wijs verstand, een open hart en een ruimhartige geest als ik de financiële zegeningen gebruik die u onder mijn zorg hebt geplaatst. Bescherm me tegen gulzigheid, materialisme en hebzucht. Help me de manier te zien waarop u wilt dat ik mijn zegeningen gebruik voor uw werk van het Koninkrijk. Maar vooral, lieve Vader, laat alstublieft niets een greep hebben op mijn leven anders dan mijn liefde voor u, uw Koninkrijk, en uw gerechtigheid. Ik bid dit in Jezus' naam. Amen.
Contekst: Lukas 16:1-15
"En Hij zeide ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd, als die zijn goederen doorbracht. En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester zijn. En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij. Ik weet, wat ik doen zal, opdat, wanneer ik van het rentmeesterschap afgezet zal wezen, zij mij in hun huizen ontvangen. En hij riep tot zich een iegelijk van de schuldenaars zijns heeren, en zeide tot den eersten: Hoeveel zijt gij mijn heer schuldig? En hij zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, en nederzittende, schrijf haastelijk vijftig. Daarna zeide hij tot een anderen: En gij, hoeveel zijt gij schuldig? En hij zeide: Honderd mudden tarwe. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, en schrijf tachtig. En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht. En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen. Die getrouw is in het minste, die is ook in het grote getrouw; en die in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig. Zo gij dan in den onrechtvaardigen Mammon niet getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen? En zo gij in eens anders [goed] niet getrouw zijt geweest, wie zal u het uwe geven? Geen huisknecht kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten, en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen, en den anderen verachten; gij kunt God niet dienen en den Mammon. En al deze dingen hoorden ook de Farizeen, die geldgierig waren, en zij beschimpten Hem. En Hij zeide tot hen: Gij zijt [het], die uzelven rechtvaardigt voor de mensen; maar God kent uw harten; want dat hoog is onder de mensen, is een gruwel voor God."
"Jezus zei ook tegen zijn leerlingen: 'Er was eens een rijke man. Hij had een rentmeester in dienst en men had hem laten weten dat die rentmeester het vermogen van zijn heer verkwistte. Hij liet de rentmeester bij zich komen en zei: Wat ik van u gehoord heb! Leg rekenschap af van uw beheer, want u kunt niet langer rentmeester blijven. De rentmeester dacht bij zichzelf: Wat moet ik doen? Want mijn heer ontslaat mij. Spitten kan ik niet, en bedelen, daar schaam ik mij voor. Ik weet al wat ik zal doen! Dan zullen de mensen mij, als ik ontslagen ben, in huis nemen. Hij liet iedereen die bij zijn heer schulden had, één voor één bij zich roepen. Hoeveel bent u mijn heer schuldig? vroeg hij aan de eerste. Die zei: Honderd vaten olijfolie. En hij zei tegen hem: Hier is uw schuldbekentenis. Ga zitten en schrijf vlug vijftig op. En wat bent u schuldig? vroeg hij een tweede. Deze zei: Honderd zakken graan. En hij zei: Hier is uw schuldbekentenis; schrijf op: tachtig. En de heer prees de oneerlijke rentmeester, omdat hij het handig had aangepakt. Want de mensen van deze wereld gaan handiger met elkaar om dan de mensen van het licht.' 'Ja, ik zeg jullie: maak je vrienden met het onrechtvaardige geld. Dan zullen jullie, wanneer geld geen waarde meer heeft, in de hemelse woning ontvangen worden. Wie in kleine zaken te vertrouwen is, is ook in grote zaken te vertrouwen; en wie in kleine zaken oneerlijk is, is dat ook in grote. Als het onrechtvaardige geld dus niet bij je in goede handen is, wie zal dan het ware bezit aan je toevertrouwen? En als wat een ander toebehoort, niet in goede handen bij je is, wie zal je dan geven wat je het jouwe kunt noemen? Geen knecht kan twee heren dienen: of hij heeft een hekel aan de een en is op de ander zeer gesteld, of hij draagt die eerste op handen en minacht de tweede. Je kunt niet God én het geld dienen.' Dit alles hoorden de Farizeeën, die zeer op geld gesteld waren. Ze vonden het bespottelijk wat hij zei. Toen zei Jezus tegen hen: 'U wilt voor rechtvaardig doorgaan bij de mensen. Maar God kent uw harten; wat de mensen hoog aanslaan, daar heeft God een afschuw van."
