Woensdag 10 december 2025
Matthëus 27:3-10
"Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de dertig zilveren [penningen] den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht, Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons [dat] aan? Gij moogt toezien. En als hij de zilveren [penningen] in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde [zichzelven]. En de overpriesters, de zilveren [penningen] nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen dag. Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren [penningen] genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken zij gewaardeerd hebben; En hebben dezelve gegeven voor den akker des pottenbakkers; volgens hetgeen mij de Heere bevolen heeft."
"Toen Judas, die hem uitgeleverd had, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken terug naar de opperpriesters en de oudsten. 'Ik heb verkeerd gedaan, ik heb een onschuldige uitgeleverd,' zei hij. 'Wat hebben wij daarmee te maken?' antwoordden zij. 'Dat is uw zaak.' Toen gooide Judas de zilverstukken de tempel in, hij liep weg en hing zich op. De opperpriesters raapten de zilverstukken op en zeiden: 'We mogen het niet in de offerkist doen, want het is bloedgeld.' En ze besloten er de akker van de pottenbakker voor te kopen als begraafplaats voor vreemdelingen. Daarom heet dat stuk land nog steeds 'De Bloedakker'. Zo ging in vervulling wat de profeet Jeremia had gezegd: Zij pakten de dertig zilverstukken het geld dat de Israëlieten hem waard vonden en zij gaven die voor de akker van de pottenbakker. Zo had de Heer het mij opgedragen. Jezus voor Pilatus"
"Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: 'Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.' Maar zij zeiden: 'Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!' Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: 'We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.' Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: 'En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.'"
"Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: 'Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.' Maar zij zeiden: 'Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!' Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: 'We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.' Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: 'En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.'"
"Toen Judas, de verrader, zag dat Jezus ter dood was veroordeeld, kreeg hij berouw. Hij vond het verschrikkelijk wat hij had gedaan. Meteen ging hij het geld naar de leidende priesters en de andere leden van de Hoge Raad terugbrengen. "Het is misdadig wat ik heb gedaan," schreeuwde hij. "Ik heb onschuldig bloed verraden." "Dat gaat ons niet aan," antwoordden ze. "Dat is uw zaak." Judas gooide het geld over de vloer van de tempel en ging naar buiten. Even later hing hij zich op. De leidende priesters raapten het geld op en zeiden: "Dit geld mogen wij niet in de collectekist doen, want het is moordenaarsgeld." Ze kwamen tot het besluit er het land van de pottenbakker voor te kopen. Het zou worden gebruikt als begraafplaats voor vreemdelingen, die in Jeruzalem stierven. Daarom heet die plaats nog altijd 'Bloedakker'. Door dit alles kwam uit wat in het boek van de profeet Jeremia staat: "Ze namen de dertig zilveren munten. Meer vond het volk van Israël hem niet waard. Daarvoor kochten ze het land van de pottenbakker. Dit moest ik van de Here zeggen." "
Overdenking van vandaag:
Wat is Jezus voor jou waard? Herinner jij je de zin in de beroemde oude hymne When I Survey the Wondrous Cross? "Love so amazing, so divine, demands my life, my soul, my all." (Wanneer ik het wonderlijke Kruis aanschouw? "Liefde zo geweldig, zo goddelijk, vraagt mijn leven, mijn ziel, mijn alles.")
Hoewel er veel gespeculeerd is over de reden waarom Judas deed wat hij deed, is de bottom line gewoon dit: hij verkocht zijn Meester voor dertig zilverstukken! Niets kan dat goed maken, behalve Jezus' liefde en vergeving. Het feit dat Judas zijn leven nam om Jezus te verraden geeft aan dat hij het hele punt miste: Jezus stierf zodat wij niet hoeven te sterven in onze zonde.
Terwijl Petrus de boodschap kreeg, vergeving ontving, en terug geroepen werd om te dienen, kon Judas niet verder kijken dan zijn eigen afschuwelijke daad. Hij kon de overwinning van de heer op de dood niet zien. Hij kon de liefde van de Heer voor hem niet zien. Hij kon de mogelijkheid van vergeving niet zien. Hij kon niet verder kijken dan zijn eigen vreselijke falen. Ongelooflijk, Jezus riep één van zijn grootste tegenstanders missionaris te zijn voor de heidenen toen hij Saulus confronteerde op de weg naar Damascus. Wat beschamend dat Judas stierf als een verrader, terwijl hij verwelkomd had kunnen worden als vergeven zoon.
