Zaterdag 31 mei 2025
Matthëus 12:3-6
"Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem [waren]? Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun, die met hem [waren], maar den priesteren alleen. Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en [nochtans] onschuldig zijn? En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is."
"Maar hij antwoordde: 'Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn mannen honger kregen? Hij ging het huis van God binnen en zij aten de altaarbroden op, die alleen de priesters mogen eten en hij en zijn mannen niet. En hebt u ook niet in de wet van Mozes gelezen dat priesters die op sabbat in de tempel dienstdoen, wel de sabbatwet overtreden, maar toch niet schuldig zijn? Ik zeg u: hier is iets dat groter is dan de tempel."
"Hij antwoordde: 'Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters? En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienst doen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn? Ik zeg u: hier gaat het om meer dan de tempel!"
"Hij antwoordde: 'Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters? En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienst doen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn? Ik zeg u: hier gaat het om meer dan de tempel!"
"Maar Jezus antwoordde: "Hebt u niet gelezen wat koning David deed, toen hij en zijn vrienden honger kregen? Hij ging Gods tempel binnen, haalde het heilige brood en at het samen met zijn vrienden op. Dat mocht ook niet, want dat brood is alleen voor de priesters bestemd. En hebt u niet in de wet van Mozes gelezen dat de priesters op de sabbat in de tempel mogen werken? Maar Ik zeg u: Hier staat iemand die meer is dan de tempel!"
Overdenking van vandaag:
Jezus benadrukt dat we verder moeten kijken dan de letter van de wet. Hoewel de sabbat geschonden werd door het eten van het heilig brood, zijn David en zijn metgezellen niet veroordeeld vanwege Gods plan om David te gebruiken. Wettelijk werd de sabbat geschonden; het was verboden te werken op deze dag, Toch zijn de priesters die in de tempel zijn niet in strijd met de wet omdat ze doen waarvoor ze worden opgeroepen: het zegenen van Gods tempel.
We moeten verder kijken dan de letter van de wet en luisteren naar het hart van God in de wet. Jezus is meer dan David en meer dan de tempel. Voor hem moet het werk van God dagelijks door blijven gaan, met name op sabbat-dagen, want dat is de wil van God buiten de wet van God.
Gebed:
Almachtige God, dank u dat u mij de geschriften geeft zodat ik kan lezen over uw werk en de relatie met uw mensen van Israël. Help me alstublieft uw wil te vinden in de geschriften en niet alleen een aantal regels. Maar Vader, help mij alstublieft om dat wat u van mij verlangt ook te doen. Zodat ik het niet enkel weet, maar ook volbreng. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 12:1-14
"In dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken, en te eten. En de Farizeen, [dat] ziende, zeiden tot Hem: Zie, Uw discipelen doen, wat niet geoorloofd is te doen op den sabbat. Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem [waren]? Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun, die met hem [waren], maar den priesteren alleen. Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en [nochtans] onschuldig zijn? En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is. Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben. Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat. En van daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge. En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem mochten beschuldigen). En Hij zeide tot hen: Wat mens zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, [die] hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen. Toen zeide Hij tot dien mens: Strek uw hand uit; en hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond gelijk de andere. En de Farizeen, uitgegaan zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden mochten."
"In die tijd liep Jezus op een sabbat door de korenvelden. Zijn leerlingen kregen honger en begonnen aren te plukken waarvan ze de korrels opaten. De Farizeeen zagen het en zeiden tegen Jezus: 'Kijk eens, uw leerlingen doen iets wat op sabbat niet mag.' Maar hij antwoordde: 'Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn mannen honger kregen? Hij ging het huis van God binnen en zij aten de altaarbroden op, die alleen de priesters mogen eten en hij en zijn mannen niet. En hebt u ook niet in de wet van Mozes gelezen dat priesters die op sabbat in de tempel dienstdoen, wel de sabbatwet overtreden, maar toch niet schuldig zijn? Ik zeg u: hier is iets dat groter is dan de tempel. Als u de betekenis begreep van deze woorden: Ik wil barmhartigheid en geen offers, dan zou u onschuldige mensen niet veroordelen. Want de Mensenzoon is meester over de sabbat.' Jezus liep verder en ging hun synagoge binnen. Daar was een man met een verstijfde hand. Om Jezus te kunnen aanklagen, vroegen zij hem of men iemand op sabbat mocht genezen. Hij antwoordde hun: 'Veronderstel: iemand van u heeft een schaap en dat valt op sabbat in een kuil. Zal hij het dan niet vastpakken en uit de kuil trekken? En een mens is toch veel meer waard dan een schaap! Daarom mag men op sabbat iets goeds doen voor een ander.' Toen zei hij tegen de man: 'Steek uw hand uit.' Hij deed dat en die hand werd weer net zo gezond als zijn andere hand. Maar de Farizeeën verlieten de synagoge en maakten plannen om hem uit de weg te ruimen."
