Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Dinsdag 1 september 2026

 

Johannes 12:42-43

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God."

"Toch waren er ook onder de leiders van het volk velen die in hem geloofden. Maar uit angst voor de Farizeeën durfden ze er niet voor uit te komen, want dan zouden ze uit de synagoge worden gebannen. Ze werden liever door de mensen geëerd dan door God."

"Toch waren er ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar vanwege de Farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God."

"Toch waren er ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar vanwege de Farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God."

"Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden, die wel geloofden dat Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de Farizeeërs hen uit de synagoge zouden verjagen. Zij vonden het belangrijker wat de mensen van hen zeiden, dan wat God van hen dacht."

 

Overdenking van vandaag:

Wat zou je bang maken om je geloof te laten zien? Om je plaats kwijt te raken in de synagoge was een enorm verlies voor iemand in Jezus' dagen. Hoewel het gebrek aan moed en integriteit van degenen in dit vers ons terecht doet walgen, moeten we ons afvragen hoe vaak wij gefaald hebben om op te komen voor Jezus terwijl de inzet veel minder hoog was.  

Het echte probleem met angst en geloof is ons vertrouwen in wat we geloven. Als we echt in Jezus geloven, hoe kunnen we hem dan opgeven? Als we God echt willen eren, hoe kan de goedkeuring van louter stoffelijke mensen dan belangrijker worden? God roept ons op hem lief te hebben zonder rivaal. Alles wat in de weg staat van onze verering van God wordt ons idool, zelfs als het de angst is voor afwijzing of het verlangen naar populariteit.

 

Gebed:

Vader, geef me moed om op te staan en mijn geloof in Jezus te bekennen met heerlijkheid. Ik geloof oprecht dat u Jezus hebt gestuurd om te sterven voor mijn zonden en dat u me de kracht geeft over zonde en dood. Help me alstublieft dat geloof na te leven voor de mensen met wie ik omga ongeacht hun aanvaarding of verwerping van mij om dat geloof. In Jezus' naam. Amen.

 

Contekst: Johannes 12:37-50

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, [nochtans] geloofden zij in Hem niet; Opdat het woord van Jesaja, den profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft onze prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren geopenbaard? Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft: Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart [niet] verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze. Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak. Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God. En Jezus riep, en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene, Die Mij gezonden heeft. En die Mij ziet, die ziet Dengene, Die Mij gezonden heeft. Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve. En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make. Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage. Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal. En Ik weet, dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft."

"Ondanks alle wondertekenen die hij voor hun ogen gedaan had, geloofden ze niet in hem. Zo moest in vervulling gaan wat de profeet Jesaja gezegd had: Heer, wie hechtte geloof aan wat wij verkondigden? Aan wie hebt u uw macht doen zien? Zij konden niet geloven, want Jesaja zegt ook: Hij heeft hun ogen verblind, hun hart ongevoelig gemaakt. Anders zouden ze met hun ogen zien, en inzicht krijgen, ze zouden tot inkeer komen en door hem worden genezen. Jesaja zei dit omdat hij Jezus' glorie had gezien; over Jezus sprak hij. Toch waren er ook onder de leiders van het volk velen die in hem geloofden. Maar uit angst voor de Farizeeën durfden ze er niet voor uit te komen, want dan zouden ze uit de synagoge worden gebannen. Ze werden liever door de mensen geëerd dan door God. Jezus had met nadruk verklaard: 'Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij maar in hem die mij gezonden heeft. Wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben in de wereld gekomen als een licht om iedereen die in mij gelooft, niet in het duister te laten. Als iemand mijn boodschap hoort maar zich er niet aan houdt, zal ik hem niet veroordelen. Ik ben gekomen om de wereld te redden, niet om de wereld te veroordelen. Wie mij verwerpt en mijn boodschap niet aanneemt, heeft al een rechter: hij zal op de laatste dag worden veroordeeld door het woord dat ik gesproken heb. Want ik heb niet op eigen gezag gesproken; de Vader die mij gezonden heeft, heeft mij opgedragen wat ik zeggen moet, en ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat ik zeg, zeg ik zoals de Vader het mij verteld heeft.'"

