Woensdag 25 oktober 2028
Markus 14:29
"En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd wierden, zo zal ik toch niet [geergerd] [worden]."
"'Al laat iedereen u in de steek, ik nooit,' wierp Petrus hem tegen."
"Petrus zei tegen hem: 'Misschien zal iedereen ten val komen, maar ik niet!'"
"Petrus zei tegen hem: 'Misschien zal iedereen ten val komen, maar ik niet!'"
"Petrus zei tegen Hem: "Zelfs al zouden alle mensen zich voor U schamen, ik nooit!"
Overdenking van vandaag:
Petrus die schijnbaar altijd beter of belangrijker wil zijn dan de andere discipelen, schept op over zijn geloof. Petrus ondersteunt zijn woorden door het zwaard te trekken en is klaar om zijn Heer te verdedigen wanneer Jezus gearresteerd wordt, maar hij loopt net als de andere volgelingen weg wanneer Jezus niet wil vechten. In feite, hij ontkent later zijn Heer drie keer.
Petrus is de grote herinnering dat zelfs degenen van ons die een groot geloof bezitten, verward kunnen raken wanneer ons geloof lijkt te wankelen en ons voornemen het lijkt te begeven. Laten we God danken voor onze vergevingsgezinde Verlosser. Echter, laten we Jezus' waarschuwing aan Petrus in acht nemen en nooit opscheppen over onze trouw of kritisch zijn over degenen bij wie de trouw lijkt te wankelen. Laten we in plaats daarvan beloven getrouw te zijn en degenen die wankelen terug te winnen.
Gebed:
HERE God Almachtig, ik kom zelfs niet in de buurt van onoverwinnelijk zijn. Mijn geloof kan wegglijden. Ik wil niet wankelen of vallen. Echter, liefdevolle HEER, ik weet dat zonder uw krachtige hulp, ik dat zal doen. Ik vraag u nederig voor uw kracht en bid dat ik u niet zal teleurstellen of tekort zal doen. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Markus 14:27-31
"En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden. Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd wierden, zo zal ik toch niet [geergerd] [worden]. En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat heden in dezen nacht, eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen. Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! En insgelijks zeiden zij ook allen."
"Jezus zei tegen hen: 'Jullie zullen mij allemaal in de steek laten. Want er staat geschreven: Ik zal de herder doden en de schapen zullen worden uiteengejaagd. Maar wanneer ik door God ben opgewekt, zal ik vóór jullie uit gaan naar Galilea.' 'Al laat iedereen u in de steek, ik nooit,' wierp Petrus hem tegen. Toen zei Jezus tegen hem: 'Ik verzeker je: vannacht nog, nog vóór de haan tweemaal kraait, zul je drie keer zeggen dat je me niet kent.' Maar Petrus hield vol: 'Al moest ik met u sterven, nooit zal ik zeggen dat ik u niet ken.' En dat zeiden ze allemaal."
"En Jezus zeide tot hen: Gij zult allen aanstoot aan Mij nemen, want er staat geschreven: Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden. Maar nadat Ik zal opgewekt zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. En Petrus zeide tot Hem: Al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik zeker niet! En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden, in deze nacht, voordat de haan tweemaal kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen. Hij zeide steeds heftiger: Al moest ik met U sterven, ik zal U voorzeker niet verloochenen. Evenzo spraken zij ook allen."
"Jezus zei tegen hen: 'Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven: "Ik zal de herder doden, en de schapen zullen uiteengedreven worden." Maar nadat ik uit de dood ben opgewekt, zal ik jullie voorgaan naar Galilea.' Petrus zei tegen hem: 'Misschien zal iedereen ten val komen, maar ik niet!' Jezus antwoordde: 'Ik verzeker je: juist jij zult me vannacht, nog voor de haan tweemaal gekraaid heeft, driemaal verloochenen.' Maar Petrus hield met grote stelligheid vol: 'Al zou ik met u moeten sterven, ik zal u nooit verloochenen.' Alle anderen zeiden iets dergelijks."
"Jullie zullen je allemaal voor Mij schamen," zei Jezus. "De profeet Zacharia heeft geschreven: 'Ik zal de herder doden en de schapen zullen uiteengejaagd worden.' Maar als Ik uit de dood ben teruggekomen, zal Ik naar Galilea gaan en jullie daar ontmoeten." Petrus zei tegen Hem: "Zelfs al zouden alle mensen zich voor U schamen, ik nooit!" "Hou op, Petrus," zei Jezus. "Vannacht zul je drie keer zeggen dat je Mij niet kent, nog voor de haan twee keer heeft gekraaid." "Zeggen dat ik U niet ken?" viel Petrus uit. "Dat nooit! Al moest ik met U sterven!" Ook de anderen zeiden dat zij dat nooit zouden doen."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
24 oktober 2028 | Markus 14:28 |
23 oktober 2028 | Markus 14:27 |
22 oktober 2028 | Markus 14:24-26 |
21 oktober 2028 | Markus 14:23-24 |
20 oktober 2028 | Markus 14:22 |
19 oktober 2028 | Markus 14:21 |
18 oktober 2028 | Markus 14:20 |
← Home