Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Woensdag 20 augustus 2025

 

Matthëus 18:5

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij."

"En wie in mijn naam zo'n kind gastvrij ontvangt, ontvangt mij.'"

"En wie in mijn naam één zo'n kind bij zich opneemt, neemt mij op."

"En wie in mijn naam één zo'n kind bij zich opneemt, neemt mij op."

"Wie zo'n kind met open armen ontvangt, uit liefde voor Mij, ontvangt Mij."

 

Overdenking van vandaag:

Echter, er is een diepere kwestie die de rest van het hoofdstuk zal overheersen. Omdat kinderen in Jezus' cultuur machteloos waren, zonder rechten, en kwetsbaar, werden ze het symbool voor de discipelen, die machteloos, zonder rechten en kwetsbaar zijn. Aan de buitenkant kunnen ze niet iets bieden aan de gemeenschap.  

Maar "Koninkrijk-denken" is andersom ten opzichte van "de manier waarop mensen denken." Aan de kant van God zijn, betekent aan de kant van verwelkoming zijn, aanvaarding en "kleintjes" ontvangen of ze daadwerkelijk kinderen zijn of gewoon discipelen, die klein zijn in de ogen van de wereld.  

Omdat Jezus de normale weg naar roem en fortuin verwerpt en in plaats daarvan de weg van het kruis volgt - de straf voor de machtelozen, mensen zonder rechten en degenen die kwetsbaar zijn - moeten zijn discipelen deze mensen welkom heten en voor hun zorgen net als hun Heiland!

 

Gebed:

Vergeef me, God, voor het beoordelen van mensen naar uiterlijk vanuit een egoïstisch verlangen naar wat ze me kunnen geven of hoe ze me kunnen helpen of hoe ze me prettig kunnen laten voelen. Open mijn hart om de "kleintjes" te ontvangen die u elke dag om me heen plaatst. Geef me meer van het hart van uw herder. In de naam van Jezus, de Herder die zijn leven gaf voor zijn schapen, bid ik. Amen.

 

Contekst: Matthëus 18:1-14

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen? En Jezus een kindeken tot Zich geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen; En zeide: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan. Zo wie dan zichzelven zal vernederen, gelijk dit kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen. En zo wie zodanig een kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee. Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt! Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt [zijnde], dan twee handen of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden. Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken, dat verloren was. Wat dunkt u, indien enig mens honderd schapen had, en een uit dezelve afgedwaald ware, zal hij niet de negen en negentig laten, en op de bergen heengaande, het afgedwaalde zoeken? En indien het geschiedt, dat hij hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. Alzo is de wil niet, uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga."

"Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: 'Wie is de belangrijkste in het hemelse koninkrijk?' Hij riep een kind bij zich en zette het midden in de kring. 'Ik verzeker jullie,' zei hij, 'het hemelse koninkrijk kom je alleen binnen als je van gezindheid verandert en wordt als kinderen. De belangrijkste in het hemelse koninkrijk is dus hij die zich zo onbelangrijk vindt als dit kind. En wie in mijn naam zo'n kind gastvrij ontvangt, ontvangt mij.' 'Maar als iemand een van deze kleinen die in mij geloven, van de rechte weg afbrengt het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn nek verdronk in het diepste van de zee. Ongelukkig de wereld waarin zoveel is dat de mensen van de rechte weg afbrengt! Dat is wel onvermijdelijk, maar wee degene die er de oorzaak van is! Als je hand of je voet je van de rechte weg doet afdwalen, hak hem dan af en gooi hem weg. Je kunt beter verminkt of kreupel het eeuwige leven binnengaan dan met beide handen of voeten in het eeuwige vuur worden gegooid. En als je oog je van de rechte weg doet afdwalen, ruk het dan uit en gooi het weg. Je kunt beter met één oog het leven binnengaan dan met beide ogen in het vuur van de hel gegooid worden.' 'Kijk niet neer op een van deze kleinen. Ik zeg jullie: hun beschermengelen in de hemel staan altijd voor mijn hemelse Vader. Wat denken jullie? Wat zal iemand die honderd schapen heeft, doen als er een verdwaald is? Zal hij de negenennegentig andere niet op de berghelling achterlaten en op zoek gaan naar het ene dat verdwaald is? Ik verzeker jullie: als hij het vindt, verheugt hij zich meer over dat ene schaap dan over die negenennegentig andere die niet verdwaald waren. Zo wil jullie Vader in de hemel niet dat een van deze kleinen verloren gaat.'"

