Woensdag 16 april 2025
Matthëus 9:9
"En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheus; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem."
"Toen Jezus verder ging, zag hij iemand bij het tolhuis zitten. De man heette Matteüs. 'Volg mij,' zei Jezus tegen hem. Hij stond op en volgde hem."
"Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: 'Volg mij.' Hij stond op en volgde hem."
"Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: 'Volg mij.' Hij stond op en volgde hem."
"Jezus liep verder. Onderweg kwam Hij langs een tolhuis en zag daar een man zitten. Het was Mattheüs. "Kom," zei Jezus tegen hem. "Ga met mij mee." Mattheüs stond op en ging met Hem mee."
Overdenking van vandaag:
Niet alleen heeft Jezus de bevoegdheid om zonden te vergeven, hij heeft de bevoegdheid om zondaars op te dragen hem te volgen en zij volgen. Zij reageren met een verandering van hart en gedrag. Een klassiek voorbeeld is de tollenaar Matteüs - belastinginners in Jezus' dagen waren bekend om het gebruik van hun positie voor persoonlijk gewin en werden geassocieerd met verraders die verkochten aan de Romeinse bezetters.
Hij is een groot getuigenis dat Jezus voor iedereen zorgt en op zoek gaat naar iedereen. Hij is een geweldige herinnering aan het feit dat bevrijdende liefde geen culturele of sociale belemmeringen toelaat om lief te hebben. Matteüs' reactie is de grote herinnering dat veel zondaars op zoek zijn naar een Heiland. Het enige wat ze nodig hebben, is iemand die laat zien hoe je bij hem komt.
Gebed:
Heilig en barmhartig God, ik dank u voor uw komst naar deze wereld om zondaars te redden. Ik dank u voor de genade die u aan mij gegeven hebt. Help me alstublieft om meer genadig voor anderen te zijn en dichter bij uw genade en vergeving te komen. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 9:9-17
"En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheus; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem. En het geschiedde, als Hij in het huis [van] [Mattheus] aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen. En de Farizeen, [dat] ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren? Maar Jezus, [zulks] horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de Farizeen veel, en Uw discipelen vasten niet? En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten. Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur. Noch doet men nieuwen wijn in oude [leder] zakken; anders zo bersten de [leder] zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de [leder] zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe [leder] zakken, en beide te zamen worden behouden."
"Toen Jezus verder ging, zag hij iemand bij het tolhuis zitten. De man heette Matteüs. 'Volg mij,' zei Jezus tegen hem. Hij stond op en volgde hem. Toen Jezus eens bij hem thuis kwam eten, waren daar ook veel tollenaars en zondaars; zij aten met hem en zijn leerlingen mee. De Farizeeën zagen dat en vroegen aan zijn leerlingen: 'Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?' Jezus hoorde het en zei: 'Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke wel. Ga heen en denk maar eens na over de betekenis van deze woorden: Barmhartigheid wil ik, geen offers. Want ik ben niet gekomen om rechtvaardigen uit te nodigen, maar zondaars.' Toen kwamen de leerlingen van Johannes naar Jezus toe met de vraag: 'Wij en ook de Farizeeën vasten dikwijls, maar uw leerlingen niet. Hoe komt dat?' Jezus antwoordde: 'Kunnen gasten op een bruiloft soms verdrietig zijn zolang de bruidegom nog bij hen is? Maar er komt een tijd dat de bruidegom van hen wordt weggehaald, en dan zullen ze vasten. Niemand verstelt een oude jas met een lap die nog niet is gekrompen, want de nieuwe lap trekt de jas kapot en de scheur wordt alleen maar groter. Zo doet ook niemand jonge wijn in oude wijnzakken, anders barsten de zakken; de wijn loopt weg en de zakken worden onbruikbaar. Nee, jonge wijn doe je in nieuwe zakken; dan blijven beide bewaard: de wijn en de zakken.'"