"En hoewel Hij zovele tekenen voor hun ogen gedaan had, geloofden zij niet in Hem, opdat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd, dat hij sprak: Here, wie heeft geloofd, wat hij van ons hoorde? En aan wie is de arm des Heren geopenbaard? Hierom konden zij niet geloven, omdat Jesaja elders gezegd heeft: Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, dat zij niet met hun ogen zien, met hun hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen geneze. Dit zeide Jesaja, omdat hij zijn heerlijkheid zag en van Hem sprak. En toch geloofden zelfs uit de oversten velen in Hem, maar ter wille van de Farizeeen kwamen zij er niet voor uit, om niet uit de synagoge te worden gebannen; want zij waren gesteld op de eer der mensen, meer dan op de eer van God. Jezus riep en zeide: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem, die Mij gezonden heeft; en wie Mij aanschouwt, aanschouwt Hem, die Mij gezonden heeft. Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve. En indien iemand naar mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage. Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet. En Ik weet, dat zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zo, als de Vader Mij gezegd heeft."

"Ondanks de wondertekenen die hij voor hun ogen gedaan had, geloofden ze niet in hem. Zo gingen de woorden van de profeet Jesaja in vervulling, die zei: 'Heer, wie heeft onze boodschap geloofd? Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard?' Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd: 'Hij heeft hun ogen verblind en hun hart gesloten, anders zouden zij met hun ogen zien en met hun hart begrijpen, zij zouden zich omkeren en ik zou hen genezen.' Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij zijn majesteit zag. Toch waren er ook veel leiders die wel in hem geloofden, maar vanwege de Farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God. Jezus had luid en duidelijk gezegd: 'Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is. Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, heeft me opgedragen wat ik moest zeggen en hoe ik moest spreken. Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat ik zeg, zeg ik zoals de Vader het mij verteld heeft.'"

"Ondanks de vele wonderen die Hij voor hun ogen had gedaan, geloofden de meeste mensen niet dat Hij de Christus was. Op hen waren de woorden van de profeet Jesaja van toepassing: "Wie heeft geloofd wat wij vertelden? En wie heeft ingezien dat God Zijn hand in al deze wonderen had?" Jesaja heeft geschreven dat zij niet konden geloven. "God heeft hun ogen blind en hun hart ongevoelig gemaakt. Hij wilde niet dat zij inzicht en begrip zouden krijgen. Anders zouden ze naar Hem toekomen en zou Hij hen moeten genezen." Jesaja schreef hier over Jezus, want hij had Zijn schitterende heerlijkheid gezien. Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden, die wel geloofden dat Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de Farizeeërs hen uit de synagoge zouden verjagen. Zij vonden het belangrijker wat de mensen van hen zeiden, dan wat God van hen dacht. "Wie op Mij vertrouwt," riep Jezus uit, "vertrouwt eigenlijk op God Die Mij gestuurd heeft. En wie Mij ziet, ziet God, Die Mij gestuurd heeft. Ik ben als licht naar de wereld gekomen om ieder die op Mij vertrouwt uit het donker te halen. Als iemand hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, zal Ik hem niet veroordelen. Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om haar te redden. Wie Mij afwijst en niet luistert naar wat Ik zeg, zal op de laatste dag veroordeeld worden; en wel door het woord dat Ik gesproken heb. Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar Ik heb gezegd wat Mij is opgedragen door mijn Vader, Die Mij heeft gestuurd. Hij heeft Mij opgedragen de mensen eeuwig leven te geven. Daarom zeg Ik alleen wat mijn Vader Mij verteld heeft."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

31 augustus 2026 Johannes 12:37-41
30 augustus 2026 Johannes 12:34-36
29 augustus 2026 Johannes 12:31-33
28 augustus 2026 Johannes 12:27-30
27 augustus 2026 Johannes 12:24-26
26 augustus 2026 Johannes 12:20-23
25 augustus 2026 Johannes 12:17-19
 

Home