"Op dat ogenblik kwamen de discipelen bij Jezus en vroegen: Wie is wel de grootste in het Koninkrijk der hemelen? En Hij riep een kind tot Zich, plaatste dat in hun midden, en zeide: Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan. Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen. En een ieder, die zulk een kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. Maar een ieder, die een dezer kleinen, die in Mij geloven, tot zonde verleidt, het zou beter voor hem zijn, dat een molensteen om zijn hals was gehangen en hij verzwolgen was in de diepte der zee. Wee de wereld om de verleidingen tot zonde. Want er moeten verleidingen komen, maar wee die mens, door wie de verleiding komt. Indien uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. Het is beter voor u verminkt of kreupel ten leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met een oog ten leven in te gaan, dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden. Ziet toe, dat gij niet een dezer kleinen veracht. Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is. [Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te behouden.] Wat dunkt u? Indien een mens in het bezit is gekomen van honderd schapen en een ervan raakt verdwaald, zal hij dan niet de negenennegentig op de bergen laten en heengaan om het dwalende te zoeken? En gebeurt het, dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich over dat ene meer verblijdt dan over de negenennegentig, die niet verdwaald waren. Zo bestaat bij uw Vader, die in de hemelen is, de wil niet, dat een dezer kleinen verloren gaat."

"Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: 'Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?' Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: 'Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. En wie in mijn naam één zo'n kind bij zich opneemt, neemt mij op. Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken. Wee de wereld met haar valstrikken. Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, maar wee de mens die de valstrik zet! En als je hand of je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg: je kunt beter verminkt of kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen of twee voeten in het eeuwigbrandend vuur geworpen worden. Brengt je oog je op de verkeerde weg, ruk het dan uit en werp het weg: je kunt beter met één oog het leven binnengaan dan in het bezit van twee ogen in het vuur van de Gehenna geworpen worden. Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader. Wat denken jullie? Als iemand honderd schapen bezit en een daarvan dwaalt af, zal hij er dan niet negenennegentig in de bergen achterlaten en op weg gaan om het afgedwaalde dier te zoeken? Als het hem lukt het te vinden, dan zal hij zich, dat verzeker ik jullie, over dat ene meer verheugen dan over de negenennegentig andere die niet afgedwaald waren. Zo is het ook bij jullie Vader in de hemel: hij wil niet dat een van deze geringen verloren gaat."

"In diezelfde tijd kwamen de discipelen bij Jezus met de vraag wie van hen de grootste in het Koninkrijk van de hemelen zou zijn. Jezus riep een kind bij Zich en zette het midden in de kring. "Als u niet verandert en net zo wordt als de kinderen," zei Hij, "zult u nooit in het Koninkrijk van de hemelen komen. Wie zo eenvoudig en onbevangen is als dit kind, is de grootste in het Koninkrijk van de hemelen. Wie zo'n kind met open armen ontvangt, uit liefde voor Mij, ontvangt Mij. Maar als iemand één van deze kleine kinderen die in Mij geloven, op het slechte pad brengt, zou het beter voor hem zijn dat hij met een zware steen om zijn nek in de zee werd gegooid. Het zal slecht aflopen met de wereld vanwege alle verleidingen. Het is onvermijdelijk dat er verleidingen komen. Maar als het uw schuld is dat iemand verkeerde dingen doet, loopt het slecht met u af. Als uw hand of voet u tot slechte daden verleidt, hak hem af en gooi hem weg. Het is beter verminkt het eeuwige leven binnen te gaan, dan met beide handen en voeten in het eeuwige vuur te worden gegooid. En als uw oog u tot slechte daden verleidt, ruk het dan uit en gooi het weg. Het is beter met één oog het eeuwige leven binnen te gaan, dan met twee ogen in het eeuwige vuur te worden gegooid. Kijk niet op één van deze kleine kinderen neer. Onthoud dit: Hun engelen zijn voortdurend bij mijn Vader in de hemel Want Ik ben gekomen om hen die verloren gaan, te redden. Veronderstel dat iemand honderd schapen heeft. Wat zal hij doen als één ervan wegloopt en verdwaalt? Zal hij dan niet de 99 andere in de bergen achterlaten en op zoek gaan naar het ene dat verdwaald is? Als hij het vindt, is hij nog meer blij over dat ene, dan over de 99 andere die veilig in de wei zijn. Zo wil uw hemelse Vader niet dat ook maar één mens verloren gaat."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

19 augustus 2025 Matthëus 18:2-4
18 augustus 2025 Matthëus 18:1
17 augustus 2025 Matthëus 17:24-27
16 augustus 2025 Matthëus 17:22-23
15 augustus 2025 Matthëus 17:19-20
14 augustus 2025 Matthëus 17:14-18
13 augustus 2025 Matthëus 17:10-13
 

Home