Zondag 12 juli 2026
Johannes 10:3-4
"Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen."
"De man die bij de ingang de wacht houdt, doet de deur voor hem open: de schapen luisteren naar de stem van de herder, hij roept de schapen die van hem zijn bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij ze allemaal naar buiten heeft gebracht, loopt hij voor ze uit en zij volgen hem, want zij kennen zijn stem. Een"
"Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen."
"Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen."
"De wacht doet de deur voor hem open en de schapen spitsen hun oren als de stem van de herder klinkt. Hij roept zijn schapen bij hun naam en brengt ze naar buiten. Als alle schapen buiten zijn, loopt hij voor ze uit. Zij volgen hem omdat zij zijn stem kennen."
Overdenking van vandaag:
Zelfs vandaag worden schapen in Israël gescheiden van andere kuddes door het geluid van de stem van hun herder. Ze volgen hun herder terwijl schapen uit andere kuddes hun eigen herder volgen. Dit geldt ook als de kuddes zich vermengd hebben met elkaar voor een tijd.
Jezus wil dat wij weten dat hij als onze herder ons intiem kent en dat hij ons bij naam zal roepen. Wij, op onze beurt moeten leren zijn stem te herkennen wanneer hij ons roept. Hoe leren we dat te doen? Door het lezen van zijn woorden in de evangeliën (Matteus, Markus, Lukas, & Johannes in de bijbel) en leren zijn wegen en wil te herkennen. Hij zal ons leiden, waar hij wil dat wij gaan en ons zegenen omdat we het nodig hebben om gezegend te worden.
Maar we moeten in staat zijn om zijn stem te onderscheiden van de vele valse religieuze stemmen die in onze wereld van vandaag klinken. De enige manier om dat te doen is om naar de woorden van God te luisteren en deze te volgen; de woorden van Jezus in de geschriften. Laten we onze passie vernieuwen om de Jezus van de evangeliën te kennen en deze woorden te volgen!
Gebed:
Genadig God, help me alstublieft uw Zoon te volgen als mijn herder als ik het op mij neem om meer tijd met hem door te brengen in de evangeliën. Zegen mij wanneer ik leer zijn werk en zijn leiding te herkennen in mijn leven. In de naam van Jezus, mijn Heer en Herder, bid ik. Amen.
Contekst: Johannes 10:1-21
"Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar. Maar die door de deur ingaat, is een herder der schapen. Dezen doet de deurwachter open, en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit. En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen. Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen. En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen. Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend. Gelijkerwijs de Vader Mij kent, [alzo] ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, [en] een Herder. Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. Er werd dan wederom tweedracht onder de Joden, om dezer woorden wil. En velen van hen zeiden: Hij heeft den duivel, en is uitzinnig; wat hoort gij Hem? Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden eens bezetenen; kan ook de duivel der blinden ogen openen?"
"'Ik verzeker u: wie niet door de deur de schaapskooi binnengaat maar op een andere plaats naar binnen klimt, is een dief en een rover. Maar wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. De man die bij de ingang de wacht houdt, doet de deur voor hem open: de schapen luisteren naar de stem van de herder, hij roept de schapen die van hem zijn bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij ze allemaal naar buiten heeft gebracht, loopt hij voor ze uit en zij volgen hem, want zij kennen zijn stem. Een vreemde zullen ze niet volgen, voor hem lopen ze weg, want de stem van vreemden kennen ze niet.' Toen Jezus hun deze gelijkenis vertelde, begrepen ze niet wat hij tegen hen zei. Jezus zei nog eens: 'Ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. Allen die vóór mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur. Wie door mij naar binnen gaat, zal gered worden; hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en weidegrond vinden. De dief komt alleen om te stelen, te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om te zorgen dat zij leven hebben, leven in overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Een gehuurde knecht is geen echte herder, de schapen zijn niet van hemzelf. Wanneer hij een wolf ziet komen, laat hij ze in de steek en rent weg; en de wolf rooft de schapen en jaagt ze uiteen. De knecht rent weg omdat hij is gehuurd en omdat hij geen hart heeft voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb ook nog andere schapen die in een andere schaapskooi thuishoren. Ook die moet ik hoeden; zij zullen luisteren naar mijn stem, en dan zal er één kudde zijn en één herder. De Vader heeft mij lief, omdat ik mijn leven geef om het weer terug te nemen. Niemand neemt het mij af. Ik geef mijn leven uit eigen vrije wil. Ik heb de macht om het te geven en ik heb de macht om het terug te nemen. Dat is de opdracht die ik van mijn Vader ontvangen heb.' Om deze woorden ontstond er onder de Joden weer verschil van mening. 'Hij is bezeten! Hij is gek!' zeiden velen. 'Waarom luisteren jullie nog naar hem?' 'Iemand die bezeten is, kan zo niet spreken!' zeiden anderen. En ook: 'Hoe kan een demon de ogen van een blinde beter maken?'"