"Te dien tijde ging Jezus op de sabbat door de korenvelden en zijn discipelen kregen honger en begonnen aren te plukken en te eten. Maar toen de Farizeeen dit zagen, zeiden zij tot Hem: Zie, uw discipelen doen wat men op sabbat niet mag doen. En Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen wat David gedaan heeft, toen hij en die met hem waren honger kregen? Hoe hij het huis Gods binnengegaan is en zij de toonbroden hebben gegeten, waarvan hij noch die met hem waren mochten eten, doch alleen de priesters? Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat op de sabbat de priesters in de tempel de sabbat schenden zonder schuldig te zijn? Maar Ik zeg u: Meer dan de tempel is hier. Indien gij geweten hadt, wat het zeggen wil: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande, dan zoudt gij geen onschuldigen hebben veroordeeld. Want de Zoon des mensen is heer over de sabbat. En Hij vertrok van die plaats en ging in hun synagoge. En zie, daar was een mens met een verschrompelde hand. En zij legden Hem de vraag voor, of het geoorloofd is op de sabbat te genezen, om Hem te kunnen aanklagen. Maar Hij zeide tot hen: Wie zou er onder u zijn, die een schaap heeft en die, als dit op een sabbat in een put valt, het niet grijpen zal en eruit trekken? Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven? Derhalve is het geoorloofd op de sabbat wel te doen. Toen zeide Hij tot die mens: Strek uw hand uit. En hij strekte haar uit en zij werd weder gezond gelijk de andere. En de Farizeeen gingen heen en spanden tegen Hem samen ten einde Hem om te brengen."
"In die tijd liep Jezus op een sabbat door de korenvelden. Zijn leerlingen hadden honger en begonnen aren te plukken en ervan te eten. Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tegen hem: 'Kijk, uw leerlingen doen iets dat op sabbat niet mag.' Hij antwoordde: 'Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters? En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienst doen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn? Ik zeg u: hier gaat het om meer dan de tempel! Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: "Barmhartigheid wil ik, geen offers, "dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.' Hij trok weer verder en kwam in hun synagoge. Daar stond iemand met een verschrompelde hand. Omdat ze Jezus wilden aanklagen, vroegen ze: 'Is het toegestaan op sabbat te genezen?' Hij antwoordde: 'Stel dat u maar één schaap hebt en dat valt op sabbat in een kuil, wie van u zou het niet vastgrijpen en het er weer uit halen? En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen.' Toen zei hij tegen de man: 'Steek uw hand uit.' Hij stak hem uit en er kwam weer leven in, zijn hand werd weer even gezond als de andere. De Farizeeën dropen af en besloten hem uit de weg te ruimen."
"In die tijd wandelde Jezus eens op een sabbat met Zijn discipelen door de korenvelden. De discipelen kregen honger, plukten wat aren af en aten de graankorrels op. Enkele Farizeeërs zagen het en zeiden verontwaardigd: "Kijk eens, Uw discipelen doen iets wat niet mag. Zij oogsten op de sabbat." Maar Jezus antwoordde: "Hebt u niet gelezen wat koning David deed, toen hij en zijn vrienden honger kregen? Hij ging Gods tempel binnen, haalde het heilige brood en at het samen met zijn vrienden op. Dat mocht ook niet, want dat brood is alleen voor de priesters bestemd. En hebt u niet in de wet van Mozes gelezen dat de priesters op de sabbat in de tempel mogen werken? Maar Ik zeg u: Hier staat iemand die meer is dan de tempel! Er is geschreven: 'Het gaat God niet om uw offers en geschenken. Hij wil dat u met andere mensen meeleeft en hen helpt.' Als u begreep wat daarmee wordt bedoeld, zou u geen onschuldige mensen hebben veroordeeld. Ik, Jezus, beslis wat op de sabbat wel en niet mag." Hij ging naar de synagoge. Daar zag Hij een man met een lamme, verschrompelde hand. De Farizeeërs vroegen Hem: "Mag men op de sabbat iemand genezen?" Zij hoopten dat Hij "Ja" zou zeggen. Dan zouden zij een reden hebben om Hem gevangen te nemen. Maar Jezus antwoordde: "Als u maar één schaap had en het zou op de sabbat in een put vallen, wat zou u dan doen? Het eruit halen natuurlijk! Is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Het is dus toegestaan op de sabbat goed te doen." En Hij zei tegen de man: "Steek uw arm uit." De man deed het en zijn verschrompelde hand werd op datzelfde moment genezen. Toen had hij twee gezonde handen. De Farizeeërs liepen meteen naar buiten om te overleggen hoe zij Jezus uit de weg konden ruimen."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
30 mei 2025 | Matthëus 12:1-2 |
29 mei 2025 | Matthëus 11:29-30 |
28 mei 2025 | Matthëus 11:28 |
27 mei 2025 | Matthëus 11:27 |
26 mei 2025 | Matthëus 11:25-26 |
25 mei 2025 | Matthëus 11:22-24 |
24 mei 2025 | Matthëus 11:20-21 |
← Home