Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Maandag 27 oktober 2025

 

Matthëus 23:4-10

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Want zij binden lasten, die zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en leggen ze op de schouderen der mensen; maar zij willen die met hun vinger niet verroeren. En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot. En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de voorgestoelten in de synagogen; Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi! Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus; en gij zijt allen broeders. En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, [namelijk] Die in de hemelen is. Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus."

"Zij binden ondraaglijk zware lasten samen en leggen die op de schouders van de mensen, maar zelf willen ze geen vinger uitsteken om bij het dragen te helpen. Alles wat ze doen, doen ze om op te vallen bij de mensen. De banden met schriftteksten die zij op hun voorhoofd en aan hun armen dragen, maken ze extra breed, en de kwasten aan hun kleren maken ze extra lang. Ze zijn gesteld op de beste plaatsen aan tafel en de voorste banken in de synagoge. Ze willen graag gegroet worden op het marktplein en met 'rabbi' worden aangesproken. Maar moet u geen 'rabbi' laten noemen, want er is er maar één die uw leermeester is en u bent allemaal broeders van elkaar. Ook moet u niemand hier op aarde 'vader' noemen, want u heeft maar één vader, uw hemelse Vader. En laat u geen 'leraar' noemen, want uw enige leraar is de Christus."

"Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias."

"Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias."

"Ze doen zelf niet wat zij zeggen. Ze leggen de mensen enorme lasten op, maar steken er zelf geen vinger naar uit. Alles wat zij doen, is om op te vallen. Ze binden hun gebedsriemen, met wetteksten erin, op hun linkerarm en hun voorhoofd. Om heilig te lijken, maken ze die extra breed. En de kwasten aan hun kleren, die aan Gods geboden herinneren, maken ze extra lang. Zij vinden het heerlijk om bij de maaltijden aan het hoofd van de tafel te zitten. Zij genieten ervan als zij in de synagoge de voornaamste plaatsen krijgen en voelen zich gevleid als ze op straat eerbiedig worden gegroet, als men hen met 'rabbi' of 'meester' aanspreekt. Maar Ik waarschuw u: Laat u nooit zo noemen. Want u hebt maar één Meester. U bent allemaal broers. Noem nooit een mens 'Vader'. Want u hebt maar één Vader, God in de hemel. Laat u ook nooit 'leider' noemen. Want u hebt maar één leider en dat ben Ik, de Christus."

 

Overdenking van vandaag:

Veel van de misbruiken van de religieuze leiders die Jezus verwerpt in dit hoofdstuk zijn heden helaas actief en op grote schaal bedreven door sommige religieuzen. Iedereen die er naar verlangt om een geestelijke leider van welke aard dan ook te zijn moet opnieuw routinematig dit hoofdstuk bezoeken om gewaarschuwd te worden voor de gevaren van vervormd leiderschap. Jezus neemt het heel serieus op hoe zijn volgelingen zullen leiden in zijn koninkrijk.  

Natuurlijk, wanneer de held van een beweging bereid is om een offerdood voor zijn volgelingen te sterven, is er een duidelijke neiging om leiderschap-stijlen ondersteboven te plaatsen. Misschien is dat wat Jezus in gedachten had toen hij zei dat in zijn koninkrijk, "De eersten zullen de laatsten en de laatsten zullen eerst zijn!"  

De belangrijkste betekenis uit de tekst voor vandaag: Leiders moeten de mensen die ze leiden helpen, niet zodat zij zelf gezien en vereerd worden, maar opdat degenen die zij dienen gezegend zullen worden en God zelf blij zal zijn!

 

Gebed:

God, vergeef me als ik opschep over mijn christelijke dienen. Open mijn hart zodat ik u meer oprecht en eerlijk zal dienen of iemand mij nu opmerkt of niet. Geef me de ogen om te zien wie lasten hebben die gedragen moeten worden en geef mij handen die bereid zijn om te dienen zoals Jezus dat deed. In de dierbare naam van mijn Heiland bid ik. Amen.

