Donderdag 2 oktober 2025
Matthëus 21:8-11
"En de meeste schare spreidden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna den Zone Davids! Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste [hemelen]! En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze? En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea."
"Heel veel mensen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen legden takken neer die ze van de bomen sneden. Grote aantallen mensen liepen voor hem uit en gingen achter hem aan en ze riepen: 'Hosanna voor de Zoon van David. Gezegend hij die komt in naam van de Heer! Hosanna voor God in de hemel!' Toen Jezus zo Jeruzalem binnentrok, raakte de hele stad in opschudding. 'Wie is dat toch?' vroeg iedereen. 'Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea,' antwoordde de menigte."
"Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: 'Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!' Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. 'Wie is die man?' wilde men weten. Uit de menigte werd geantwoord: 'Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.'"
"Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: 'Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!' Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. 'Wie is die man?' wilde men weten. Uit de menigte werd geantwoord: 'Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.'"
"Van de mensen die bij Jezus waren, spreidden velen hun mantels voor Hem uit op de weg. Anderen rukten takken van de bomen en legden die voor Hem neer. Jezus reed midden tussen een zee van mensen die riepen: "Eer voor de Zoon van David! Gezegend is Hij, die komt in de naam van God! Prijs Hem tot in de hoogste hemelen!" Zo reed Hij Jeruzalem binnen. De hele stad was in rep en roer. "Wie is dit toch?" werd er gevraagd. De mensen die met Jezus waren meegekomen, antwoordden: "Dit is Jezus, de profeet uit Nazareth in Galilea."
Overdenking van vandaag:
Wat voor soort Heiland willen wij dat Jezus is? Hij is onze Heiland, die naar het kruis ging voor onze zonden en die ons naar het kruis roept om zijn leven en genade met anderen te delen.
Gebed:
Vader, ik beken mijn egoïsme aan u. Ik weet dat ik vaak naar u kijk om mijn chaos op te lossen, vergeef mijn zonden, maak me vrij van mijn fouten en herstel mijn fouten. Vergeef me. Diep in mij wil ik niet dat u mijn "boodschappenjongen" bent, of dat Jezus dat is. Ik wil uw dienaar zijn, gezwicht voor uw wil, ondersteund door uw Geest en gelukkig geworden door uw genade. Help me een diepe waardering in balans te houden voor uw genade, terwijl ik vol vreugde leef onder Heerschap van Jezus. Ik bid in de naam van Jezus, zoon van David en mijn Heiland. Amen.
Contekst: Matthëus 20:1-11
"Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes, die met den morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn wijngaard. En als hij met de arbeiders eens geworden was, voor een penning des daags, zond hij hen heen in zijn wijngaard. En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig staande op de markt. En hij zeide tot dezelve: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen. Wederom uitgegaan zijnde omtrent de zesde en negende ure, deed hij desgelijks. En uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure, vond hij anderen ledig staande, en zeide tot hen: Wat staat gij hier den gehelen dag ledig? Zij zeiden tot hem: Omdat ons niemand gehuurd heeft. Hij zeide tot hen: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zult gij ontvangen. Als het nu avond geworden was, zeide de heer des wijngaards, tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon, beginnende van de laatsten tot de eersten. En als zij kwamen, die ter elfder ure [gehuurd] [waren], ontvingen zij ieder een penning. En de eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen zouden; en zij zelven ontvingen ook elk een penning. En [dien] ontvangen hebbende, murmureerden zij tegen den heer des huizes,"
