Zaterdag 11 september 2027
Lukas 15:8-10
"Of wat vrouw, hebbende tien penningen, indien zij een penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het huis [met] [bezemen], en zoekt naarstiglijk, totdat zij [dien] vindt? En als zij [dien] gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien ik verloren had. Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert."
"'Of veronderstel dat een vrouw, in het bezit van tien zilveren munten, er één verliest. Zal ze dan geen lamp aansteken, het hele huis aanvegen en zoeken tot ze hem vindt? En als ze hem vindt, roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen om haar blijdschap te delen. Want, zegt zij, het zilverstuk dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden. Zo ook, zeg ik u, zal er bij de engelen van God blijdschap zijn over één zondaar die tot inkeer komt.'"
"En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: "Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was." Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.'"
"En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: "Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was." Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.'"
"Of denk eens aan een vrouw die tien zilveren muntjes had en één ervan verloor. Zou ze niet een lamp aansteken en overal zoeken en het hele huis aanvegen tot ze de munt vond? Ze zou haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar roepen en zeggen: 'Zijn jullie ook niet blij dat ik de zilveren munt die ik kwijt was, weer heb gevonden?' Ik zeg u dat er bij de engelen van God grote blijdschap is als één zondaar bij God terugkomt."
Overdenking van vandaag:
Zo'n munt verliezen was verschrikkelijk. De monetaire waarde zou immens geweest zijn. De mogelijke sentimentele waarde zou dit een enorm verlies hebben gemaakt. De waarde van wat er verloren is, vraagt om een dergelijk wanhopig, grondig en gepassioneerd zoeken. De waarde van de verloren munt, in combinatie met het zorgvuldig zoeken, maakt het vinden van de munt een reden voor de grote viering - en niet alleen voor deze dame of haar huishouden, maar voor alle vrienden van de dame!
Hoe veel meer zijn de mensen rondom ons waard dan een zilveren munt! Dus waarom kunnen christenen niet vieren wanneer het licht van verlossing de donkere ruimtes van de verloren ziel bereikt? We moeten vieren.
Gebed:
Vader, laat mij alstublieft delen in de vreugde van uw oogst. Gebruik mij alstublieft als een persoon van de verzoening die uw verloren kinderen helpt hun weg naar huis te vinden bij u. Help me om een persoon te zijn van grote vreugde en aanmoediging voor nieuwe christenen. In Jezus' naam. Amen.
Contekst: Lukas 15:1-10
"En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen. En de Farizeen en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen. En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende: Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde? En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde. En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, [meer] dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. Of wat vrouw, hebbende tien penningen, indien zij een penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het huis [met] [bezemen], en zoekt naarstiglijk, totdat zij [dien] vindt? En als zij [dien] gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien ik verloren had. Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert."
"Steeds weer kwamen er allemaal tollenaars en zondaars naar Jezus luisteren. De Farizeeën en de schriftgeleerden zeiden geërgerd: 'Die man gaat met zondaars om en eet met hen.' Maar Jezus hield hun deze gelijkenis voor: 'Iemand van u heeft honderd schapen en één ervan is hij kwijtgeraakt. Zal hij dan niet die negenennegentig andere in de woestijn alleen laten en naar dat ene schaap op zoek gaan, net zolang tot hij het vindt? En als hij het vindt, neemt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren om zijn blijdschap te delen. Want, zegt hij, het schaap dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer blijdschap zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig mensen die zo rechtvaardig zijn dat ze niet tot inkeer hoeven te komen.' 'Of veronderstel dat een vrouw, in het bezit van tien zilveren munten, er één verliest. Zal ze dan geen lamp aansteken, het hele huis aanvegen en zoeken tot ze hem vindt? En als ze hem vindt, roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen om haar blijdschap te delen. Want, zegt zij, het zilverstuk dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden. Zo ook, zeg ik u, zal er bij de engelen van God blijdschap zijn over één zondaar die tot inkeer komt.'"
"Al de tollenaars nu en de zondaars plachten tot Hem te komen om naar Hem te horen. En de Farizeeen en de schriftgeleerden morden en spraken: Deze ontvangt zondaars en eet met hen. En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zeide: Wie van u, die honderd schapen heeft en er een van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, tilt hij het met blijdschap op zijn schouders, en thuisgekomen, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben. Of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er een verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt? En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had. Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert."
"Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. Maar zowel de Farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: 'Die man ontvangt zondaars en eet met hen.' Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: 'Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: "Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was." Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: "Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was." Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.'"
"De tolontvangers en andere mensen met een slechte naam kwamen vaak naar Jezus luisteren. Dat lokte de kritiek van de Farizeeërs en de godsdienstleraars uit. Zij vonden het een schande dat Hij Zich met zulk soort mensen bemoeide. Hij ging zelfs met hen eten! Om hun duidelijk te maken waarom Hij dat deed, zei Hij: "Als u nu eens honderd schapen had en één ervan raakte verdwaald, wat zou u dan doen? Het zoeken! Net zolang tot u het vond. De andere 99 zou u gewoon laten grazen. Als u het verdwaalde schaap dan vond, zou u uw vrienden en buren bij elkaar roepen en zeggen: 'Luister. Mijn schaap was verdwaald en ik heb het teruggevonden. Zijn jullie ook niet blij?' Zo is ook in de hemel meer blijdschap over één zondaar die bij God terugkomt dan over 99 anderen die niet verdwaald waren. Of denk eens aan een vrouw die tien zilveren muntjes had en één ervan verloor. Zou ze niet een lamp aansteken en overal zoeken en het hele huis aanvegen tot ze de munt vond? Ze zou haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar roepen en zeggen: 'Zijn jullie ook niet blij dat ik de zilveren munt die ik kwijt was, weer heb gevonden?' Ik zeg u dat er bij de engelen van God grote blijdschap is als één zondaar bij God terugkomt."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
10 september 2027 | Lukas 15:1-7 |
9 september 2027 | Lukas 14:34-35 |
8 september 2027 | Lukas 14:31-33 |
7 september 2027 | Lukas 14:28-30 |
6 september 2027 | Lukas 14:25-27 |
5 september 2027 | Lukas 14:15-24 |
4 september 2027 | Lukas 14:12-14 |
← Home