Dinsdag 24 juni 2025
Matthëus 13:18, 20-21
"Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier."
"'Luister nu goed naar wat de gelijkenis van de zaaier betekent."
"Hoor en begrijp dan nu de gelijkenis van de zaaier:"
"Hoor en begrijp dan nu de gelijkenis van de zaaier:"
"Met het voorbeeld van de boer die ging zaaien, bedoel Ik dit: Er zijn mensen die wel over het Koninkrijk horen vertellen, maar er niets van begrijpen. Wat in hun hart is gezaaid, wordt er meteen door de duivel weer uitgeroofd. Dit soort mensen lijkt op de harde grond langs de weg."
Overdenking van vandaag:
Korte opwellingen van trouw zijn niet moeilijk. Deze samenbinden is moeilijk. Dit volhouden voor lange tijd is ongelooflijk moeilijk. De moeilijkheid komt van de uitdaging om trouw te zijn.
Maar een belangrijk onderdeel van het probleem is dat Satan het ons nooit makkelijk maakt. Hij is altijd aanwezig om situaties proberen te laten mislukken, ze moeilijker te maken en onze frustraties te verhogen.
Trouw is echter een inzet dat zijn doel behoudt en zijn resultaat toont. Jezus wil dat wij weten dat het eenvoudig zal zijn voor ons die eerste roes van vreugde te verliezen en weg te zinken in een gebrek aan interesse - of erger - als we niet serieus Jezus volgen in zijn leven en leer.
Gebed:
Vader, help mij alstublieft dat mijn hart zacht blijft en dat mijn passie en toewijding vastberaden is als ik geconfronteerd word met de reis die voor mij ligt. Ik wil niet twijfelen of ruimte vrij laten voor Satan om binnen te komen en mijn hart en leven weg te nemen. Bescherm mij alstublieft tegen het kwaad en leid me naar de weg die voor mij ligt. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 13:1-23
"En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee. En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat, en al de schare stond op den oever. En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. En als hij zaaide, viel een deel [van] [het] [zaad] bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op. En een ander [deel] viel op steenachtige [plaatsen], waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord. En een ander [deel] viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve. En een ander [deel] viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd–,het ander zestig–,en het ander dertig [voud]. Wie oren heeft om te horen, die hore. En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen? En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft. Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan. En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze. Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen. Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben [ze] niet gezien; en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben [ze] niet gehoord. Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier. Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is. Maar die in steenachtige [plaatsen] bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd. En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd–,de ander zestig–,en de ander dertig [voud]."
"Diezelfde dag ging Jezus naar buiten en hij ging aan het meer zitten. Daar stroomden de mensen in zulke aantallen toe dat hij in een boot stapte. Terwijl hij daarin zat, bleef de hele menigte op de oever staan. Zo sprak hij lang tot hen aan de hand van gelijkenissen. Hij zei: 'Een zaaier ging zaaien. Bij het zaaien viel een gedeelte op de weg. Er kwamen vogels die dat zaad opaten. Een ander gedeelte viel op de rotsgrond, waar weinig aarde lag. Het zaad kwam snel op, want de grond was niet diep. Maar toen de zon was opgekomen, verschroeide het, en omdat het geen wortels had, verdorde het. Een ander deel viel tussen de distels. De distels schoten op en verstikten het zaad. Weer een ander deel viel in goede grond en zette vrucht: een deel bracht honderdmaal zoveel op, een ander deel zestigmaal en weer een ander deel dertigmaal. Wie oren heeft, moet ook luisteren!' De leerlingen kwamen Jezus vragen: 'Waarom gebruikt u gelijkenissen als u de mensen toespreekt?' Hij antwoordde hun: 'Omdat God jullie heeft willen inwijden in de geheimen van het hemelse koninkrijk, maar hen niet. Want wie al iets heeft, krijgt nog meer, zodat hij overvloed heeft. Maar van wie niets heeft, wordt wat hij heeft, nog afgenomen. Daarom vertel ik hun gelijkenissen. Want zij kijken, maar zien niets; zij horen, maar verstaan en begrijpen niets. Zo gaat in hen de profetie van Jesaja in vervulling: Luister zo goed als u kunt, verstaan zult u niet. Kijk zo scherp als u wilt, zien zult u niet. Want het hart van dit volk is ontoegankelijk, ze hebben hun oren toegestopt en hun ogen dichtgeknepen. Want anders zouden ze zien met hun ogen en horen met hun oren, ze zouden inzicht verkrijgen, tot inkeer komen en door mij worden genezen. Maar jullie zijn gelukkig te prijzen met ogen die zien en oren die horen. Ik verzeker je, talloze profeten en rechtvaardige mensen zouden graag gezien hebben wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en zij zouden graag gehoord hebben wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.' 