Dinsdag 5 september 2023
Lukas 14:15-24
"En als een van degenen, die mede aanzaten, deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig is hij, die brood eet in het Koninkrijk Gods. Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. En dezelve dienstknecht [weder] gekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide tot zijn dienstknecht: Ga haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier in. En de dienstknecht zeide: Heere, het is geschied, gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; Want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren, mijn avondmaal smaken zal."
"Bij het horen hiervan zei een van de gasten tegen hem: 'Gelukkig wie aan tafel zit in het koninkrijk van God!' Jezus zei tegen hem: 'Iemand gaf eens een groot feestmaal. Hij had veel mensen uitgenodigd. Tegen de tijd dat het feestmaal zou beginnen, stuurde hij zijn dienaar om de genodigden te gaan zeggen: Kom, want alles staat klaar. Maar de een na de ander begon zich plotseling te verontschuldigen. Een zei: Ik heb een stuk land gekocht en ik moet het gaan bekijken, wil me dus verontschuldigen. En een ander: Ik heb vijf paar ossen gekocht en ik ga ze nu keuren, wil me dus verontschuldigen. En een derde zei: Ik ben pas getrouwd en kan dus niet komen. De dienaar kwam bij zijn heer terug en bracht hem verslag uit. Die werd woedend en zei tegen zijn dienaar: Ga direct de stad in en breng uit de straten en de stegen de armen hier, de kreupelen, de blinden en de verlamden. En de dienaar meldde hem: Heer, wat u hebt opgedragen, is gebeurd en nog is er plaats. Toen zei de heer tegen zijn dienaar: Ga naar de wegen en paden buiten de stad en zeg de mensen daar hierheen te komen; mijn huis moet vol. En ik zeg u: van de mensen die uitgenodigd waren, zal niemand van mijn maaltijd proeven!'"
"Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: 'Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!' Jezus vervolgde: 'Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: "Kom, want alles is klaar." Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: "Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." En een ander zei: "Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." Weer een ander zei: "Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen." Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: "Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen." Toen de dienaar hem kwam melden: "Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats, " zei de heer tegen hem: "Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn. Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven."'"
"Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: 'Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!' Jezus vervolgde: 'Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: "Kom, want alles is klaar." Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: "Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." En een ander zei: "Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." Weer een ander zei: "Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen." Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: "Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen." Toen de dienaar hem kwam melden: "Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats, " zei de heer tegen hem: "Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn. Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven."'"
"Iemand bij Jezus aan tafel hoorde dit en zei: "Wat moet het heerlijk zijn in het Koninkrijk van God te komen!" Jezus antwoordde: "Iemand organiseerde een groot feest en nodigde vele mensen uit. Toen alles klaar was, stuurde hij zijn knecht bij hen langs om te zeggen dat ze konden komen. Maar zij hadden allemaal een excuus om niet te komen. De een zei dat hij een stuk land had gekocht en daar nodig moest gaan kijken. Hij verontschuldigde zich dat hij niet kon komen. De ander zei dat hij net vijf paar ossen had gekocht en die zou gaan keuren. Ook hij kon niet komen. Weer een ander was pas getrouwd en daarom verhinderd. De knecht ging terug en vertelde het allemaal aan zijn heer. Die was hevig verontwaardigd. Hij gaf de knecht opdracht vlug naar de achterbuurten van de stad te gaan om de armen, kreupelen, lammen en blinden uit te nodigen. Maar toen die er waren, bleek er nog plaats over te zijn. 'Goed', zei de heer. 'Ga de stad uit. Ga de wegen en de paden op en zoek nog meer mensen. Doe je uiterste best ze hierheen te brengen. Want mijn huis moet vol worden. En die ik eerst had uitgenodigd, krijgen niets van alles wat ik had klaarstaan."
Overdenking van vandaag:
Vrijheid en democratie zijn grote geschenken die velen van ons als vanzelfsprekend zien. De prijs betaald om deze zegeningen te verwerven is hoog. Vaak benaderen we onze vrijheid met een gevoel van voorrecht - ik verdien dit, dit is mij verschuldigd, dit is mijn recht, enz.
Uitgenodigd worden om een ontvanger te zijn van het heil van God en alles dat dit met zich meebrengt is een geschenk van barmhartigheid en genade van God, en niet iets dat we verplicht zijn te krijgen. De genade van God wegschoppen, ons volledig antwoord op zijn verzoek van heil uitstellen betekent een ramp uitnodigen en degene beledigen die zo'n hoge prijs betaalde om ons ons deze mogelijkheid te geven.
Als jij jouw totale overgave aan Christus als Heer aan het uitstellen bent, alsjeblieft ... luister naar de uitnodiging van God en reageer ... vandaag!
