Dinsdag 10 februari 2026
Johannes 3:3
"Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien."
"'Ik verzeker u,' zei Jezus, 'niemand kan het koninkrijk van God zien, als hij niet opnieuw geboren wordt.'"
"Jezus zei: 'Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.'"
"Jezus zei: 'Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.'"
"Jezus antwoordde: "Luister goed, wie niet opnieuw geboren wordt, kan het Koninkrijk van God niet ontdekken."
Overdenking van vandaag:
In feite zegt Jezus hier tegen Nicodemus, een religieuze leider en een rechtschapen man, dat hij opnieuw moet beginnen. En dat niet alleen, hij moet een nieuw begin maken waar alleen God voor kan zorgen. Hij moet opnieuw geboren worden. Dit is geen religieuze kwestie meer, maar een persoonlijke: "...tenzij u opnieuw geboren wordt..."
Maar hij moet meer dan alleen maar geboren worden: Jezus vertelt Nicodemus dat hij "uit boven" geboren moet worden, "uit God". Nog een menselijke geboorte, met menselijke inspanning en van menselijke oorsprong kan voor hem eenvoudigweg niet mogelijk maken wat nodig is om een deel van het koninkrijk van God te kunnen zijn. Dit is iets dat de beste van de beste nog niet voor zichzelf mogelijk zal kunnen maken. Goed is niet goed genoeg. Alleen God stelt de standaard en alleen God kan deze geboorte mogelijk maken.
Kunnen wij dat verstaan? O ja, want diep van binnen weten wij allemaal dat wij tekortschieten. Diep van binnen weten wij dat alleen Gods genade en de kracht van de Heilige Geest ons heilige kinderen van God kan maken.
Gebed:
Vader, dank u dat u mij niet alleen voorziet van het offer voor mijn zonden in Jezus, maar ook dat u mij voorziet van de geboorte waardoor ik uw heilig kind kon worden. Door genade en in de naam van Jezus bid ik. Amen.
Contekst: Johannes 3:1-21
"En er was een mens uit de Farizeen, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden; Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Nicodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, [nu] oud zijnde? Kan hij ook andermaal in zijner moeders buik ingaan, en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. Hetgeen uit het vlees geboren is, [dat] is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, [dat] is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden. De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is. Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij een leraar van Israel, en weet gij deze dingen niet? Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. Indien Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen? En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, [namelijk] de Zoon des mensen, Die in den hemel is. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God. En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn."
"Zo was er iemand, een Farizeeër, die Nikodemus heette en lid was van de Hoge Raad. Hij ging op een nacht naar Jezus toe. 'Rabbi, wij weten dat u in opdracht van God de mensen onderricht. Want niemand kan die wondertekenen doen die u doet, als God niet met hem is.' 'Ik verzeker u,' zei Jezus, 'niemand kan het koninkrijk van God zien, als hij niet opnieuw geboren wordt.' Nikodemus vroeg: 'Hoe kan iemand die al oud is, opnieuw geboren worden? Hij kan toch niet terugkeren in de schoot van zijn moeder en dan weer geboren worden?' 'Ik verzeker u,' antwoordde Jezus, 'niemand kan het koninkrijk van God binnenkomen, als hij niet geboren wordt uit water en Geest. Wat uit de mens geboren wordt, is menselijk; wat uit de Geest geboren wordt, is geestelijk. Wees dus niet verbaasd dat ik tegen u zei: U moet opnieuw geboren worden. Net als de wind, waait de Geest waarheen hij wil. Je hoort hem wel, maar je weet niet waar hij vandaan komt of waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die geboren is uit de Geest.' 'Maar hoe kan dat?' vroeg Nikodemus. Jezus zei: 'Begrijpt u dat niet, u, een van de grootste geleerden in Israël? Ik verzeker u: wij weten waarover we spreken, en wij getuigen van wat we met eigen ogen hebben gezien; toch neemt niemand van u onze verklaring aan. Jullie geloven me niet eens als ik het heb over aardse zaken; hoe zullen jullie me dan geloven als ik het heb over goddelijke zaken? Er is nog nooit iemand naar de hemel opgestegen, alleen hij die van de hemel is neergedaald: de Mensenzoon.' Zoals Mozes in de woestijn de bronzen slang omhooggeheven heeft, zo moet ook de Mensenzoon omhooggeheven worden; dan zal iedereen die gelooft, eeuwig leven hebben in hem. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen maar om de wereld door hem te redden. Wie in hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in Gods enige Zoon. Hier valt de beslissing: het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen hadden de duisternis meer lief dan het licht, want hun daden waren slecht. Iemand die het kwade doet, haat het licht en gaat het licht uit de weg; hij is bang dat zijn daden ontdekt worden. Een oprecht mens zoekt het licht op; dan blijkt dat hij gehandeld heeft in verbondenheid met God."
