Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Donderdag 4 december 2025

 

Matthëus 26:47-50

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En als Hij nog sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, [gezonden] van de overpriesters en ouderlingen des volks. En die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: Dien ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem. En terstond komende tot Jezus, zeide hij: Wees gegroet, Rabbi! en hij kuste Hem. Maar Jezus zeide tot hem: Vriend! waartoe zijt gij hier! Toen kwamen zij toe, en sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem."

"Hij was nog niet uitgesproken of Judas, een van de twaalf, kwam eraan. Hij was in gezelschap van een menigte die gewapend was met zwaarden en stokken. Ze waren eropuit gestuurd door de opperpriesters en de oudsten van het volk. Hij die hem uitleverde, had een teken met hen afgesproken: 'De man die ik begroet met een kus, die is het. Hem moeten jullie arresteren.' Hij ging recht op Jezus af, zei: 'Ik groet u, rabbi,' en kuste hem. 'Vriend, doe waarvoor je hier bent!' antwoordde Jezus hem. Toen kwamen ze naar voren, grepen Jezus en namen hem gevangen."

"Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. 'Degene die ik kus, 'had hij gezegd, 'die is het, die moet je gevangennemen.' Hij liep recht op Jezus af, zei: 'Gegroet, rabbi!' en kuste hem. Jezus zei tegen hem: 'Vriend, ben je daarvoor gekomen?' Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen."

"Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. 'Degene die ik kus, 'had hij gezegd, 'die is het, die moet je gevangennemen.' Hij liep recht op Jezus af, zei: 'Gegroet, rabbi!' en kuste hem. Jezus zei tegen hem: 'Vriend, ben je daarvoor gekomen?' Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen."

"Op het moment dat Jezus dit zei, kwam Judas naar Hem toe. Hij had een hele troep mannen bij zich die door de Hoge Raad waren gestuurd, gewapend met zwaarden en knuppels. Judas, de verrader, had tegen de mannen gezegd: "De Man, die ik een kus zal geven, moeten jullie gevangen nemen." Judas liep recht op Jezus toe en zei: "Dag, Meester." En hij kuste Hem. Jezus zei: "Vriend, wat kom je doen?" De mannen kwamen dichterbij en grepen Jezus vast."

 

Overdenking van vandaag:

Maar als dit jouw verhaal is, onthoud dat het ook Jezus' verhaal is. Voor jou, voor ons, eindigt het verhaal van het evangelie van Matteüs met een krachtige boodschap met twee punten.  

Ten eerste, kijk naar Jezus wanneer hij bedrogen, ontkend en verlaten wordt door zijn meest geliefde vrienden. Hij is een pionier voor ons op de lijdensweg van verraad en uitzetting; hoe ga jij daar mee om?  

Ten tweede, spreek eerlijk met Jezus over je wonden en pijn. Hij weet en begrijpt niet alleen omdat hij goddelijk is, maar ook omdat hij in onze wereld is geweest met een echte menselijke huid en verlangt om te troosten en jou en mij te helpen in onze tijden van hartzeer.

 

Gebed:

Almachtige God, help me nooit meer degene te zijn die een broer of zuster in Christus afwijst in hun tijd dat ze het meest iemand anders nodig hebben. Ik weet dat ik kan vallen omdat ik gestruikeld ben door zwakheden op andere momenten. En Vader, help mij degenen te vergeven die me pijn deden en me verlaten hebben in mijn moeilijke tijden. Reinig mijn hart van bitterheid en wrok, zodat ik meer kan zijn als Jezus die in de steek gelaten was, zodat ik nooit helemaal vergeten, verlaten of alleen zal zijn. In Jezus' edele naam bid ik. Amen.

 

Contekst: Matthëus 26:47-56

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En als Hij nog sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, [gezonden] van de overpriesters en ouderlingen des volks. En die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: Dien ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem. En terstond komende tot Jezus, zeide hij: Wees gegroet, Rabbi! en hij kuste Hem. Maar Jezus zeide tot hem: Vriend! waartoe zijt gij hier! Toen kwamen zij toe, en sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. En ziet, een van degenen, die met Jezus waren, de hand uitstekende, trok zijn zwaard uit, en slaande den dienstknecht des hogepriesters, hieuw zijn oor af. Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten? Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, [die] [zeggen], dat het alzo geschieden moet? Ter zelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen; Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten al de discipelen, Hem verlatende."