"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover; maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten. Wanneer hij zijn eigen schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen. In dit beeld sprak Jezus tot hen, maar zij begrepen niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. Jezus zeide dan nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. Allen, die voor Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht (en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen) want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter harte. Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen. Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden een kudde, een herder. Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen. Er ontstond opnieuw verdeeldheid onder de Joden om die woorden. En velen van hen zeiden: Hij is bezeten en waanzinnig; waarom luistert gij naar Hem? Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden voor een bezetene, een boze geest kan toch de ogen van blinden niet openen?"
"'Waarachtig, ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.' Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde. Hij ging verder: 'Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid. Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder. De Vader heeft mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen. Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen–dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.' Opnieuw ontstond er verdeeldheid onder de Joden om wat hij zei. Veel mensen zeiden: 'Hij is bezeten, hij is gek. Waarom luisteren jullie nog naar hem?' Maar anderen zeiden: 'Dit zijn niet de woorden van iemand die bezeten is, en een demon kan de ogen van blinden niet openen.'"
"Onthoud goed wat Ik u zeg: Wie de schaapskooi niet door de deur binnengaat, maar op een andere plaats binnendringt, is een dief of een rover. Want de schaapherder komt door de deur binnen. De wacht doet de deur voor hem open en de schapen spitsen hun oren als de stem van de herder klinkt. Hij roept zijn schapen bij hun naam en brengt ze naar buiten. Als alle schapen buiten zijn, loopt hij voor ze uit. Zij volgen hem omdat zij zijn stem kennen. Maar ze zullen zeker niet met een vreemde meegaan. Ze zullen voor een vreemde op de vlucht slaan, omdat ze zijn stem niet kennen." Zij begrepen niet wat Jezus met deze beeldspraak bedoelde. Daarom legde Hij het hun uit. "Wat Ik u zeg, is de waarheid. Ik ben de deur van de schaapskooi. Al die zogenaamde profeten en verlossers zijn dieven en rovers. Maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur en wie door Mij binnenkomt, zal veilig zijn. Hij zal in en uit kunnen gaan en voedsel vinden. De dief komt alleen om te stelen, te doden en uit te roeien. Ik ben gekomen om mijn schapen leven in overvloed te geven. Ik ben de goede herder. De goede herder geeft Zijn leven voor zijn schapen. Een herdersknecht laat de schapen in de steek zodra hij een wolf ziet aankomen. Want hij is de herder niet. De schapen zijn niet van hem. De wolf pakt er één en jaagt de andere uiteen. Zo'n herdersknecht denkt alleen aan zichzelf. Het interesseert hem niet wat er met de schapen gebeurt. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en zij kennen Mij, zoals Ik de Vader ken en Hij Mij kent. Ik geef mijn leven voor mijn schapen. Ik heb nog meer schapen, die niet bij deze stal horen. Ik moet zorgen dat die er ook bijkomen. Zij zullen mijn stem horen en dan zal het één kudde zijn met één herder. De Vader houdt van Mij, omdat Ik mijn leven geef en het later zal terugnemen. Niemand berooft Mij van het leven; Ik geef het uit eigen vrije wil. Want Ik kan en mag mijn leven geven en het terugnemen. Ik doe dat omdat mijn Vader dat heeft gezegd." Door deze woorden kregen de Joden weer verschil van mening. Velen van hen zeiden: "Hij is bezeten! Er zit een boze geest in Hem! Waarom luisteren jullie nog naar Hem?" Anderen waren het daar niet mee eens en zeiden: "Dit zijn geen woorden van iemand die in de macht van een boze geest is. Een boze geest kan niemand van blindheid genezen!"
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
11 juli 2026 | Johannes 10:1-2 |
10 juli 2026 | Johannes 9:39-41 |
9 juli 2026 | Johannes 9:35-38 |
8 juli 2026 | Johannes 9:34 |
7 juli 2026 | Johannes 9:30-33 |
6 juli 2026 | Johannes 9:28-29 |
5 juli 2026 | Johannes 9:26-27 |
← Home