Donderdag 1 januari 2026
Johannes 1:1
"In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God."
"In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God."
"In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God."
"In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God."
"In het allereerste begin was Christus er al. Hij was bij God en was Zèlf God."
Overdenking van vandaag:
Wat een vreemde manier om een verhaal te beginnen: "De boodschap van God bestond vóór iets anders bestond." Maar het is waar, want die boodschap is Jezus! Toen God mensen wilde vertellen over zichzelf, toen hij hen het goede nieuws over de verlossing wilde geven, toen hij hen een bericht wilde geven over zijn liefde voor hen, stuurde hij Jezus. Jezus is Gods boodschap. En deze boodschap was met God van het begin af aan. In feite was hij God van nature. Jezus is God kwam bij ons als Heiland, in menselijk vlees. Hij is God met ons, de Boodschapper van alle boodschappers en de boodschap van alle berichten.
Gebed:
Dank u, Vader in de hemel, dat u mij een boodschap geeft die ik kan begrijpen. Ik dank u dat u mij bericht geeft dat ik in actie kan zien. Dank u voor Jezus en alles wat hij voor mij is. Dank u voor uw boodschap van liefde, verlossing en genade. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Johannes 1:1-18
"In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. Hij was het Licht niet, maar [was] [gezonden], opdat hij van het Licht getuigen zou. [Dit] was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, [namelijk] die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik. En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade. Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft [Hem] [ons] verklaard."
"In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. In het Woord was leven, en dat leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet kunnen doven. Er kwam iemand die een gezant van God was; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, zodat door hem alle mensen tot geloof zouden komen. Zelf was hij het licht niet; hij moest getuigen van het licht, het echte licht, dat ieder mens verlicht, en dat kwam in de wereld. Het Woord was in de wereld; de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar zijn eigen domein, maar zijn eigen volk aanvaardde hem niet. Maar aan wie hem aanvaardden en in hem geloofden, heeft hij het recht gegeven kinderen van God te worden. Dat werden zij niet door hun afstamming, of op natuurlijke en menselijke wijze, nee, zij zijn uit God geboren. Het Woord is mens geworden en is onder ons komen wonen. Wij hebben zijn glorie gezien, vol van goedheid en waarheid, de glorie die hij ontving als enig kind van de Vader. Johannes getuigt van hem en roept: 'Hij is het van wie ik zei: Hij die na mij komt, is belangrijker dan ik, want hij was er voordat ik werd geboren.' Uit zijn volheid hebben wij allen de ene genadegave na de andere ontvangen. Want de wet is door Mozes gegeven, de goedheid en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Nog nooit heeft iemand God gezien, maar de enige Zoon, zelf God, die rust aan het hart van de Vader, heeft hem doen kennen."
"In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. Er trad een mens op, van God gezonden, wiens naam was Johannes; deze kwam als getuige om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. Hij was het licht niet, maar was om te getuigen van het licht. Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid. Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geweest, want Hij was eer dan ik. Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen."
"In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: 'Hij is het over wie ik zei: "Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!"' Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen."
"In het allereerste begin was Christus er al. Hij was bij God en was Zèlf God. Alles ontstond door Zijn Woord. Zonder Hem is niets ontstaan; al het bestaande heeft Hij gemaakt. In Hem is eeuwig leven en dat leven is het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in zijn macht kunnen krijgen. God stuurde Johannes om de mensen ervan te overtuigen dat Jezus Christus het licht is. Het was zijn taak de mensen tot geloof te brengen. Johannes was zelf niet het licht maar iemand die over het licht vertelde. Want het echte licht, dat is Christus , kwam in de wereld om iedereen te verlichten. Christus kwam in de wereld die door Hem Zelf gemaakt is, maar de wereld wilde niets van Hem weten. Hij kwam in Zijn eigen land, maar Zijn eigen volk heeft Hem niet aanvaard. Maar allen die Hem wel aanvaard hebben, heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden. Door geloof in Zijn naam worden zij opnieuw geboren, natuurlijk niet als mens, maar geestelijk uit God. En Christus kreeg een menselijk lichaam en leefde bij ons hier op aarde. Hij was vol vergevende liefde en waarheid. Wij hebben gezien hoe groot en machtig Hij is, de enige Zoon van de hemelse Vader. Johannes was Zijn getuige, die zei: "Ik heb gezegd dat er na mij Iemand zou komen, Die er eerder was dan ik. Hij was er al voordat ik geboren werd." Omdat Christus zo oneindig veel heeft, hebben wij zoveel gekregen. Hij heeft ons met het goede overladen. In de wet van Mozes is ons al verteld wat wij wel en niet moeten doen. Maar Jezus Christus bracht ons genade en waarheid. Geen mens heeft God ooit gezien. Maar Zijn enige Zoon, Jezus Christus, Die één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
31 december 2025 | Matthëus 28:18-20 |
30 december 2025 | Matthëus 28:16-17 |
29 december 2025 | Matthëus 28:12-15 |
28 december 2025 | Matthëus 28:11-12 |
27 december 2025 | Matthëus 28:9-10 |
26 december 2025 | Matthëus 28:6-8 |
25 december 2025 | Matthëus 28:1-6 |
← Home