"'Het hemelse koninkrijk is immers te vergelijken met een landeigenaar die 'smorgens vroeg arbeiders ging huren voor zijn wijngaard. Hij kwam met hen overeen, dat hij hun als dagloon een zilverstuk zou uitbetalen en stuurde ze naar zijn wijngaard. Om negen uur ging hij weer de straat op en zag op het marktplein nog meer mannen die geen werk hadden. Kom ook werken in mijn wijngaard, zei hij tegen hen, ik zal jullie een eerlijk loon geven. En zij gingen. Om twaalf uur en om drie uur deed de eigenaar hetzelfde. Het was vijf uur in de middag toen hij weer de straat opging en nog mensen zonder werk vond. Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk? vroeg hij. Omdat niemand ons gehuurd heeft, antwoordden ze. Komen jullie ook maar naar mijn wijngaard, zei hij. Toen het avond was geworden, zei de eigenaar van de wijngaard tegen zijn opzichter: Roep de arbeiders en betaal hun loon uit. Begin bij hen die het laatst zijn gekomen en eindig bij hen die het eerst zijn gekomen. De arbeiders die om vijf uur begonnen waren, kwamen naar voren en kregen elk een zilverstuk uitbetaald. Toen zij die 'smorgens vroeg begonnen waren, naar voren kwamen, dachten ze dat ze meer zouden ontvangen, maar ook zij kregen elk een zilverstuk. Ze namen het aan, maar begonnen tegen de eigenaar te mopperen:"
"Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een heer des huizes, die des morgens vroeg arbeiders voor zijn wijngaard ging huren. Toen hij het met de arbeiders eens geworden was voor een schelling's daags zond hij hen in zijn wijngaard. En omstreeks het derde uur ging hij naar buiten en zag nog anderen werkloos op de markt staan, en hij zeide tot hen: Gaat ook gij in de wijngaard en wat billijk is zal ik u geven. En zij gingen. Omstreeks het zesde en het negende uur ging hij weer naar buiten en handelde evenzo. Toen hij omstreeks het elfde uur naar buiten ging, vond hij nog anderen staan en zeide tot hen: Waarom staat gij hier de gehele dag werkloos? Zij zeiden tot hem: Omdat niemand ons gehuurd heeft. Hij zeide tot hen: Gaat ook gij in de wijngaard. Toen de avond viel, zeide de heer van de wijngaard tot zijn opzichter: Roep de arbeiders en betaal het loon uit, te beginnen bij de laatsten, tot de eersten. Toen zij, die omstreeks het elfde uur gehuurd waren, kwamen, ontvingen zij ieder een schelling. En toen de eersten kwamen, meenden dezen, dat zij meer zouden ontvangen. En zij ontvingen eveneens ieder een schelling. Toen zij die ontvingen, morden zij tegen de heer des huizes,"
"Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uittrok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, zei hij ook tegen hen: "Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn." En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: "Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?" "Niemand wilde ons in dienst nemen, "antwoordden ze. Hij zei hun: "Gaan jullie ook maar naar de wijngaard." Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: "Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten." En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen:"
"U kunt zich het Koninkrijk van de hemelen zo voorstellen: De eigenaar van een landgoed ging er 's morgens vroeg op uit om arbeiders te huren voor het werk in zijn wijngaard. Hij kwam met de arbeiders overeen dat hij ze een volledig dagloon zou betalen en zette hen aan het werk. Een paar uur later ging hij er weer op uit. Op de markt zag hij werkeloze mannen staan. Hij zei dat zij ook in de wijngaard konden gaan werken en dat hij ze zou betalen wat redelijk was. En ze gingen. Om twaalf uur en om drie uur deed hij hetzelfde. Om een uur of vijf ging hij nog eens naar de stad. Weer zag hij een stel mannen die niets te doen hadden. 'Waarom hangen jullie hier de hele dag rond?' vroeg hij. 'Omdat niemand ons heeft gevraagd te komen werken', antwoordden zij. 'Ga maar naar mijn wijngaard om de anderen te helpen', reageerde hij daarop. 's Avonds zei hij tegen zijn bedrijfsleider: 'Roep alle arbeiders bijeen en betaal hun loon uit. Begin bij de mannen die het laatst zijn gekomen en eindig bij hen die hier het eerst waren.' De mannen die om vijf uur waren aangenomen, kregen allemaal een volledig dagloon. De mannen die eerder waren komen werken, verwachtten daardoor dat zij veel meer zouden krijgen. Maar toen zij aan de beurt waren, kregen ze precies evenveel als de anderen. Zij mopperden: 'Die kerels hebben maar één uur gewerkt! En u geeft hun hetzelfde loon als ons die de hele dag in de brandende zon hebben gezwoegd.'"
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
1 oktober 2025 | Matthëus 21:4-7 |
30 september 2025 | Matthëus 21:1-3 |
29 september 2025 | Matthëus 20:32 |
28 september 2025 | Matthëus 20:32 |
27 september 2025 | Matthëus 20:29-31 |
26 september 2025 | Matthëus 20:28 |
25 september 2025 | Matthëus 20:26-27 |
← Home