Donderdag 19 juni 2025
Matthëus 12:46-50
"En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken. En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan [daar] buiten, zoekende U te spreken. Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem [dat] zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders? En Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders. Want zo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder."
"Jezus was nog met de mensen in gesprek, toen zijn moeder en zijn broers hem wilden spreken. Ze stonden buiten. 'Uw moeder en uw broers staan buiten,' zei iemand tegen hem, 'ze willen u spreken.' 'Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broers?' antwoordde Jezus hem. Toen wees hij naar zijn leerlingen: 'Daar zijn mijn moeder en mijn broers! Want ieder die doet wat mijn Vader in de hemel wil, die is mijn broer, mijn zuster, mijn moeder.'"
"Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken. Iemand zei tegen hem: 'Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.' Hij antwoordde: 'Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?' Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: 'Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.'"
"Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken. Iemand zei tegen hem: 'Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.' Hij antwoordde: 'Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?' Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: 'Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.'"
"Terwijl Jezus nog in gesprek was, kwamen Zijn moeder en Zijn broers er aan. Zij wilden Hem spreken. Maar het huis was zo vol, dat zij er niet meer bij konden. Ze moesten buiten blijven wachten. Toen iemand Hem vertelde dat zij er waren, vroeg Hij: "Wie is mijn moeder? En wie zijn mijn broers?" Hij wees naar Zijn discipelen en zei: "Kijk, dat zijn mijn moeder en mijn broers. Ieder, die doet wat mijn hemelse Vader wil, is mijn broer, mijn zuster en mijn moeder."
Overdenking van vandaag:
Wauw! Dit is één van die momenten in het leven van Jezus die van intensiteit, drama en betekenis spettert. Jezus' woorden zouden duidelijk pijnlijk zijn voor zijn fysieke gezin dat al moeite had om zijn dienen te begrijpen. Bovendien zouden deze woorden bevrijdend en vreugdevol zijn voor hen die zich altijd uitgesloten van de politieke orde gevoeld hadden, opzij geduwd door de religieuze elite en links gelaten door de sociale structuur van hun dag.
Jezus belooft dat zijn familie bepaald zou worden door gehoorzaamheid - niet door bloed, noch genealogie, noch politieke kleur, noch macht, noch geld. Dat aanbod geldt nog steeds vandaag en de belofte is net zo waar voor ons als het destijds was voor degenen die als eersten de woorden van Jezus hoorden.
Gebed:
Abba, Vader, woorden kunnen niet uitdrukken wat het voor mij betekent u als mijn eeuwige vader te hebben. Ik kan erop vertrouwen dat mijn huis bij u is, en toch terwijl ik wacht op mijn reis naar dat huis, vertrouw ik erop dat u uw thuis met mij gemaakt hebt. Dank u dat u mij als uw geliefde kind aanvaardt en in mij woont door de aanwezigheid van uw Heilige Geest. In de naam van Jezus bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 12:38-50
"Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeen, zeggende: Meester! wij willen van U [wel] een teken zien. Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jona is hier! De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en hetzelve veroordelen; want zij is gekomen van het einde der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier! En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hij zelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn. En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken. En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan [daar] buiten, zoekende U te spreken. Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem [dat] zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders? En Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders. Want zo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder."
"'Meester,' zeiden enkele schriftgeleerden en Farizeeën tegen Jezus, 'wij willen een teken van u zien.' Hij antwoordde hun: 'Slechte en trouweloze mensen vragen een teken, maar ze zullen geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Zoals Jona drie dagen en nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Mensenzoon drie dagen en nachten doorbrengen in de diepte van de aarde. Op de dag van het oordeel zullen de inwoners van Nineve opstaan samen met deze mensen hier en hen veroordelen. Want toen zij hoorden wat Jona verkondigde, begonnen zij een nieuw leven. En hier is iets dat groter is dan Jona. De koningin van het Zuiden zal op de dag van het oordeel verrijzen samen met deze mensen hier en hen veroordelen. Want zij kwam van het einde van de aarde om te luisteren naar de wijsheid van Salomo. En hier is iets dat groter is dan Salomo.' 'Wanneer een onreine geest iemand heeft verlaten, trekt hij door dorre streken, op zoek naar rust, maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik ga terug naar het huis dat ik heb verlaten. Bij zijn komst vindt hij het huis onbewoond, schoon en aan kant. Dan gaat hij zeven andere geesten halen, nog slechter dan hijzelf. Ze nemen er hun intrek en blijven er wonen. Zo iemand is er op het laatst nog slechter aan toe dan eerst. Zo zal het ook gaan met deze slechte generatie.' Jezus was nog met de mensen in gesprek, toen zijn moeder en zijn broers hem wilden spreken. Ze stonden buiten. 'Uw moeder en uw broers staan buiten,' zei iemand tegen hem, 'ze willen u spreken.' 'Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broers?' antwoordde Jezus hem. Toen wees hij naar zijn leerlingen: 'Daar zijn mijn moeder en mijn broers! Want ieder die doet wat mijn Vader in de hemel wil, die is mijn broer, mijn zuster, mijn moeder.'"