Gebed:
Heilige God, ik moet bekennen dat ik vaak geneigd ben Judas te haten. Wat hij uw zoon en mijn Heiland aandeed is onredelijk. Maar in mijn hart, zie ik mijzelf vandaag rouwen voor hem zoals deed, denk ik. Zo dicht bij de Heiland zijn en zaligheid missen, zo dicht bij de troon van genade zijn en zonder verzoening sterven, om Jezus' mededogen en vriendelijkheid te zien en toch een wreed en zelf-toegebracht lot veroorzaken is tragisch. Help me een gezant te zijn van uw genade, zodat degenen om me heen die verschrikkelijke momenten van falen gehad hebben hun weg terug naar Jezus kunnen vinden, en naar u! In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 27:1-10
"Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden. En Hem gebonden hebbende, leidden zij [Hem] weg, en gaven Hem over aan Pontius Pilatus, den stadhouder. Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de dertig zilveren [penningen] den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht, Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons [dat] aan? Gij moogt toezien. En als hij de zilveren [penningen] in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde [zichzelven]. En de overpriesters, de zilveren [penningen] nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen. Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen dag. Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren [penningen] genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken zij gewaardeerd hebben; En hebben dezelve gegeven voor den akker des pottenbakkers; volgens hetgeen mij de Heere bevolen heeft."
"'s Morgens vroeg besloten alle opperpriesters en oudsten van het volk dat Jezus ter dood gebracht moest worden. Ze lieten hem geboeid wegvoeren en leverden hem uit aan Pilatus, de gouverneur. De dood van Judas Toen Judas, die hem uitgeleverd had, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken terug naar de opperpriesters en de oudsten. 'Ik heb verkeerd gedaan, ik heb een onschuldige uitgeleverd,' zei hij. 'Wat hebben wij daarmee te maken?' antwoordden zij. 'Dat is uw zaak.' Toen gooide Judas de zilverstukken de tempel in, hij liep weg en hing zich op. De opperpriesters raapten de zilverstukken op en zeiden: 'We mogen het niet in de offerkist doen, want het is bloedgeld.' En ze besloten er de akker van de pottenbakker voor te kopen als begraafplaats voor vreemdelingen. Daarom heet dat stuk land nog steeds 'De Bloedakker'. Zo ging in vervulling wat de profeet Jeremia had gezegd: Zij pakten de dertig zilverstukken het geld dat de Israëlieten hem waard vonden en zij gaven die voor de akker van de pottenbakker. Zo had de Heer het mij opgedragen. Jezus voor Pilatus"
"Toen het nu morgen geworden was, namen al de overpriesters en de oudsten des volks het besluit tegen Jezus om Hem te doden. En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en zij leverden Hem over aan Pilatus, de stadhouder. Toen kreeg Judas, die Hem verraden had, berouw, daar hij zag, dat Hij veroordeeld was, en hij bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug, en hij sprak: Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dit aan? Gij moet zelf maar zien wat ervan komt! En de zilverlingen in de tempel werpende, verwijderde hij zich; daarop ging hij heen en verhing zich. De overpriesters namen de zilverlingen en zeiden: Wij mogen die niet in de offerkist doen, want het is bloedgeld. En zij namen het besluit daarvoor het land van de pottenbakker te kopen als begraafplaats voor de vreemdelingen. Daarom heet dat land Bloedakker, tot heden toe. Toen werd vervuld hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia, toen hij zeide: En zij namen de dertig zilverlingen, de geschatte waarde van de geschatte, die zij geschat hadden van de kinderen Israels, en gaven die voor het land van de pottenbakker, gelijk de Here mij had opgedragen."
"De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: 'Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.' Maar zij zeiden: 'Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!' Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: 'We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.' Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: 'En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.'"
"Vroeg in de morgen kwam de hele Hoge Raad weer bijeen om te bespreken hoe de Romeinse overheid overgehaald kon worden Jezus ter dood te brengen. Na afloop van de vergadering stuurden zij Hem geboeid naar Pilatus, de Romeinse gouverneur. Toen Judas, de verrader, zag dat Jezus ter dood was veroordeeld, kreeg hij berouw. Hij vond het verschrikkelijk wat hij had gedaan. Meteen ging hij het geld naar de leidende priesters en de andere leden van de Hoge Raad terugbrengen. "Het is misdadig wat ik heb gedaan," schreeuwde hij. "Ik heb onschuldig bloed verraden." "Dat gaat ons niet aan," antwoordden ze. "Dat is uw zaak." Judas gooide het geld over de vloer van de tempel en ging naar buiten. Even later hing hij zich op. De leidende priesters raapten het geld op en zeiden: "Dit geld mogen wij niet in de collectekist doen, want het is moordenaarsgeld." Ze kwamen tot het besluit er het land van de pottenbakker voor te kopen. Het zou worden gebruikt als begraafplaats voor vreemdelingen, die in Jeruzalem stierven. Daarom heet die plaats nog altijd 'Bloedakker'. Door dit alles kwam uit wat in het boek van de profeet Jeremia staat: "Ze namen de dertig zilveren munten. Meer vond het volk van Israël hem niet waard. Daarvoor kochten ze het land van de pottenbakker. Dit moest ik van de Here zeggen." "
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
9 december 2025 | Matthëus 27:1-2 |
8 december 2025 | Matthëus 26:69-75 |
7 december 2025 | Matthëus 26:5 |
6 december 2025 | Matthëus 26:55-56 |
5 december 2025 | Matthëus 26:50-54 |
4 december 2025 | Matthëus 26:47-50 |
3 december 2025 | Matthëus 26:45-46 |
← Home