Vrijdag 29 maart 2024
Markus 5:24
"En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem."
"Jezus ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en drong steeds meer op."
"Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen."
"Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen."
"Jezus ging met hem mee. De mensen liepen achter Hem aan en verdrongen zich om Hem."
Overdenking van vandaag:
We kunnen Jezus eenvoudig tot een twee-dimensionaal karikatuur van zichzelf maken. Hij hield van de arme, zwakke, vertrapte, vergeten en verwaarloosde mensen en sprak hard over degenen die de macht hadden en degenen die hypocriet waren in hun godsdienst.
Realiteit echter legt ons op dat we erkennen dat Jezus van alle mensen houdt, ongeacht hun sociale status, economische omstandigheden, religieuze identiteit, geslacht, ras of achtergrond. Jezus kwam zoeken naar degenen die God zochten en herkende hun behoefte voor Gods werk in hun leven.
Dus Jezus gaat met deze man mee, die in veel opzichten vergelijkbaar is met degenen die zullen vervolgen, zich verzetten en uiteindelijk zijn kruisiging zullen eisen. Waarom? Omdat hij van de man houdt en omdat de man zijn behoefte aan Jezus' hulp erkent. Dit inzicht geeft jou en mij twee belangrijke boodschappen.
Ten eerste, Jezus heeft lief ongeacht wat onze achtergrond of verleden mag zijn. Hij verlangt dat we onze behoefte aan hem toegeven en hem vragen voor zijn hulp. Ten tweede, als Jezus' volgelingen, zijn we geroepen om ook alle mensen lief te hebben!
Gebed:
Heer God, Vorst over de hele schepping en de Vader van alle naties, open alstublieft mijn hart en mijn ogen om allerlei mensen lief te hebben zoals uw Zoon toonde tijdens zijn aards dienen en nu vanuit de hemel. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Markus 5:21-34
"En als Jezus wederom in het schip overgevaren was aan de andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was bij de zee. En ziet, er kwam een van de oversten der synagoge, met name Jairus; en Hem ziende, viel hij aan Zijn voeten, En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; [ik] [bid] [U], dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven. En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem. En een zekere vrouw, die twaalf jaren den vloed des bloeds gehad had, En veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare [daaraan] ten koste gelegd en geen baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was; [Deze] van Jezus horende, kwam onder de schare van achteren, en raakte Zijn kleed aan; Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden. En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen was. En terstond Jezus, bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt? En Hij zag rondom om haar te zien, die dat gedaan had. En de vrouw, vrezende en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam en viel voor Hem neder, en zeide Hem al de waarheid. En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede, en zijt genezen van deze uw kwaal."
"Toen Jezus weer aan de overkant van het meer was, stroomde daar een grote menigte op hem toe. En terwijl hij nog bij de oever was, kwam Jaïrus eraan, een van de bestuurders van de synagoge. Toen hij Jezus zag, viel hij voor hem op de knieën en smeekte dringend: 'Mijn dochtertje ligt op sterven. Kom alstublieft mee om haar de handen op te leggen; dan wordt ze beter en blijft in leven.' Jezus ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en drong steeds meer op. Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedingen leed. Ze had al heel wat dokters gehad, het was een lijdensweg geweest en het had haar al haar geld gekost, maar het had allemaal niets geholpen; ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had over Jezus gehoord, en nu werkte ze zich door de menigte heen tot ze vlak achter hem was en raakte zijn kleren aan. Want ze zei bij zichzelf: 'Ik hoef alleen maar zijn kleren aan te raken; dan zal ik beter worden.' Meteen hield de bloeding op en zij voelde dat zij van haar kwaal genezen was. Op hetzelfde moment merkte Jezus dat er kracht uit hem was weggestroomd. Hij draaide zich om tussen al die mensen en vroeg: 'Wie heeft mijn kleren aangeraakt?' Zijn leerlingen zeiden tegen hem: 'Kijk eens hoe al die mensen om u heen dringen, en u vraagt: wie heeft mij aangeraakt!' Maar Jezus keek rond om te zien wie het gedaan had. De vrouw, die wist wat er met haar gebeurd was, kwam bevend van angst naar voren, viel voor Jezus neer en vertelde hem de hele waarheid. Maar hij zei: 'Uw geloof heeft u gered, mijn kind. Ga in vrede; u bent van uw kwaal genezen.'"