"Toen antwoordden Hem enige der schriftgeleerden en Farizeeen en zeiden: Meester, wij zouden wel een teken van U willen zien. Maar Hij antwoordde hun en zeide: Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona, de profeet. Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten. De mannen van Nineve zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona en zie, meer dan Jona is hier. De koningin van het Zuiden zal in het oordeel optreden met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier. Zodra de onreine geest van de mens is uitgevaren, gaat hij door dorre plaatsen om rust te zoeken, maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren; en als hij komt, vindt hij het leegstaan en geveegd en op orde. Dan trekt hij heen en neemt zeven andere geesten mede, bozer dan hijzelf; en zij komen binnen en wonen daar. En het wordt met die mens in het einde erger dan in het begin. Alzo zal het ook gaan met dit boze geslacht. Terwijl Hij nog tot de scharen sprak, zie, zijn moeder en broeders stonden buiten en trachtten Hem te spreken te krijgen. En iemand zeide tot Hem: Zie, uw moeder en uw broeders staan buiten en trachten U te spreken te krijgen. Maar Hij antwoordde de boodschapper en zeide: Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders? En Hij strekte zijn hand uit over zijn discipelen en zeide: Ziedaar mijn moeder en mijn broeders. Want al wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder."
"Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en Farizeeën met een vraag: 'Meester, we zouden graag een teken van u zien.' Hij antwoordde: 'Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo! Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: "Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb." En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.' Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken. Iemand zei tegen hem: 'Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.' Hij antwoordde: 'Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?' Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: 'Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.'"
"Op een dag kwamen er enkele godsdienstleraars en Farizeeërs naar Jezus toe. Zij vroegen Hem een wonder te doen om te bewijzen dat Hij werkelijk de Christus was. Jezus antwoordde: "Alleen een slecht en ongelovig volk vraagt om nog meer bewijzen. Het enige bewijs dat u krijgt, is dat van Jona. Jona zat immers drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster. Zo zal Ik drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn. Op de dag van het grote oordeel zullen de mannen van Ninevé tegelijk met u levend worden en u veroordelen. Want zij luisterden naar de waarschuwingen van Jona en bekeerden zich tot God. Maar hier staat Iemand die meer is dan Jona! Op de dag van het grote oordeel zal de koningin van Scheba tegelijk met u levend worden en u veroordelen. Want zij kwam van heel ver om zelf de wijsheid van Salomo te horen. Maar hier staat Iemand die meer is dan Salomo. Dit slechte volk lijkt op iemand uit wie een boze geest is weggegaan. Zo'n geest zwerft een tijd door de woestijn, op zoek naar rust. Maar hij vindt geen rust en zegt tenslotte: 'Ik ga terug naar de man uit wie ik ben weggegaan.' Bij zijn terugkomst ziet hij dat het hart van de man schoon en leeg is. Dan haalt hij zeven andere geesten, die nog slechter zijn dan hijzelf. En met z'n allen gaan ze in de man wonen. Het is duidelijk dat zo iemand er daarna veel slechter aan toe is dan vroeger." Terwijl Jezus nog in gesprek was, kwamen Zijn moeder en Zijn broers er aan. Zij wilden Hem spreken. Maar het huis was zo vol, dat zij er niet meer bij konden. Ze moesten buiten blijven wachten. Toen iemand Hem vertelde dat zij er waren, vroeg Hij: "Wie is mijn moeder? En wie zijn mijn broers?" Hij wees naar Zijn discipelen en zei: "Kijk, dat zijn mijn moeder en mijn broers. Ieder, die doet wat mijn hemelse Vader wil, is mijn broer, mijn zuster en mijn moeder."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
18 juni 2025 | Matthëus 12:43-45 |
17 juni 2025 | Matthëus 12:41-42 |
16 juni 2025 | Matthëus 12:38-40 |
15 juni 2025 | Matthëus 12:36-37 |
14 juni 2025 | Matthëus 12:33-35 |
13 juni 2025 | Matthëus 12:31-32 |
12 juni 2025 | Matthëus 12:30 |
← Home