Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Maandag 19 augustus 2024

 

Markus 11:29-30

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u zeggen, door wat macht Ik deze dingen doe: De doop van Johannes, was die uit den hemel, of uit de mensen? Antwoordt Mij."

"'Ik heb ook een vraag voor u, één vraag maar,' zei Jezus. 'Als u mij daarop antwoord geeft, vertel ik u met welk recht ik dit alles doe. De doop van Johannes, was dat een zaak van God of van mensen? Wat is uw antwoord?'"

"Jezus antwoordde: 'Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.'"

"Jezus antwoordde: 'Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.'"

"Ik heb ook een vraag," zei Jezus, "geef Mij daar eerst eens antwoord op. Dan zal Ik u vertellen wie Mij het recht geeft dit allemaal te doen. Zeg eens: Doopte Johannes in opdracht van God of niet?"

 

Overdenking van vandaag:

Jezus probeerde niet zijn autoriteit te verdedigen. Het zou uitgebreid getoond worden. In feite had hij het al gedemonstreerd in zijn werk door demonen uit te drijven, zieken te genezen en door te spreken met de kracht en de wijsheid van God zelf.  

Als zijn tegenstanders weigerden te geloven, dan was er niets dat hij kon doen of zeggen om dat te veranderen .... behalve misschien door te sterven en weer opgewekt te worden. Maar, hij liet zich niet wegzetten door hun kleine weergave van hun toegeëigende autoriteit. Hij daagde hun gewoon uit met een vraag die hun zou verstommen, in plaats van met hen te redetwisten over autoriteit.  

Zijn vraag laat zien dat ze weigerden te geloven. Jezus kende autoriteit. Jezus sprak met autoriteit. Jezus was autoriteit. Dus hij eiste dat ze hem antwoord geven. Ze konden het niet. Ze bleven achter met alleen het zwartste plan ..... ze moesten hem doden! Zelfs toen, zoals wij vandaag weten, hadden ze niet de autoriteit of de macht om hun missie te volbrengen! God zij geprezen; Jezus is dé autoriteit over ons allemaal!

 

Gebed:

Vader, ik kan u niet zeggen hoe bemoedigend het is dat degene die u autoriteit over mijn leven heeft gegeven ook degene is die voor mij stierf om het te redden. Dank u voor uw vergeving. Dank u voor Jezus. Dank u dat u hem alle autoriteit heeft gegeven. In Jezus' naam en in zijn glorie als Heer, breng ik u dit gebed. Amen.

 

Contekst: Markus 11:27-33

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En zij kwamen wederom te Jeruzalem. En als Hij in den tempel wandelde, kwamen tot Hem de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen. En zeiden tot Hem: Door wat macht doet Gij deze dingen? En wie heeft U deze macht gegeven, dat Gij deze dingen doen zoudt? Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook, en zo zal Ik u zeggen, door wat macht Ik deze dingen doe: De doop van Johannes, was die uit den hemel, of uit de mensen? Antwoordt Mij. En zij overlegden onder zich, zeggende: Indien wij zeggen: Uit den hemel, zo zal Hij zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? Maar indien wij zeggen: Uit de mensen; zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet was. En, antwoordende, zeiden zij tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe."

" 'Met welk recht doet u dit alles?' vroegen ze. 'En wie heeft u dat recht gegeven?' 'Ik heb ook een vraag voor u, één vraag maar,' zei Jezus. 'Als u mij daarop antwoord geeft, vertel ik u met welk recht ik dit alles doe. De doop van Johannes, was dat een zaak van God of van mensen? Wat is uw antwoord?' Zij begonnen met elkaar te overleggen: 'Zeggen we: Van God, dan zegt hij: Waarom hebt u Johannes dan niet geloofd? En we kunnen moeilijk zeggen: Van mensen.' Ze waren namelijk bang voor het volk, want iedereen was ervan overtuigd dat Johannes een profeet was. Daarom antwoordden ze: 'We weten het niet.' En Jezus zei: 'Dan zeg ik u ook niet met welk recht ik dit alles doe.'"

"En zij kwamen weder te Jeruzalem. En terwijl Hij in de tempel wandelde, kwamen de overpriesters, de schriftgeleerden en de oudsten tot Hem, en zeiden tot hem: Krachtens welke bevoegdheid doet Gij deze dingen? Of wie heeft U de bevoegdheid gegeven om deze dingen te doen? Jezus zeide tot hen: Ik zal u een vraag stellen; geeft Mij daarop antwoord, dan zal Ik u zeggen, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. De doop van Johannes, was die uit de hemel of uit de mensen? Antwoordt Mij daarop. En zij overlegden onder elkander en zeiden: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal hij zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? Zeggen wij echter: Uit de mensen… Zij waren namelijk bevreesd voor de schare, want allen hielden Johannes inderdaad voor een profeet. En zij antwoordden en zeiden tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus zeide tot hen: Dan zeg Ik u ook niet, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe."

"Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten van het volk naar hem toe en vroegen hem: 'Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?' Jezus antwoordde: 'Ik zal u een vraag stellen; als u me daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik zo handel. Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord mij.' Ze overlegden met elkaar en zeiden: 'Als we zeggen: "Van de hemel, "zal hij zeggen: "Waarom hebt u hem dan niet geloofd?" Maar als we zeggen: "Van mensen, "wat dan?' Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. Dus zeiden ze tegen Jezus: 'We weten het niet.' En Jezus zei tegen hen: 'Dan zeg ik ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe.'"

"Zij kwamen in Jeruzalem. Terwijl Hij over het tempelplein wandelde, stapten de mannen van de Hoge Raad op Hem toe. Zij zeiden tegen Hem: "Over gisteren; waar haalt U de moed vandaan om hier zo tekeer te gaan? Wie geeft U het recht zo op te treden?" "Ik heb ook een vraag," zei Jezus, "geef Mij daar eerst eens antwoord op. Dan zal Ik u vertellen wie Mij het recht geeft dit allemaal te doen. Zeg eens: Doopte Johannes in opdracht van God of niet?" Zij wisten geen raad met deze vraag en zeiden tegen elkaar: "Als we ja zeggen, zal Hij vragen: 'Waarom hebben jullie hem dan niet geloofd?' Maar we kunnen ook niet nee zeggen, want dan krijgen we last met de mensen. Die zijn er allemaal van overtuigd dat Johannes de Doper een profeet was." Daarom zeiden zij maar dat ze het niet wisten. "Wel," antwoordde Jezus, "dan vertel Ik u ook niet wie Mij het recht geeft dit allemaal te doen."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

18 augustus 2024 Markus 11:27-28
17 augustus 2024 Markus 11:24-26
16 augustus 2024 Markus 11:22-23
15 augustus 2024 Markus 11:20-21
14 augustus 2024 Markus 11:18-19
13 augustus 2024 Markus 11:15-17
12 augustus 2024 Markus 11:12-14
 

Home