Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Zondag 30 augustus 2026

 

Johannes 12:34-36

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat. Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich van hen."

"De mensen zeiden: 'Onze wet leert ons dat de Christus eeuwig zal blijven. Hoe kunt u dan beweren dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?' Jezus antwoordde: 'Het licht is nog bij u, maar niet lang meer. Loop zolang het licht is en laat u niet door de duisternis overvallen. Wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht, zolang u het bij u hebt; dan zult u het licht toebehoren.' Toen hij dat gezegd had, ging hij weg en hield zich voor hen schuil."

"'Maar wij hebben uit de wet begrepen dat de messias eeuwig blijft leven, 'zeiden de mensen, 'waarom zegt u dan dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?' 'Nog een korte tijd is het licht bij u, 'antwoordde Jezus. 'Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt, dan bent u kinderen van het licht.' Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil."

"'Maar wij hebben uit de wet begrepen dat de messias eeuwig blijft leven, 'zeiden de mensen, 'waarom zegt u dan dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?' 'Nog een korte tijd is het licht bij u, 'antwoordde Jezus. 'Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt, dan bent u kinderen van het licht.' Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil."

"De mensen antwoordden: "Er staat in de Boeken dat de Christus er altijd zal blijven. Waarom zegt U dan dat U boven de aarde uitgetild zult worden? Bent U de Christus wel?" "Het licht zal niet lang meer bij u zijn," antwoordde Jezus. "Loop in het licht zolang het kan. Want als de duisternis u overvalt, ziet u de weg niet meer. Vertrouw op het licht, zolang u het licht hebt. Dan zult u kinderen van het licht zijn." Daarna trok Hij Zich terug en verborg Zich voor hen."

 

Overdenking van vandaag:

Zo vaak denken mensen dat ze nog genoeg kansen zullen hebben om te beslissen over Jezus. Satan zorgt ervoor dat dit niet waar is. Dit besefte ik echt toen een goede vriend van mij op de middelbare school om het leven kwam in een motorongeluk een paar maanden nadat ik geprobeerd had Christus met hem te delen. Hij zei: "Ik zal dat doen als ik ouder ben. Christendom is voor oude mensen."  

Hij had niet het voordeel gegrepen van het licht toen hij de kans kreeg. Zijn woorden zullen mij voor altijd achtervolgen en me herinneren dat God wil dat zijn genade het doel bereikt. Laten we Christus delen met een groter gevoel van urgentie omdat we niet weten wanneer de kans voor iemand zal eindigen om tot het Licht te komen.

 

Gebed:

Vader, vergeef me dat ik niet leef met een groter gevoel van urgentie, vooral in mijn relatie met mijn niet-christelijke vrienden. Alstublieft, wees bij mij als ik probeer mijn geloof in Jezus met de volgende personen te delen: ... In Jezus' naam bid ik. Amen.

 

Contekst: Johannes 12:20-36

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En er waren sommige Grieken uit degenen, die opgekomen waren, opdat zij op het feest zouden aanbidden; Dezen dan gingen tot Filippus, die van Bethsaida in Galilea was, en baden hem, zeggende: Heere, wij wilden Jezus [wel] zien. Filippus kwam en zeide het Andreas; en Andreas en Filippus wederom zeiden het Jezus. Maar Jezus antwoordde hun, zeggende: De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven. Zo iemand Mij dient, die volge Mij; en waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn. En zo iemand Mij dient, de Vader zal hem eren. Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen. Vader, verheerlijk Uw Naam. Er kwam dan een stem uit den hemel, [zeggende]: En Ik heb [Hem] verheerlijkt, en Ik zal [Hem] wederom verheerlijken. De schare dan, die daar stond, en [dit] hoorde, zeide, dat er een donderslag geschied was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem geschied, maar om uwentwil. Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden. En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. (En dit zeide Hij, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.) De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat. Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich van hen."

"Onder de mensen die naar het feest gingen om God te aanbidden, waren ook enige niet-Joden. Zij wendden zich tot Filippus die uit Betsaïda in Galilea kwam. Ze zeiden: 'Meneer, we zouden graag Jezus willen zien.' Filippus ging het Andreas vertellen, en samen gingen ze het tegen Jezus zeggen. Jezus antwoordde hun: 'Nu is het uur gekomen dat de Mensenzoon moet worden verheerlijkt. Ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij slechts één graankorrel. Maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven veilig wil stellen zal het verliezen, maar wie het in deze wereld wil prijsgeven, zal het behouden en eeuwig leven. Als iemand mij wil dienen, moet hij mij volgen; waar ik ben, zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand mij dient, zal mijn Vader hem eren. Maar nu: mijn hart breekt, wat moet ik zeggen? Vader, bespaar mij dit uur? Maar ik ben juist gekomen om dit uur door te maken. Vader, laat uw glorie zien, toon wie u bent!' Toen klonk er een stem uit de hemel: 'Ik heb mijn glorie laten zien en ik zal die opnieuw laten zien.' De omstanders, die het hoorden, zeiden: 'Het was een donderslag!' Anderen zeiden: 'Een engel heeft iets tegen hem gezegd!' Maar Jezus zei: 'Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. Nu wordt deze wereld geoordeeld; nu zal de heerser van deze wereld van zijn troon gestoten worden. Wanneer ik omhooggeheven ben van de aarde, zal ik alle mensen naar mij toe halen.' Hiermee duidde hij aan hoe hij zou sterven. De mensen zeiden: 'Onze wet leert ons dat de Christus eeuwig zal blijven. Hoe kunt u dan beweren dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?' Jezus antwoordde: 'Het licht is nog bij u, maar niet lang meer. Loop zolang het licht is en laat u niet door de duisternis overvallen. Wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht, zolang u het bij u hebt; dan zult u het licht toebehoren.' Toen hij dat gezegd had, ging hij weg en hield zich voor hen schuil."

