Maandag 8 juni 2026
Johannes 8:3-6
"En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen. En haar gesteld hebbende in het midden, zeiden zij tot Hem: Meester, deze vrouw is op de daad zelve gegrepen, overspel begaande. En Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd zullen worden; Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij [iets] hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde."
"Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die betrapt was op overspel, en zetten haar midden in de kring. 'Meester,' zeiden ze, 'deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Nu schrijft de wet van Mozes ons voor dat zulke vrouwen moeten worden gestenigd. Wat vindt u daarvan?' Hun bedoeling was, hem in de val te laten lopen; ze hadden dan een mogelijkheid hem te beschuldigen. Maar Jezus boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond."
"Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?' Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond."
"Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?' Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond."
"De godsdienstleraars en Farizeeërs brachten een vrouw bij Hem, die op overspel was betrapt. Zij duwden haar midden in de kring en zeiden: "Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt terwijl zij overspel pleegde. In de wet van Mozes staat dat wij zo'n vrouw moeten stenigen. Wat is Uw mening?" Zij waren erop uit Hem in de val te laten lopen. Dan zouden zij een reden hebben om Hem aan te klagen. Jezus ging op Zijn hurken zitten en schreef met Zijn vinger in het stof."
Overdenking van vandaag:
Het was natuurlijk bedoeld als een val voor Jezus. Een religieuze vraag met doel om de compassie van Jezus te gebruiken om hem tegen de wet van Mozes te vermorzelen. Het is grappig hoe we zo opgewonden kunnen raken over onze religieuze discussies dat we het hart van God uit het oog verliezen.
God is een God van heiligheid en integriteit, rechtschapenheid en onwrikbare liefde. De twee paren gaan samen. Ze zijn onafscheidelijk. Zij die een beroep doen op zijn naam als hun God moeten zijn karakter met al hun hart, ziel, geest, en kracht zoeken. De religieuze leiders hier herinneren ons eraan hoe gemakkelijk we verschuiven van rechtschapen studenten van de wet tot gemene bruten die een eigen gerechtigheid zoeken.
Verloren in het argument en het nastreven om Jezus in de val te lokken was het feit dat deze naamloze vrouw een mens was. Ze wordt gezien als niet meer dan een teken voor degenen die haar naar Jezus gebracht hebben, een stukje kaas op hun religieuze muizenval. Maar zelfs te midden van de mensen die een hekel aan hem hebben en hem in de val willen lokken, vindt Jezus een manier om hun gif weg van de vrouw af te wentelen en haar waardigheid te herstellen. Mensen zijn belangrijk voor God. Zijn ze voor ons belangrijk?
Gebed:
HERE, God van Israël en Vader van Jezus, mijn Heer, vergeef me. Ik vrees dat ik sommigen niet behandeld heb zoals u van mij zou verwachten omdat ze niet in mijn religieuze beeld pasten. Geef me een meer begripvol hart en een grotere vaardigheid om beter te zeggen en dat te doen wat verlost in het leven van degenen die uw genade nodig hebben. In de naam van Jezus bid ik. Amen.
Contekst: Johannes 7:53-8:11
"En een iegelijk ging heen naar zijn huis. Maar Jezus ging naar den Olijfberg. En des morgens vroeg kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde Hij hen. En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen. En haar gesteld hebbende in het midden, zeiden zij tot Hem: Meester, deze vrouw is op de daad zelve gegrepen, overspel begaande. En Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd zullen worden; Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij [iets] hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde [is], werpe eerst den steen op haar. En wederom nederbukkende, schreef Hij in de aarde. Maar zij, [dit] horende, en van [hun] geweten overtuigd zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van de oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen gelaten; en de vrouw in het midden staande. En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer."
" Iedereen ging weer naar huis, maar Jezus ging naar de Olijfberg. De volgende morgen was hij weer vroeg in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe. Hij was gaan zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die betrapt was op overspel, en zetten haar midden in de kring. 'Meester,' zeiden ze, 'deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Nu schrijft de wet van Mozes ons voor dat zulke vrouwen moeten worden gestenigd. Wat vindt u daarvan?' Hun bedoeling was, hem in de val te laten lopen; ze hadden dan een mogelijkheid hem te beschuldigen. Maar Jezus boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen zij bleven doorvragen, richtte hij zich op. 'Wie van u zonder zonde is, mag de eerste steen gooien,' zei hij. En hij boog zich opnieuw voorover en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden, gingen ze een voor een weg, de oudsten het eerst, en Jezus bleef alleen achter met de vrouw die in het midden stond. Hij richtte zich op en vroeg haar: 'Waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroordeeld?' 'Niemand, Heer,' antwoordde ze. 'Ook ik veroordeel u niet,' zei Jezus. 'Ga, maar zondig voortaan niet meer.'"
"En zij begaven zich een ieder naar zijn huis, maar Jezus begaf Zich naar de Olijfberg. En des morgens vroeg was Hij weder aanwezig in de tempel, en al het volk kwam tot Hem en Hij zette Zich neder en leerde hen. En de schriftgeleerden en de Farizeeen brachten een vrouw, op overspel betrapt, en zij stelden haar in het midden en zeiden tot Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel; en in de wet heeft Mozes ons bevolen zulken te stenigen; Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden zij om Hem in verzoeking te brengen, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte neder en schreef met de vinger op de grond. Doch toen zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op en zeide tot hen: Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar. En weer bukte Hij neder en schreef op de grond. Maar toen zij dit hoorden, gingen zij een voor een weg, te beginnen bij de oudsten, en zij lieten Jezus alleen en de vrouw in het midden. En Jezus richtte Zich op en zeide tot haar: Vrouw, waar zijn zij? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Here. En Jezus zeide: Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!"
"Daarop ging iedereen terug naar huis. Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?' Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: 'Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.' Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: 'Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?' 'Niemand, heer, 'zei ze. 'Ik veroordeel u ook niet, 'zei Jezus. 'Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.'"
"De discussie werd gesloten en iedereen ging naar huis. Jezus bracht de nacht door op de Olijfberg. De volgende morgen was Hij alweer vroeg in de tempel. De mensen kwamen om Hem heen staan en luisterden naar Hem. De godsdienstleraars en Farizeeërs brachten een vrouw bij Hem, die op overspel was betrapt. Zij duwden haar midden in de kring en zeiden: "Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt terwijl zij overspel pleegde. In de wet van Mozes staat dat wij zo'n vrouw moeten stenigen. Wat is Uw mening?" Zij waren erop uit Hem in de val te laten lopen. Dan zouden zij een reden hebben om Hem aan te klagen. Jezus ging op Zijn hurken zitten en schreef met Zijn vinger in het stof. Toen zij bleven aandringen, stond Hij op en zei: "Laat hij die zelf nooit zondigt, de eerste steen maar gooien!" Hij hurkte opnieuw en begon weer te schrijven. Na deze woorden dropen de mannen één voor één af, de leiders het eerst. Jezus bleef alleen met de vrouw achter. Hij stond op en vroeg: "Waar is iedereen? Heeft niemand u veroordeeld?" "Nee, Here," antwoordde zij. "Wel," zei Jezus, "Ik veroordeel u ook niet. Ga maar en doe vanaf nu geen slechte dingen meer."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
7 juni 2026 | Johannes 7:53-8:2 |
6 juni 2026 | Johannes 7:52 |
5 juni 2026 | Johannes 7:50-51 |
4 juni 2026 | Johannes 7:47-49 |
3 juni 2026 | Johannes 7:45-46 |
2 juni 2026 | Johannes 7:40-44 |
1 juni 2026 | Johannes 7:37-39 |
← Home