"Hij was nog niet uitgesproken of Judas, een van de twaalf, kwam eraan. Hij was in gezelschap van een menigte die gewapend was met zwaarden en stokken. Ze waren eropuit gestuurd door de opperpriesters en de oudsten van het volk. Hij die hem uitleverde, had een teken met hen afgesproken: 'De man die ik begroet met een kus, die is het. Hem moeten jullie arresteren.' Hij ging recht op Jezus af, zei: 'Ik groet u, rabbi,' en kuste hem. 'Vriend, doe waarvoor je hier bent!' antwoordde Jezus hem. Toen kwamen ze naar voren, grepen Jezus en namen hem gevangen. Een van de leerlingen trok zijn zwaard, haalde uit naar de dienaar van de hogepriester en sloeg hem een oor af. Maar Jezus zei: 'Steek je zwaard weer bij je. Want iedereen die het zwaard trekt, zal ook door het zwaard omkomen. Denk je soms dat ik mijn Vader niet te hulp zou kunnen roepen? Als ik hem erom vroeg, zou hij me dadelijk bijstaan met meer dan twaalf legers engelen. Maar hoe zou dan de Schrift in vervulling gaan, die zegt dat het zo moet gebeuren?' Toen richtte hij zich tot de menigte: 'Ben ik soms een misdadiger dat u met zwaarden en stokken eropuit bent getrokken om mij gevangen te nemen? Elke dag gaf ik in de tempel onderricht en toen hebt u mij niet opgepakt. Maar door dit alles wordt vervuld wat de profeten hebben geschreven.' Toen vluchtten alle leerlingen en lieten hem in de steek. Jezus voor de Hoge Raad"

"En terwijl Hij nog sprak, zie, daar was Judas, een van de twaalven, en met hem een grote schare met zwaarden en stokken, gezonden vanwege de overpriesters en oudsten des volks. En die Hem overleverde had hun een teken gegeven, zeggende: Die ik zal kussen, die is het; grijpt Hem. En terstond trad hij op Jezus toe en zeide: Wees gegroet, Rabbi, en hij kuste Hem. Maar Jezus zeide tot hem: Vriend, waartoe zijt gij hier? Toen traden zij toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem. En zie, een van die bij Jezus waren, strekte zijn hand uit, trok zijn zwaard en hij trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem het oor af. Toen zeide Jezus tot hem: Breng uw zwaard weder op zijn plaats, want allen, die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen. Of meent gij, dat Ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen? Hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, die zeggen, dat het aldus moet geschieden? Op dat ogenblik sprak Jezus tot de scharen: Als tegen een rover zijt gij uitgetrokken met zwaarden en stokken om Mij gevangen te nemen? Dagelijks zat Ik in de tempel te leren, maar gij hebt Mij niet gegrepen. Doch dit alles is geschied, opdat de schriften der profeten in vervulling zouden gaan. Toen lieten al de discipelen Hem alleen en vluchtten."

"Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. 'Degene die ik kus, 'had hij gezegd, 'die is het, die moet je gevangennemen.' Hij liep recht op Jezus af, zei: 'Gegroet, rabbi!' en kuste hem. Jezus zei tegen hem: 'Vriend, ben je daarvoor gekomen?' Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen. Nu greep een van Jezus' metgezellen naar zijn zwaard. Hij trok het, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. Daarop zei Jezus tegen hem: 'Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. Weet je niet dat ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen en dat hij mij dan onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking zou stellen? Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?' Toen zei Jezus tegen de omstanders: 'Met zwaarden en knuppels bent u uitgetrokken om mij te arresteren, alsof ik een misdadiger ben! Dagelijks was ik in de tempel om onderricht te geven, en toen hebt u me niet gevangengenomen. Maar dit alles gebeurt opdat de geschriften van de profeten in vervulling gaan.' Daarop lieten alle leerlingen hem in de steek en vluchtten weg."

"Op het moment dat Jezus dit zei, kwam Judas naar Hem toe. Hij had een hele troep mannen bij zich die door de Hoge Raad waren gestuurd, gewapend met zwaarden en knuppels. Judas, de verrader, had tegen de mannen gezegd: "De Man, die ik een kus zal geven, moeten jullie gevangen nemen." Judas liep recht op Jezus toe en zei: "Dag, Meester." En hij kuste Hem. Jezus zei: "Vriend, wat kom je doen?" De mannen kwamen dichterbij en grepen Jezus vast. Een van Jezus' discipelen trok een zwaard en sloeg de knecht van de hogepriester een oor af. "Doe dat zwaard weg," zei Jezus tegen hem. "Wie geweld gebruikt, zal zelf door geweld omkomen. Besef je niet dat Ik mijn Vader zou kunnen vragen duizenden engelen te sturen om ons te verdedigen? En Hij zou ze sturen. Maar hoe kan dan in vervulling gaan wat over deze dingen is geschreven?" Daarna richtte Hij Zich tot de gewapende mannen. "Ben ik een gevaarlijke misdadiger, dat u Mij komt arresteren met zwaarden en knuppels? Waarom hebt u Mij niet gepakt toen Ik dagelijks in de tempel was en de mensen toesprak? Maar dit gebeurt allemaal om in vervulling te laten gaan wat de profeten hebben geschreven." Daarop lieten alle discipelen Hem in de steek. Zij maakten dat ze wegkwamen."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

3 december 2025 Matthëus 26:45-46
2 december 2025 Matthëus 26:39-44
1 december 2025 Matthëus 26:36-38
30 november 2025 Matthëus 26:31-35
29 november 2025 Matthëus 26:26-30
28 november 2025 Matthëus 26:22-25
27 november 2025 Matthëus 26:17-21
 

Home