'Luister nu goed naar wat de gelijkenis van de zaaier betekent. Bij ieder die de boodschap over het koninkrijk hoort maar niet begrijpt, komt de duivel en neemt weg wat in zijn hart is uitgezaaid. Die mens is het zaad dat op de weg viel. Het zaad dat op de rotsgrond terechtkwam, is iemand die de boodschap met vreugde aanneemt zodra hij die hoort. Maar omdat de boodschap in hem geen wortel schiet, houdt hij het maar even vol. Als hij verdrukt en vervolgd wordt om zijn geloof in de boodschap, raakt hij meteen van de rechte weg. Het zaad dat tussen de distels terechtkwam, is iemand die de boodschap hoort, maar zo in beslag genomen wordt door de zorgen van het dagelijks leven en de valse schittering van de rijkdom, dat de boodschap verstikt wordt en geen vrucht draagt. Maar het zaad dat in goede grond viel, zijn de mensen die de boodschap horen én begrijpen. Zij dragen vrucht, sommigen honderd, anderen zestig- en weer anderen dertigmaal zoveel.'"
"Op die dag ging Jezus het huis uit en Hij zat bij de zee. En vele scharen vergaderden zich bij Hem, zodat Hij in een schip ging en daar nederzat, en de gehele schare stond op de oever. En Hij sprak tot hen vele dingen in gelijkenissen en zeide: Zie, een zaaier ging uit om te zaaien. En bij het zaaien viel een deel langs de weg en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op de steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had, maar toen de zon opkwam, verschroeide het en omdat het geen wortel had, verdorde het. Een ander deel viel op de dorens en de dorens kwamen op en verstikten het. Een ander deel viel in goede aarde en het gaf vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig. Wie oren heeft, die hore! En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen. En aan hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen. Maar uw ogen zijn zalig, omdat zij zien en uw oren, omdat zij horen. Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord. Gij nu, hoort de gelijkenis van de zaaier. Bij een ieder, die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid is: dat is de langs de weg gezaaide. De op steenachtige plaatsen gezaaide is hij, die het woord hoort en het terstond met blijdschap aanneemt; maar hij heeft geen wortel in zich, doch is iemand van het ogenblik; wanneer echter verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord, komt hij terstond ten val. De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. De in goede aarde gezaaide is hij, die het woord hoort en verstaat, die dan ook vrucht draagt en oplevert, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig."
"Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. Er kwam een grote mensenmassa om hem heen staan, en daarom ging hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. Hij sprak hen uitvoerig toe en vertelde gelijkenissen: 'Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en er kwamen vogels die het opaten. Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen. Toen de zon opkwam verschroeide het, en omdat het geen wortel had droogde het uit. Weer een ander deel viel tussen de distels, en toen die opschoten verstikten ze het zaaigoed. Maar er viel ook wat zaad in goede grond, en dat bracht vrucht voort, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig. Laat wie oren heeft goed luisteren!' De leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen: 'Waarom spreekt u in gelijkenissen tot hen?' Hij antwoordde: 'Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. Want wie heeft zal nog meer krijgen, en het zal overvloedig zijn; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. Dit is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen. In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: "Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou ik hen genezen." Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! Want ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen. Hoor en begrijp dan nu de gelijkenis van de zaaier: bij ieder die het woord van het koninkrijk hoort maar het niet begrijpt, komt hij die het kwaad zelf is en rooft wat hun in het hart is gezaaid; bij hen is op de weg gezaaid. Het zaad dat op rotsachtige grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en het meteen met vreugde in zich opnemen. Het schiet echter geen wortel in hen, oppervlakkig als ze zijn. Worden ze vanwege het woord beproefd of vervolgd, dan houden ze geen ogenblik stand. Het zaad dat tussen de distels is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen, maar bij wie de zorg om het dagelijkse bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft. Het zaad dat in goede grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en begrijpen. Zij dragen dan ook rijkelijk vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig.'"