"Hij zeide ook tot zijn discipelen: Er was een rijk man, die een rentmeester had. Van deze werd hem aangebracht, dat hij zijn bezit verkwistte. En hij liet hem roepen en zeide tot hem: Wat hoor ik daar van u? Doe verantwoording van uw beheer, want gij kunt niet langer rentmeester blijven. De rentmeester zeide bij zichzelf: Wat moet ik doen? Want mijn heer ontneemt mij mijn rentmeesterschap. Spitten kan ik niet, voor bedelen schaam ik mij. Ik weet, wat ik doen zal, opdat zij mij, wanneer ik uit mijn rentmeesterschap ontzet ben, in huis zullen nemen. En hij ontbood de schuldenaars van zijn heer een voor een bij zich. Hij zeide tot de eerste: Hoeveel zijt gij mijn heer schuldig? Hij zeide: Honderd vaten olie. Hij zeide tot hem: Hier hebt gij uw schuldbekentenis, ga vlug zitten en schrijf vijftig. Daarna zeide hij tot de tweede: En hoeveel zijt gij schuldig? Hij zeide: Honderd zakken tarwe. Hij zeide tot hem: Hier hebt gij uw schuldbekentenis, schrijf tachtig. En de heer prees de onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg gehandeld had, want de kinderen dezer wereld gaan ten aanzien van hun geslacht met veel meer overleg te werk dan de kinderen des lichts. En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten. Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig. Indien gij dus niet getrouw geweest zijt ten aanzien van de onrechtvaardige Mammon, wie zal u dan het ware goed toevertrouwen? En indien gij niet getrouw geweest zijt ten aanzien van het goed van een ander, wie zal u het onze geven? Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon. Dit alles hoorden de Farizeeen, die geldzuchtig waren, en zij hoonden Hem. En Hij zeide tot hen: Gij zijt het, die voor rechtvaardig wilt doorgaan voor de mensen, maar God kent uw harten. Want wat hoog is bij mensen, is een gruwel voor God."
"Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: 'Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: "Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven." Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: "Hoeveel bent u mijn heer schuldig?" "Honderd vaten olijfolie, "antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: "Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van." Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: "En u, hoeveel bent u schuldig?" "Honderd balen graan, "luidde het antwoord. De rentmeester zei: "Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van." En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is. Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.' De Farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. Maar Jezus zei tegen hen: 'U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God."
"Jezus vertelde Zijn discipelen nog een gelijkenis. "Een rijke man had een beheerder in dienst die op zekere dag van verduistering werd beschuldigd. De rijke man riep hem bij zich en zei: 'Wat hoor ik allemaal over u? Lever de boeken maar in voor controle. U bent ontslagen.' De beheerder dacht bij zichzelf: 'Wat moet ik nú doen? Nou zit ik zonder werk! Spitten en graven kan ik niet. Ik zou me schamen om te gaan bedelen. Ik weet al wat! Natuurlijk! Daardoor krijg ik veel vrienden. Die zullen voor me zorgen, als ik op straat word gezet.' Hij liet de mensen die bij zijn heer in de schuld stonden een voor een bij zich komen. 'Wat bent u mijn heer nog schuldig?' vroeg hij aan de eerste. 'Honderd vaten olie', antwoordde de man. 'Hier is uw schuldbekentenis', zei de beheerder. 'Verscheur die en schrijf een nieuwe voor vijftig vaten.' 'En wat bent u mijn heer schuldig?' vroeg hij aan de volgende. 'Honderd zakken tarwe', was het antwoord. 'Hier is uw schuldbekentenis', zei de beheerder. 'Verscheur die en schrijf een nieuwe voor tachtig zakken.' De heer moest vol bewondering toegeven dat die sluwe beheerder zijn eigen zaken heel goed had behartigd. Ja, de mensen van deze wereld zijn in hun omgang met de medemensen vaak veel handiger dan de mensen die bij God horen. U moet verstandig met geld omgaan. Maak er vrienden mee, door het te gebruiken zoals Ik wil. Als u het eens moet achterlaten en in Gods eeuwige woning komt, zal Hij u liefdevol opnemen. Wie betrouwbaar is in kleine dingen, is het ook in grote. Wie onbetrouwbaar is in kleine dingen, is het ook in grote. Als u niet eens eerlijk met geld omgaat, wie zal u dan de ware rijkdom toevertrouwen? En als u de spullen van een vreemde niet goed behandelt, hoe zullen we dan onze spullen aan u toevertrouwen? U kunt niet twee heren dienen. Dat is onmogelijk. Want u zult de ene haten en de andere liefhebben. Of omgekeerd: De ene van harte dienen en van de ander niets willen weten. U kunt niet God dienen en tegelijk achter het geld aanzitten." De Farizeeërs, die als gierig bekend stonden, lieten duidelijk merken dat zij dit bespottelijk vonden. Jezus zei tegen hen: "U doet zich heel vroom voor, maar God kijkt dwars door u heen. Waar de mensen hoog tegen opzien, daar gruwt God van."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
22 september 2027 | Lukas 16:12-13 |
21 september 2027 | Lukas 16:10-11 |
20 september 2027 | Lukas 16:8-9 |
19 september 2027 | Lukas 16:3-7 |
18 september 2027 | Lukas 16:1-2 |
17 september 2027 | Lukas 15:31-32 |
16 september 2027 | Lukas 15:25-30 |
← Home