 

Contekst: Matthëus 23:1-12

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen, Zeggende: De Schriftgeleerden en de Farizeen zijn gezeten op den stoel van Mozes; Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult, houdt [dat] en doet [het]; maar doet niet naar hun werken; want zij zeggen het, en doen het niet. Want zij binden lasten, die zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en leggen ze op de schouderen der mensen; maar zij willen die met hun vinger niet verroeren. En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot. En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de voorgestoelten in de synagogen; Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi! Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus; en gij zijt allen broeders. En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, [namelijk] Die in de hemelen is. Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, [namelijk] Christus. Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn. En wie zichzelven verhogen zal, [die] zal vernederd worden; en wie zichzelven zal vernederen, [die] zal verhoogd worden."

"Toen zei Jezus tegen het volk en tegen zijn leerlingen: 'De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich bekleed met het gezag van Mozes. Houd u dus stipt aan alles wat zij u zeggen, maar neem geen voorbeeld aan hun daden. Want ze doen niet wat ze zeggen. Zij binden ondraaglijk zware lasten samen en leggen die op de schouders van de mensen, maar zelf willen ze geen vinger uitsteken om bij het dragen te helpen. Alles wat ze doen, doen ze om op te vallen bij de mensen. De banden met schriftteksten die zij op hun voorhoofd en aan hun armen dragen, maken ze extra breed, en de kwasten aan hun kleren maken ze extra lang. Ze zijn gesteld op de beste plaatsen aan tafel en de voorste banken in de synagoge. Ze willen graag gegroet worden op het marktplein en met 'rabbi' worden aangesproken. Maar moet u geen 'rabbi' laten noemen, want er is er maar één die uw leermeester is en u bent allemaal broeders van elkaar. Ook moet u niemand hier op aarde 'vader' noemen, want u heeft maar één vader, uw hemelse Vader. En laat u geen 'leraar' noemen, want uw enige leraar is de Christus. De belangrijkste onder u moet de anderen dienen. Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert, zal verheven worden."

"Toen sprak Jezus tot de scharen en tot zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeen hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren. Al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen, want zij maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot, zij houden van de eerste plaats bij de maaltijden en van de erezetels in de synagogen, en van de begroetingen op de markten en om door de mensen rabbi genoemd te worden. Gij zult u niet rabbi laten noemen; want een is uw Meester en gij zijt allen broeders. En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want een is uw Vader, Hij, die in de hemelen is. Laat u ook geen leidslieden noemen, want een is uw Leidsman, de Christus. Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn. Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden."

"Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen en zei: 'De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias. De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd."

"Jezus zei tegen de mensen en Zijn discipelen: "De godsdienstleraars en de Farizeeërs moeten de wet van Mozes handhaven. U moet precies doen wat zij zeggen. Maar hun voorbeeld mag u beslist niet volgen. Ze doen zelf niet wat zij zeggen. Ze leggen de mensen enorme lasten op, maar steken er zelf geen vinger naar uit. Alles wat zij doen, is om op te vallen. Ze binden hun gebedsriemen, met wetteksten erin, op hun linkerarm en hun voorhoofd. Om heilig te lijken, maken ze die extra breed. En de kwasten aan hun kleren, die aan Gods geboden herinneren, maken ze extra lang. Zij vinden het heerlijk om bij de maaltijden aan het hoofd van de tafel te zitten. Zij genieten ervan als zij in de synagoge de voornaamste plaatsen krijgen en voelen zich gevleid als ze op straat eerbiedig worden gegroet, als men hen met 'rabbi' of 'meester' aanspreekt. Maar Ik waarschuw u: Laat u nooit zo noemen. Want u hebt maar één Meester. U bent allemaal broers. Noem nooit een mens 'Vader'. Want u hebt maar één Vader, God in de hemel. Laat u ook nooit 'leider' noemen. Want u hebt maar één leider en dat ben Ik, de Christus. Hoe nederiger u anderen dient, hoe groter u bent. Wie trots is, zal worden vernederd. En wie nederig is, zal worden verhoogd."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

26 oktober 2025 Matthëus 23:1-3
25 oktober 2025 Matthëus 22:41-46
24 oktober 2025 Matthëus 22:39-40
23 oktober 2025 Matthëus 22:36-38
22 oktober 2025 Matthëus 22:34-35
21 oktober 2025 Matthëus 22:31-33
20 oktober 2025 Matthëus 22:30
 

Home