"En toen Jezus met het schip weder overgestoken was naar de overkant, verzamelde zich een grote schare bij Hem; en Hij was bij de zee. En er kwam een van de oversten der synagoge, genaamd Jairus, en toen deze Hem zag, wierp hij zich neder aan zijn voeten, en hij smeekte Hem dringend, zeggende: Mijn dochtertje ligt op haar uiterste; kom toch en leg haar de handen op, dan zal zij behouden worden en in leven blijven. En Hij ging met hem mede en een grote schare volgde Hem en zij drongen tegen Hem op. En een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had, en veel doorstaan had van vele dokters en al het hare daaraan ten koste had gelegd en geen baat had gevonden, maar veeleer achteruit was gegaan, had gehoord, wat er van Jezus verteld werd, en zij kwam tussen de schare en raakte van achter zijn kleed aan. Want zij zeide: Indien ik slechts zijn klederen kan aanraken, zal ik behouden zijn. En terstond droogde de bron van haar bloed op en zij bemerkte aan haar lichaam, dat zij van haar kwaal genezen was. En Jezus bemerkte terstond bij Zichzelf de kracht, die van Hem uitgegaan was, en Hij keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mij aangeraakt? En zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare tegen U opdringt en Gij zegt: Wie heeft Mij aangeraakt? En Hij keek rond om te zien, wie dat gedaan had. De vrouw nu, bevreesd en bevende, wetende wat met haar geschied was, kwam en wierp zich voor Hem neder en zeide Hem de volle waarheid. En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal."
"Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte hem dringend: 'Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.' Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze voorgoed van de kwaal genezen was. Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: 'Wie heeft mijn kleren aangeraakt?' Zijn leerlingen zeiden tegen hem: 'U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: "Wie heeft mij aangeraakt?"' Maar hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. Toen zei hij tegen haar: 'Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.'"
"Jezus stak het meer weer over. Toen Hij aan de overkant afmeerde, stond er op de oever een menigte mensen te wachten. Er kwam een man naar Hem toe die voor Hem op de knieën viel. Het was Jaïrus, de leider van een synagoge uit de buurt. Hij was radeloos omdat zijn dochtertje op sterven lag. "Wilt U alstublieft meekomen om Uw handen op haar te leggen," smeekte hij, "dan zal ze beter worden en blijven leven." Jezus ging met hem mee. De mensen liepen achter Hem aan en verdrongen zich om Hem. nder hen was een vrouw die al twaalf jaar bloed verloor. Zij had veel geleden omdat er veel aan haar was gedokterd. Al haar geld had zij eraan uitgegeven, maar het had niets geholpen. Ze was eerder achteruitgegaan. Maar nu had ze gehoord over de wonderen die Jezus deed. Zij wrong zich tussen de mensen door naar Hem toe en raakte van achteren Zijn kleren aan. "Als ik Zijn kleren maar kan aanraken, zal ik beter worden," dacht zij. Het bloeden hield onmiddellijk op en zij merkte dat ze genezen was. Ze verloor geen bloed meer. Op dat moment draaide Jezus Zich om en vroeg: "Wie heeft mijn kleren aangeraakt?" Want Hij voelde dat er kracht van Hem was uitgegaan. Zijn discipelen zeiden: "Hoe kunt U dat nu vragen? U staat midden tussen de mensen!" aar Hij keek rond om te zien wie het geweest was. Geschrokken kwam de vrouw naar Hem toe. Zij beefde over haar hele lichaam, omdat zij zich realiseerde wat met haar was gebeurd. Zij viel op haar knieën en vertelde Hem precies wat er was gebeurd. Hij zei tegen haar: "Vrouw, u bent genezen door uw geloof in Mij. Ga met een gerust hart naar huis."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
28 maart 2024 | Markus 5:21-23 |
27 maart 2024 | Markus 5:20 |
26 maart 2024 | Markus 5:18-19 |
25 maart 2024 | Markus 5:16-17 |
24 maart 2024 | Markus 5:14-15 |
23 maart 2024 | Markus 5:13 |
22 maart 2024 | Markus 5:10-12 |
← Home