Vrijdag 1 september 2023
Lukas 13:34-35
"Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen [vergadert]; en gijlieden hebt niet gewild? Ziet, uw huis wordt ulieden woest gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat [de] [tijd] zal gekomen zijn, als gij zult zeggen: Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren!"
"Jeruzalem, Jeruzalem! U doodt de profeten, u stenigt hen die God u heeft gestuurd. Hoe dikwijls heb ik uw kinderen niet willen verzamelen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels bijeenbrengt! Maar u hebt niet gewild. Ja, uw huis zal leeg achterblijven. Ik zeg u: u zult mij niet meer zien tot het ogenblik waarop u zegt: Gezegend hij die komt in naam van de Heer.'"
"–Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen mij niet meer zien, tot de tijd komt dat je zult zeggen: "Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!"'"
"–Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen mij niet meer zien, tot de tijd komt dat je zult zeggen: "Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!"'"
"Och, Jeruzalem, Jeruzalem! De stad die de profeten vermoordt. De stad die stenen gooit naar de mannen, die gestuurd zijn om haar te helpen. Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen als kuikens onder de vleugels van de moeder? Maar u wilde niet. Daarom wordt u nu aan uw lot overgelaten. En Mij zult u niet meer zien. U zult Mij pas weer zien op de dag dat u zegt: 'Alle eer is voor Hem Die komt in de naam van de Here."
Overdenking van vandaag:
Lijkt dit tekstgedeelte, deze schreeuw van Jezus, niet zeer aangrijpend, zelfs vandaag? God verlangt ernaar om de inwoners van Jeruzalem te zegenen. In feite doen het evangelie van Lucas en het boek Handelingen ons telkens weer herinneren aan de liefde Gods voor de grote steden van de wereld - Jeruzalem, Antiochië, Efeze, Athene, Korinthe, Rome ... en hoe hij er naar verlangt om ze met zijn genade door het evangelie te bereiken.
Maar zo vaak verwerpen de steden de boodschap van Jezus, zoals Jeruzalem de plaats van Jezus' afwijzing zal zijn. Hun afwijzing van Gods genade, ethiek en moraal eindigt in vernietiging van de steden zelf. Voor Jeruzalem, echter, is de afwijzing van Jezus de afwijzing van hun Messias, hun hoop en hun Heiland.
Laten we niet schuldig zijn aan dezelfde afwijzing. Laten we Gods verlangen om ons onder zijn vleugel van bescherming te brengen, begrijpen en reageren door hem ons hart, ziel, geest en kracht aan te bieden.
Gebed:
Tedere Herder, mijn hemelse Vader, ik dank u voor uw zoon en mijn Heiland en Heer. Gebruik mij om een zegen voor mijn stad te zijn en machtig mij om uw reddende genade te delen, gegeven door Jezus gegeven, in wiens naam ik bid. Amen.
Contekst: Lukas 13:31-35
"Te dienzelfden dage kwamen er enige Farizeen, zeggende tot Hem: Ga weg, en vertrek van hier; want Herodes wil U doden. En Hij zeide tot hen: Gaat heen, en zegt dien vos: Zie, Ik werp duivelen uit, en maak gezond, heden en morgen, en ten derden [dage] worde Ik voleindigd. Doch Ik moet heden, en morgen, en den volgenden [dag] reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem. Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen [vergadert]; en gijlieden hebt niet gewild? Ziet, uw huis wordt ulieden woest gelaten. En voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat [de] [tijd] zal gekomen zijn, als gij zult zeggen: Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren!"
"Op dat moment kwamen enkele Farizeeen Jezus zeggen: 'U moet hier weggaan, u moet hier niet blijven, want Herodes heeft het op uw leven voorzien.' Hij antwoordde hun: 'Ga die vos zeggen: Ik drijf demonen uit en genees zieken. Dat doe ik vandaag en dat zal ik morgen doen. En op de derde dag zal mijn werk voltooid zijn. Maar ik moet mijn reis voortzetten, vandaag, morgen en de dag daarna. Want een profeet mag niet buiten Jeruzalem de dood vinden. Jeruzalem, Jeruzalem! U doodt de profeten, u stenigt hen die God u heeft gestuurd. Hoe dikwijls heb ik uw kinderen niet willen verzamelen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels bijeenbrengt! Maar u hebt niet gewild. Ja, uw huis zal leeg achterblijven. Ik zeg u: u zult mij niet meer zien tot het ogenblik waarop u zegt: Gezegend hij die komt in naam van de Heer.'"
"Terzelfder tijd kwamen enige Farizeeen en zeiden tot Hem: Ga heen en vertrek vanhier, want Herodes wil U doden. En Hij zeide tot hen: Gaat heen en zegt die vos: Zie, Ik drijf boze geesten uit en volbreng genezingen, heden en morgen, en op de derde dag ben ik gereed. Doch Ik moet heden en morgen en de volgende dag reizen, want het gaat niet aan, dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt. Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels, en gij hebt niet gewild. Zie, uw huis wordt aan u overgelaten. Maar Ik zeg u, gij zult Mij niet meer zien tot het ogenblik komt, dat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!"
"Precies op dat ogenblik kwamen er enige Farizeeën die tegen hem zeiden: 'Vertrek, ga weg van hier, want Herodes wil u doden!' Hij antwoordde: 'Zeg tegen die vos: "Let op, ik drijf demonen uit en vandaag en morgen genees ik mensen, en op de derde dag bereik ik de voltooiing." Maar ik moet vandaag en morgen en de volgende dag op weg blijven, want het gaat niet aan dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem –Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen mij niet meer zien, tot de tijd komt dat je zult zeggen: "Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!"'"
"Op dat moment kwamen enkele Farizeeërs bij Hem en zeiden: "Ga hier zo vlug mogelijk vandaan, want Herodes wil U laten doden!" Jezus antwoordde: "Zeg maar tegen die vos dat Ik vandaag en morgen gewoon doorga met het wegjagen van boze geesten en het genezen van zieken. Het duurt niet lang meer tot Ik klaar ben. Hoe dan ook, Ik moet nog een paar dagen verder reizen. Want het is niet mogelijk dat een profeet van God ergens anders wordt gedood dan in de stad Jeruzalem. Och, Jeruzalem, Jeruzalem! De stad die de profeten vermoordt. De stad die stenen gooit naar de mannen, die gestuurd zijn om haar te helpen. Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen als kuikens onder de vleugels van de moeder? Maar u wilde niet. Daarom wordt u nu aan uw lot overgelaten. En Mij zult u niet meer zien. U zult Mij pas weer zien op de dag dat u zegt: 'Alle eer is voor Hem Die komt in de naam van de Here."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
31 augustus 2023 | Lukas 13:31-33 |
30 augustus 2023 | Lukas 13:28-30 |
29 augustus 2023 | Lukas 13:22-27 |
28 augustus 2023 | Lukas 13:18-21 |
27 augustus 2023 | Lukas 13:14-17 |
26 augustus 2023 | Lukas 13:10-13 |
25 augustus 2023 | Lukas 13:6-9 |
← Home