Gebed:
Vader, vergeef me voor mijn manier van uitstellen bij zo veel mogelijkheden om u met een volkomen passie te dienen. In de naam van Jezus bid ik. Amen.
Contekst: Lukas 14:15-24
"En als een van degenen, die mede aanzaten, deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig is hij, die brood eet in het Koninkrijk Gods. Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga, en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. En dezelve dienstknecht [weder] gekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide tot zijn dienstknecht: Ga haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier in. En de dienstknecht zeide: Heere, het is geschied, gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; Want ik zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren, mijn avondmaal smaken zal."
"Bij het horen hiervan zei een van de gasten tegen hem: 'Gelukkig wie aan tafel zit in het koninkrijk van God!' Jezus zei tegen hem: 'Iemand gaf eens een groot feestmaal. Hij had veel mensen uitgenodigd. Tegen de tijd dat het feestmaal zou beginnen, stuurde hij zijn dienaar om de genodigden te gaan zeggen: Kom, want alles staat klaar. Maar de een na de ander begon zich plotseling te verontschuldigen. Een zei: Ik heb een stuk land gekocht en ik moet het gaan bekijken, wil me dus verontschuldigen. En een ander: Ik heb vijf paar ossen gekocht en ik ga ze nu keuren, wil me dus verontschuldigen. En een derde zei: Ik ben pas getrouwd en kan dus niet komen. De dienaar kwam bij zijn heer terug en bracht hem verslag uit. Die werd woedend en zei tegen zijn dienaar: Ga direct de stad in en breng uit de straten en de stegen de armen hier, de kreupelen, de blinden en de verlamden. En de dienaar meldde hem: Heer, wat u hebt opgedragen, is gebeurd en nog is er plaats. Toen zei de heer tegen zijn dienaar: Ga naar de wegen en paden buiten de stad en zeg de mensen daar hierheen te komen; mijn huis moet vol. En ik zeg u: van de mensen die uitgenodigd waren, zal niemand van mijn maaltijd proeven!'"
"Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk Gods. Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen. En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed. En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. En de slaaf kwam terug en berichtte zijn heer deze dingen. Toen werd de heer des huizes toornig en zeide tot zijn slaaf: Ga aanstonds de straten en stegen der stad in en breng de bedelaars en misvormden en blinden en lammen hier. En de slaaf zeide: Heer, wat gij hebt opgedragen, is geschied en nog is er plaats. En de heer zeide tot de slaaf: Ga de wegen en de paden op en dwing hen binnen te komen, want mijn huis moet vol worden. Want ik zeg u: Niemand van die mannen, welke genodigd waren, zal van mijn maaltijd proeven."
"Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: 'Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!' Jezus vervolgde: 'Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: "Kom, want alles is klaar." Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: "Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." En een ander zei: "Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen." Weer een ander zei: "Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen." Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: "Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen." Toen de dienaar hem kwam melden: "Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats, " zei de heer tegen hem: "Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn. Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven."'"
"Iemand bij Jezus aan tafel hoorde dit en zei: "Wat moet het heerlijk zijn in het Koninkrijk van God te komen!" Jezus antwoordde: "Iemand organiseerde een groot feest en nodigde vele mensen uit. Toen alles klaar was, stuurde hij zijn knecht bij hen langs om te zeggen dat ze konden komen. Maar zij hadden allemaal een excuus om niet te komen. De een zei dat hij een stuk land had gekocht en daar nodig moest gaan kijken. Hij verontschuldigde zich dat hij niet kon komen. De ander zei dat hij net vijf paar ossen had gekocht en die zou gaan keuren. Ook hij kon niet komen. Weer een ander was pas getrouwd en daarom verhinderd. De knecht ging terug en vertelde het allemaal aan zijn heer. Die was hevig verontwaardigd. Hij gaf de knecht opdracht vlug naar de achterbuurten van de stad te gaan om de armen, kreupelen, lammen en blinden uit te nodigen. Maar toen die er waren, bleek er nog plaats over te zijn. 'Goed', zei de heer. 'Ga de stad uit. Ga de wegen en de paden op en zoek nog meer mensen. Doe je uiterste best ze hierheen te brengen. Want mijn huis moet vol worden. En die ik eerst had uitgenodigd, krijgen niets van alles wat ik had klaarstaan."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
4 september 2023 | Lukas 14:12-14 |
3 september 2023 | Lukas 14:7-11 |
2 september 2023 | Lukas 14:1-6 |
1 september 2023 | Lukas 13:34-35 |
31 augustus 2023 | Lukas 13:31-33 |
30 augustus 2023 | Lukas 13:28-30 |
29 augustus 2023 | Lukas 13:22-27 |
← Home