"En vandaar verder gaande zag Jezus iemand bij het tolhuis zitten, Matteus genaamd, en Hij zeide tot hem: Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem. En het geschiedde toen Hij in het huis aanlag, zie, vele tollenaars en zondaars kwamen en lagen mede aan met Jezus en zijn discipelen. En toen de Farizeeen dit zagen, zeiden zij tot zijn discipelen: Waarom eet uw meester met de tollenaars en zondaars? Hij hoorde het en zeide: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig maar zij, die ziek zijn. Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem en vroegen: Waarom vasten wij en de Farizeeen wel, maar uw discipelen niet? Jezus zeide tot hen: Kunnen soms bruiloftsgasten treuren, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen echter dagen komen, dat de bruidegom van hen weggenomen is, en dan zullen zij vasten. En niemand zet een niet–gekrompen lap op een oud kledingstuk; want de ingezette lap scheurt iets af van het kledingstuk en de scheur wordt erger. Ook doet men jonge wijn niet in oude zakken; anders barsten de zakken en de wijn loopt weg en de zakken gaan verloren; maar men doet jonge wijn in nieuwe zakken en beide blijven samen behouden."
"Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: 'Volg mij.' Hij stond op en volgde hem. Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. De Farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: 'Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?' Hij hoorde dit en gaf als antwoord: 'Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: "Barmhartigheid wil ik, geen offers." Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.' Daarop kwamen de leerlingen van Johannes bij hem en vroegen: 'Waarom vasten wij en de Farizeeën wel regelmatig, en uw leerlingen niet?' Jezus antwoordde: 'Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is? Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, dan zullen ze vasten. Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog niet gekrompen is. Want dan trekt de nieuwe lap de mantel kapot en wordt de scheur nog groter. Evenmin giet men jonge wijn in oude leren zakken. Anders scheuren de zakken, dan wordt de wijn verspild en gaan de zakken verloren. Maar gaat de nieuwe wijn in nieuwe zakken, dan blijven beide behouden.'"
"Jezus liep verder. Onderweg kwam Hij langs een tolhuis en zag daar een man zitten. Het was Mattheüs. "Kom," zei Jezus tegen hem. "Ga met mij mee." Mattheüs stond op en ging met Hem mee. Later gingen Jezus en Zijn discipelen bij Mattheüs thuis eten. Er waren ook verscheidene tolontvangers te gast en andere mannen met een slechte naam. De Farizeeërs zagen dat. "Waarom gaat uw meester met dat soort mensen om?" vroegen zij aan Zijn discipelen. "Omdat gezonde mensen geen dokter nodig hebben, maar zieke wel!" antwoordde Jezus. "Ga weg. Houd voortaan rekening met wat de profeet Hosea heeft gezegd: 'God wil uw offers en geschenken niet! Waar het Hem om gaat, is dat u met andere mensen meeleeft.' Ik ben naar de aarde gekomen om slechte mensen bij God terug te brengen en niet om Mij bezig te houden met mensen die het zo goed met zichzelf hebben getroffen." Op een dag kwamen de discipelen van Johannes de Doper naar Jezus toe. Zij vroegen Hem: "Waarom vasten Uw discipelen niet, zoals wij en de Farizeeërs?" "Waarom zouden de vrienden van de bruidegom treuren en hun eten laten staan, zolang hij nog bij hen is?" antwoordde Jezus. "Maar eens zal hij uit hun midden worden weggenomen. Dan hebben zij alle reden om niet te eten. Wie verstelt nu een oude jas met een lap nieuwe stof? Die lap zou immers krimpen en de jas stuktrekken. De scheur zou er alleen maar groter door worden! En wie doet er nu jonge wijn in oude leren zakken? Het leer van oude wijnzakken is daar immers veel te stug voor. Het zou barsten door het gisten van de jonge wijn. De wijn zou weglopen en de zakken zouden onbruikbaar worden. Voor jonge wijn moet u nieuwe, soepele zakken gebruiken. Dan houdt u de wijn èn de zakken goed."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
15 april 2025 | Matthëus 9:4-8 |
14 april 2025 | Matthëus 9:1-3 |
13 april 2025 | Matthëus 8:33-34 |
12 april 2025 | Matthëus 8:30-32 |
11 april 2025 | Matthëus 8:28-29 |
10 april 2025 | Matthëus 8:26-27 |
9 april 2025 | Matthëus 8:23-25 |
← Home