"Er waren enige Grieken onder hen, die opgingen om op het feest te aanbidden: dezen dan gingen tot Filippus, die van Betsaida in Galilea was, en vroegen hem en zeiden: Heer, wij zouden Jezus wel willen zien. Filippus ging en zeide het aan Andreas; Andreas en Filippus gingen en zeiden het aan Jezus. Maar Jezus antwoordde hun en zeide: De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen moet verheerlijkt worden. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven. Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren. Nu is mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen. Vader, verheerlijk uw naam! Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken! De schare dan, die daar stond en toehoorde, zeide, dat er een donderslag geweest was; anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mij is die stem er geweest, maar om u. Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken. En dit zeide Hij om aan te duiden, welke dood Hij sterven zou. De schare dan antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus tot in eeuwigheid blijft; hoe kunt Gij dan zeggen, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? Jezus dan zeide tot hen: Nog een korte tijd is het licht onder u. Wandelt, terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalle; en wie in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat. Gelooft in het licht zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn. Dit sprak Jezus en Hij ging heen en verborg Zich voor hen."

"Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: 'De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben ik juist gekomen. Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.' Toen klonk er een stem uit de hemel: 'Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid weer tonen.' De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: 'Een donderslag!' Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen hem gesproken had. Jezus zei: 'Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.' Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven. 'Maar wij hebben uit de wet begrepen dat de messias eeuwig blijft leven, 'zeiden de mensen, 'waarom zegt u dan dat de Mensenzoon omhooggeheven moet worden? Wie is die Mensenzoon?' 'Nog een korte tijd is het licht bij u, 'antwoordde Jezus. 'Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt, dan bent u kinderen van het licht.' Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil."

"Enkele Grieken die naar het Paasfeest waren gekomen om God te aanbidden, kwamen bij Filippus en vroegen: "Kunnen wij Jezus ontmoeten?" Filippus vertelde het aan Andreas en samen gingen zij naar Jezus om het Hem te vragen. "Het is nu zover dat Ik de hoogste eer en heerlijkheid zal ontvangen," antwoordde Jezus. "Wat Ik jullie zeg, is de waarheid: Een tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven; anders blijft het een tarwekorrel zonder meer. Als zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, raakt het kwijt. Maar wie zijn leven in deze wereld niet liefheeft, krijgt eeuwig leven. Als iemand Mij dient, moet hij Mij volgen. En waar Ik ben, moet ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren. Ik ben erg bang en weet niet wat Ik moet zeggen. Moet Ik zeggen: 'Vader, bevrijd Mij van wat Mij te wachten staat'? Nee, want juist daarvoor ben Ik gekomen. Vader, Uw naam krijgt alle eer." Er kwam een stem uit de hemel: "Ik heb Hem alle eer gegeven en Ik zal Hem nog eens alle eer geven!" De mensen om Hem heen hoorden het ook. De meesten beweerden dat het een donderslag was geweest. Anderen zeiden dat een engel iets tegen Hem had gezegd. "Die stem is er niet voor Mij geweest, maar voor u!" zei Jezus. "Nu wordt het oordeel over de wereld uitgesproken. Het is zover dat de overheerser van deze wereld wordt weggejaagd. Als Ik boven de aarde uitgetild ben, zal Ik allen naar Mij toe trekken." Daarmee bedoelde Hij dat Hij aan het kruis zou sterven. De mensen antwoordden: "Er staat in de Boeken dat de Christus er altijd zal blijven. Waarom zegt U dan dat U boven de aarde uitgetild zult worden? Bent U de Christus wel?" "Het licht zal niet lang meer bij u zijn," antwoordde Jezus. "Loop in het licht zolang het kan. Want als de duisternis u overvalt, ziet u de weg niet meer. Vertrouw op het licht, zolang u het licht hebt. Dan zult u kinderen van het licht zijn." Daarna trok Hij Zich terug en verborg Zich voor hen."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

29 augustus 2026 Johannes 12:31-33
28 augustus 2026 Johannes 12:27-30
27 augustus 2026 Johannes 12:24-26
26 augustus 2026 Johannes 12:20-23
25 augustus 2026 Johannes 12:17-19
24 augustus 2026 Johannes 12:14-16
23 augustus 2026 Johannes 12:12-13
 

Home