Zaterdag 3 augustus 2024
Markus 10:46-47
"En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar–timeus, de blinde, aan den weg, bedelende. En horende, dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone Davids! ontferm U mijner."
"Ze kwamen in Jericho. Toen Jezus, met zijn leerlingen en met een grote menigte om zich heen, de stad weer uitging, zat daar langs de weg een blinde bedelaar, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus van Nazaret daar voorbijging, begon hij te roepen: 'Jezus, Zoon van David, heb medelijden met me!'"
"Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: 'Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!'"
"Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: 'Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!'"
"Zij kwamen in Jericho aan. Later, toen Hij met Zijn discipelen uit de stad vertrok, liepen er heel veel mensen met hen mee. Langs de weg zat een blinde bedelaar, Bartimeüs. Zodra deze hoorde dat Jezus van Nazareth eraan kwam, begon hij te schreeuwen: "Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!"
Overdenking van vandaag:
Vaak genoeg laten we ons door trots en sociaal geaccepteerde gewoonten weerhouden God te vragen wat we het meest nodig hebben en wat hij het liefst zou geven -- genade. Laten we niet zwijgen in schaamte. Als we ons realiseren dat we medeleven, genade en vergeving nodig hebben, laten we dan niet schuw zijn om het in nederigheid te vragen aan onze vrijgevige en liefhebbende Vader.
Gebed:
Mijn Vader, zonder u medeleven en genade zou ik zeker mijn weg niet kunnen vinden in uw heilige aanwezigheid. Dank u dat u mij met uw gaven van genade en de Heilige Geest overlaadt. Laat mij nooit uw medeleven, liefde en genade vergeten. In Jezus' naam. Amen.
Contekst: Markus 10:46-52
"En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar–timeus, de blinde, aan den weg, bedelende. En horende, dat het Jezus de Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij Zone Davids! ontferm U mijner. En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel temeer: Gij Zone Davids! ontferm U mijner. En Jezus, [stil] staande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed; sta op; Hij roept u. En hij, zijn mantel afgeworpen hebbende, stond op, en kwam tot Jezus. En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide tot Hem: Rabboni! dat ik ziende mag worden. En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op den weg."
"Ze kwamen in Jericho. Toen Jezus, met zijn leerlingen en met een grote menigte om zich heen, de stad weer uitging, zat daar langs de weg een blinde bedelaar, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus van Nazaret daar voorbijging, begon hij te roepen: 'Jezus, Zoon van David, heb medelijden met me!' De mensen zeiden hem dat hij zijn mond moest houden. Maar hij riep nog harder: 'Zoon van David, heb medelijden met me!' Jezus bleef staan en zei: 'Roep hem hier.' De mensen zeiden tegen de blinde: 'Houd moed, sta op, hij roept u.' Hij gooide zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe. 'Wat kan ik voor u doen?' vroeg Jezus. 'Wat wilt u?' 'Weer zien, rabbi!' antwoordde hij. 'Ga maar,' zei Jezus, 'uw geloof heeft u gered.' Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Jezus op zijn weg."
"En zij kwamen te Jericho. En toen Hij met zijn discipelen en een talrijke schare uit Jericho vertrok, zat de zoon van Timeus, Bartimeus, een blinde bedelaar, aan de weg. En toen hij hoorde, dat het Jezus van Nazaret was, begon hij te roepen en te zeggen: Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij! En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou. Doch hij riep des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij! En Jezus stond stil en zeide: Roept hem. En zij riepen de blinde en zeiden tot hem: Houd moed, sta op, Hij roept u. Toen wierp hij zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? De blinde zeide tot Hem: Rabboeni, dat ik ziende worde! En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg."
"Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: 'Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!' De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: 'Zoon van David, heb medelijden met mij!' Jezus bleef staan en zei: 'Roep hem.' Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: 'Houd moed, sta op, hij roept u.' Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg hem: 'Wat wilt u dat ik voor u doe?' De blinde antwoordde: '\@Rabboeni\@, zorg dat ik weer kan zien.' Jezus zei tegen hem: 'Ga heen, uw geloof heeft u gered.' En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg."
"Zij kwamen in Jericho aan. Later, toen Hij met Zijn discipelen uit de stad vertrok, liepen er heel veel mensen met hen mee. Langs de weg zat een blinde bedelaar, Bartimeüs. Zodra deze hoorde dat Jezus van Nazareth eraan kwam, begon hij te schreeuwen: "Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!" "Houd je mond!" snauwden de mensen. Maar Bartimeüs trok er zich niets van aan en schreeuwde nog harder: "Zoon van David, heb toch medelijden met mij!" Jezus bleef staan: "Roep hem eens hier," zei Hij. Zij riepen de blinde man. "Je boft," zeiden ze. "Kom, Hij roept je!" De man gooide zijn jas neer, sprong op en liep naar Jezus toe. "Wat kan Ik voor u doen?" vroeg Jezus. "Och, Here," antwoordde de blinde man, "ik wil zo graag kunnen zien!" "Dat kan," zei Jezus. "Omdat u op Mij vertrouwt, bent u genezen." Op datzelfde moment kon de man weer zien. En hij ging met Jezus mee naar Jeruzalem."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
2 augustus 2024 | Markus 10:45 |
1 augustus 2024 | Markus 10:42-44 |
31 juli 2024 | Markus 10:41 |
30 juli 2024 | Markus 10:39-40 |
29 juli 2024 | Markus 10:39 |
28 juli 2024 | Markus 10:37-38 |
27 juli 2024 | Markus 10:35-37 |
← Home