"En er was iemand uit de Farizeeen, wiens naam was Nikodemus, een overste der Joden; deze kwam des nachts tot Hem en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij van God gekomen zijt als leraar; want niemand kan die tekenen doen, welke Gij doet, tenzij God met Hem is. Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien. Nikodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden. De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is. Nikodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kan dit geschieden? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Gij zijt de leraar van Israel, en deze dingen verstaat gij niet? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wij spreken van wat wij weten en wij getuigen van wat wij gezien hebben, en gij neemt ons getuigenis niet aan. Indien Ik ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft, hoe zult gij geloven, wanneer Ik u van het hemelse spreek? En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke dat zij in God verricht zijn."
"Zo was er een Farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. 'Rabbi, 'zei hij, 'wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.' Jezus zei: 'Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.' 'Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?' vroeg Nikodemus. 'Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?' Jezus antwoordde: 'Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden. De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.' 'Maar hoe kan dat?' vroeg Nikodemus. 'Begrijpt u dit niet, 'zei Jezus, 'terwijl u een leraar van Israël bent? Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek? Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.'"
"Op een nacht kwam Nicodémus met Jezus praten. Hij was een Farizeeër en lid van de Hoge Raad. "Meester," zei hij, "wij weten dat God U gezonden heeft om ons te leren. Alle wonderen bewijzen dat." Jezus antwoordde: "Luister goed, wie niet opnieuw geboren wordt, kan het Koninkrijk van God niet ontdekken." "Opnieuw geboren?" vroeg Nicodémus. "Hoe kan dat? Iemand kan toch niet voor de tweede keer uit zijn moeders lichaam geboren worden?" Jezus antwoordde: "Toch is het zoals Ik zeg. Als iemand na zijn natuurlijke geboorte niet ook geestelijk geboren wordt , kan hij onmogelijk in het Koninkrijk van God komen. Uit mensen komt menselijk leven voort, maar uit de Geest van God komt geestelijk leven voort. Het is dus helemaal niet zo vreemd dat Ik zei dat u opnieuw geboren moet worden. De wind waait waarheen hij wil. Je hoort hem wel, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook als iemand door de Geest van God nieuw leven krijgt." Nicodémus vroeg: "Hoe gebeurt dat dan?" Jezus antwoordde: "U leert de Joden hoe zij met God en hun medemensen moeten leven. Begrijpt u niet wat Ik zeg? Ik weet waarover Ik spreek en vertel wat Ik gezien heb; en toch gelooft u Mij niet. Als u niet eens gelooft wat Ik over gewone, aardse dingen zeg, hoe zult u dan geloven wat Ik over de hemelse dingen zeg? Er is nog nooit iemand bij God geweest behalve Ik, de Mensenzoon, Die bij Hem vandaan komt. Zoals Mozes in de woestijn een koperen slang omhoog hield, zo moet ook Ik, de Mensenzoon, opgeheven worden. Opdat ieder die in Mij gelooft, eeuwig leven zal hebben. Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om de wereld te veroordelen, maar om haar van de ondergang te redden. Wie zijn vertrouwen op Jezus stelt, wordt niet veroordeeld. Maar wie niet gelooft, is al veroordeeld omdat hij geen vertrouwen heeft gehad in de naam van Gods enige Zoon. Het oordeel komt tot stand doordat het licht in de wereld is gekomen; maar de mensen hebben de voorkeur gegeven aan de duisternis. Dat komt omdat zij slechte dingen hebben gedaan. Want wie zondigt, heeft een hekel aan het licht. Hij ontwijkt het uit angst dat al die slechte dingen aan het licht zullen komen. Maar wie Gods wil doet, komt tot het licht, zodat van alles wat hij doet, gezien kan worden dat het tot eer van God is."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
9 februari 2026 | Johannes 3:1-2 |
8 februari 2026 | Johannes 2:23-25 |
7 februari 2026 | Johannes 2:22 |
6 februari 2026 | Johannes 2:18-21 |
5 februari 2026 | Johannes 2:17 |
4 februari 2026 | Johannes 2:13-16 |
3 februari 2026 | Johannes 2:12 |
← Home