"Later die dag verliet Jezus het huis en ging bij het meer zitten. Er kwam een grote menigte mensen naar Hem toe. Daarom ging Hij in een boot. Van daaruit sprak Hij de mensen toe die op de oever stonden te luisteren. Hij vertelde hun onder andere deze gelijkenis: "Een boer zaaide koren op zijn land. Bij het zaaien viel er wat zaad langs de weg en de vogels kwamen het oppikken. Er viel ook wat zaad op steenachtige grond. Omdat er weinig aarde lag, kwam het vlug op. Maar toen de zon erop ging schijnen, verschroeide het. Het ging dood, omdat het niet veel wortels had. Ander zaad viel tussen de distels en verstikte. De rest van het zaad viel in goede grond en gaf een rijke oogst: wel dertig, zestig en honderd keer zoveel als er was gezaaid. Onthoud dit goed!" Zijn discipelen kwamen naar Hem toe en vroegen: "Waarom vertelt U altijd van dit soort gelijkenissen?" "Jullie hebben het voorrecht te begrijpen wat het Koninkrijk van de hemelen eigenlijk is," antwoordde Hij. "Maar anderen niet. Want wie iets heeft, zal er veel bij krijgen. Meer dan genoeg. Maar wie niets heeft, zal ook nog kwijtraken wat hij meent te hebben. Daarom gebruik Ik gelijkenissen. De mensen horen en zien Mij wel, maar begrijpen Mij niet. De profeet Jesaja sprak over hen toen hij zei: 'Ze horen wel, maar begrijpen niet. Ze kijken wel, maar zien niet. Hun hart is onverschillig, hun oren zijn doof en hun ogen zitten dicht. Daarom zullen zij niets zien, horen of begrijpen. Daarom kunnen zij niet naar God terugkeren, want dan zou Hij hen moeten genezen.' Gelukkig hebben jullie ogen die kunnen zien en oren die kunnen horen! Vele profeten en gelovigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien en te horen wat jullie horen. Maar zij konden het niet. Met het voorbeeld van de boer die ging zaaien, bedoel Ik dit: Er zijn mensen die wel over het Koninkrijk horen vertellen, maar er niets van begrijpen. Wat in hun hart is gezaaid, wordt er meteen door de duivel weer uitgeroofd. Dit soort mensen lijkt op de harde grond langs de weg. Er zijn ook mensen die over het Koninkrijk horen vertellen en er direct enthousiast over zijn. Maar zij zijn oppervlakkig. Als zij moeilijkheden krijgen of om hun overtuiging worden vervolgd, moeten zij er ineens niets meer van hebben. Want het zaad had nauwelijks wortel geschoten. Dit soort mensen lijkt op de steenachtige grond. Dan zijn er mensen die het goede nieuws horen, maar het laten verstikken door de zorgen van het leven en het verlangen naar geld. Eigenlijk doen ze niets met het goede nieuws dat ze hebben gehoord. Dit soort mensen lijkt op de grond die vol distels staat. Tenslotte zijn er mensen die het goede nieuws horen en begrijpen. Bij hen draagt het zaad vrucht, soms honderd, soms zestig en soms dertigvoudig. Dit soort mensen lijkt op de goede grond, waar het zaad mooi kon opkomen en vruchtdragen."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
23 juni 2025 | Matthëus 13:18-19 |
22 juni 2025 | Matthëus 13:16-17 |
21 juni 2025 | Matthëus 13:10-15 |
20 juni 2025 | Matthëus 13:1-9 |
19 juni 2025 | Matthëus 12:46-50 |
18 juni 2025 | Matthëus 12:43-45 |
17 juni 2025 | Matthëus 12:41-42 |
← Home