Lees meer...

Gratis E-maildiensten!

Ontvang GRATIS dagelijks reflecties en meer via e-mail!

Dagelijkse Overdenking
Wat Jezus Deed
Dagelijks Christelijke Quote
Dagelijks Bijbelvers

 

Wat Jezus Deed

Zondag 23 maart 2025

 

Matthëus 7:6

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en [zich] omkerende, u verscheuren."

"Geef wat heilig is niet aan de honden, want ze komen terug om u te verscheuren; gooi uw parels niet voor de zwijnen, want ze vertrappen die met hun poten.'"

"Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren."

"Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren."

"Geef de dingen van God niet aan de vijanden van God. Zorg ervoor dat zij geen vat op u krijgen. Gooi geen parels voor de zwijnen. Zij zullen de parels vertrappen, zich omdraaien en u aanvallen."

 

Overdenking van vandaag:

Wauw! Jezus maakt gebruik van echt sterke taal hier. Aanvankelijk lijkt hij de opdracht te verbreken die hij gaf over "niet-oordelen". Echter; Jezus herinnert ons eraan dat het niet-oordelend zijn, niet betekent dat we niet-onderscheidend, verspillend en dom zijn. We moeten erkennen dat er mensen zijn die zo verhard zijn om de boodschap te ontvangen dat ze niet zullen luisteren; we moeten stoppen met het verspillen van onze tijd om hen te proberen te overtuigen.  

Hij kiest voor de krachtige beelden van een bekend spreekwoord om zijn punt te maken. Hij zegt dergelijke dingen elders op een zachtere manier. Er komt echter een tijd dat we beseffen dat mensen de boodschap van het evangelie niet willen horen. Hun herhaalde vastberadenheid om niet te horen en hun onwil om te reageren betekent niet dat we het harder moeten proberen, maar eenvoudigweg om het elders te proberen! Een niet-oordelend persoon zijn betekent niet dat wij weigeren de tekenen te zien en onze inspanningen blijven verspillen aan degenen die weigeren om te horen.

 

Gebed:

Vader van alle genade, geef me de wijsheid om te weten wanneer u een deur voor mij geopend hebt om de hand uit te strekken naar mijn vrienden, familie en buren, en wanneer ik naar anderen kan gaan. Ik wil niet te snel opgeven bij degenen die misschien reageren, maar ik wil ook geen stijfkop zijn bij diegenen die weigeren te luisteren en hen meer ergeren door te blijven proberen. Breng mij bij degenen die bereid zijn te horen van uw genade. In Jezus' naam bid ik. Amen.

 

Contekst: Matthëus 7:1-12

         
  • Statenvertaling
  • GNV
  • NBG 1951
  • NBV
  • Het Boek

"Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal u wedergemeten worden. En wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet? Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen. Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en [zich] omkerende, u verscheuren. Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede [gaven] geven dengenen, die ze van Hem bidden! Alle [dingen] dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten."

"'Oordeel niet over anderen; dan zal God niet oordelen over u. Want God zal u op dezelfde manier beoordelen als waarop u anderen beoordeelt, en hij zal u meten met de maat waarmee u anderen meet. Waarom kijkt u naar de splinter in het oog van een ander, en merkt u de balk niet op in uw eigen oog? Hoe durft u tegen een ander te zeggen: Laat mij die splinter eens uit uw oog halen, terwijl u zelf een balk in uw oog hebt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan ziet u pas scherp genoeg om die splinter uit het oog van de ander te halen. Geef wat heilig is niet aan de honden, want ze komen terug om u te verscheuren; gooi uw parels niet voor de zwijnen, want ze vertrappen die met hun poten.' 'Vraag en u zult krijgen; zoek en u zult vinden; klop en er zal voor u worden opengedaan. Ja, ieder die vraagt, zal krijgen, en wie zoekt, zal vinden, en voor wie aanklopt, zal worden opengedaan. Is er onder u iemand die zijn kind een steen geeft als het om brood vraagt? Of een slang als het om vis vraagt? Ondanks uw slechtheid weet u aan uw kinderen dus goede dingen te geven. Hoeveel temeer zal dan uw Vader in de hemel goede dingen geven aan wie hem erom vragen! Behandel de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden. Want dat is waar het om gaat in de Wet en de Profeten.'"

"Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel, waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden. Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? Hoe zult gij dan tot uw broeder zeggen: Laat mij de splinter uit uw oog wegdoen, terwijl, zie, de balk in uw oog is? Huichelaar, doe eerst de balk uit uw oog weg, dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen. Geeft het heilige niet aan de honden en werpt uw paarlen niet voor de zwijnen, opdat zij die niet vertrappen met hun poten en, zich omkerende, u verscheuren. Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden. Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten."

"Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: "Laat mij de splinter uit je oog verwijderen, "zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen. Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren. Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? Of een slang, als het om een vis vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen. Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten."

"Spreek geen oordeel uit over andere mensen; dan zullen die ook over u geen oordeel uitspreken. Want zoals u anderen behandelt, zult u zelf behandeld worden. Waarom maakt u zich druk over een splinter in het oog van uw broeder, terwijl u niet eens merkt dat in uw eigen oog een balk zit? Hoe kunt u dan zeggen: 'Kom, ik zal die splinter even uit uw oog halen.'? Met die balk in uw eigen oog ziet u immers niets? Hoe kunt u dan uw broeder helpen? Huichelaar! Zorg eerst dat die balk uit uw eigen oog weg is. Dan ziet u tenminste wat u doet, als u die splinter uit het oog van uw broeder haalt. Geef de dingen van God niet aan de vijanden van God. Zorg ervoor dat zij geen vat op u krijgen. Gooi geen parels voor de zwijnen. Zij zullen de parels vertrappen, zich omdraaien en u aanvallen. Bid en u zult ontvangen wat u bidt. Zoek en u zult vinden wat u zoekt. Klop en de deur zal voor u worden opengedaan. Want ieder die bidt, ontvangt. Wie zoekt, vindt. En voor wie klopt, gaat de deur open. Als uw zoon u om een brood vraagt, geeft u hem dan een steen? En als hij u om een vis vraagt, geeft u hem dan een slang? Natuurlijk niet! Al bent u slecht, u geeft uw kinderen wat goed is. Hoeveel te meer zal uw hemelse Vader het goede geven aan wie Hem erom vragen. Doe voor anderen wat u graag voor uzelf gedaan wilt hebben. Dat is in het kort wat Mozes en de profeten hebben gezegd."

 

Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels

 

Vorige Wat Jezus Deed

22 maart 2025 Matthëus 7:3-5
21 maart 2025 Matthëus 7:1-2
20 maart 2025 Matthëus 6:34
19 maart 2025 Matthëus 6:31-33
18 maart 2025 Matthëus 6:27-30
17 maart 2025 Matthëus 6:25-26
16 maart 2025 Matthëus 6:24
 

Home