Zondag 23 februari 2025
Matthëus 5:25-26
"Weest haastelijk welgezind [jegens] uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben."
"Probeer het tijdig met uw tegenpartij eens te worden, als u nog met hem op weg bent naar de rechter. Anders zou hij u aan de rechter kunnen overdragen, en de rechter aan de cipier, en de cipier zou u gevangenzetten. En ik verzeker u: u komt er niet uit voor u de laatste cent hebt betaald.'"
"Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt."
"Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt."
"Zorg ervoor dat u het op tijd eens wordt met uw schuldeiser. Want als hij u voor het gerecht sleept, wordt u misschien wel in de gevangenis gegooid. En daar komt u pas weer uit als u de laatste cent betaald hebt."
Overdenking van vandaag:
Zoals Jezus ons helpt een beter inzicht te krijgen in Gods bedoelingen, karakter en wil getoond in de wet, zo schijnt hij ook het licht van de waarheid in alle hoeken die we dikwijls proberen te verbergen voor hem. Jezus verandert onze menselijke zin van aanbidding in zaken van het dagelijkse leven met zijn radicale oproep tot verzoening met onze vijanden. Hij wil dat we snel de onenigheid goedmaken voordat we in een gerechtelijke procedure met hen terechtkomen, anders hebben we de zaken niet meer in controle en doet het ons schade en ook onze invloed. Jezus benadrukt de urgentie om dingen goed te maken.
Ten tweede, als Gods menselijke kinderen hebben we het altijd gemakkelijk gevonden om ons leven ten onrechte te splitsen in heilige en wereldse delen, om aanbidding een wekelijks gebeuren te maken in plaats van een dagelijkse levensstijl. Om ervoor te zorgen dat we niet denken dat de verzoening slechts een "kerk-regel" is en geen "levensregel", herinnert Jezus ons eraan dat verzoening het hele leven betreft en niet alleen het "religieuze deel." Jezus is serieus over vergeving, genade en verzoening als de weg van God en de levensstijl van zijn kinderen.
Gebed:
Almachtige God, vergeef me dat ik mijn leven in kleine stukjes opsplits en dat ik uw aard en wil niet steun om mij door en door te veranderen. Ik wil dat u over elk deel van mijn leven heerst, vooral mijn relaties. Ik wil in harmonie met mijn broers en zussen leven en met welgemeende zorg omgaan met degenen die geen deel uitmaken van uw koninkrijk. Geef mij de kracht om te vergeven en verlos mij van mijn grieven zodat ik mijn familie van het koninkrijk geen pijn doe of verdeling veroorzaak bij uw mensen. In de naam van de Heer Jezus bid ik. Amen.
Contekst: Matthëus 5:21-26
"Gij hebt gehoord, dat [tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal strafbaar zijn door het gericht. Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur. Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft; Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave. Weest haastelijk welgezind [jegens] uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben."
"'U hebt gehoord dat tegen uw voorouders gezegd is: U mag niet doden. Wie iemand doodt, moet zich verantwoorden voor de rechtbank. Maar ik zeg u: ieder die kwaad is op een ander, moet zich voor de rechtbank verantwoorden. Als iemand een ander uitmaakt voor idioot, moet hij zich verantwoorden voor de Hoge Raad, en als iemand een ander uitmaakt voor gek, moet hij ervoor boeten in het hellevuur. Als u uw offergave naar het altaar brengt en u herinnert zich daar dat een ander iets tegen u heeft, laat dan uw offergave voor het altaar staan; ga het eerst met die ander goedmaken en kom dan terug om uw offergave te brengen. Probeer het tijdig met uw tegenpartij eens te worden, als u nog met hem op weg bent naar de rechter. Anders zou hij u aan de rechter kunnen overdragen, en de rechter aan de cipier, en de cipier zou u gevangenzetten. En ik verzeker u: u komt er niet uit voor u de laatste cent hebt betaald.'"
"Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht. Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt: Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur. Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, voor het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave. Wees vriendelijk jegens uw tegenpartij, tijdig, terwijl gij nog met hem onderweg zijt, opdat uw tegenpartij u niet aan de rechter overlevere en de rechter aan zijn dienaar en gij in de gevangenis wordt geworpen. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar voorzeker niet uitkomen, voordat gij de laatste penning hebt betaald."
"Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: "Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht." En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen "Nietsnut!" zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie "Dwaas!" zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt."
"Vroeger zei men: 'Wie iemand vermoordt, moet sterven.' Maar Ik ga verder. Ik zeg: Als u kwaad bent op uw broeder, wordt u veroordeeld. Als u hem uitscheldt, moet u voor God terechtstaan. Stel dat u in de tempel voor het altaar staat om God een offer te brengen. Als u zich daar dan herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, moet u het offer naast het altaar laten liggen. Ga eerst naar uw broeder, maak het met hem in orde en breng daarna pas uw offer aan God. Zorg ervoor dat u het op tijd eens wordt met uw schuldeiser. Want als hij u voor het gerecht sleept, wordt u misschien wel in de gevangenis gegooid. En daar komt u pas weer uit als u de laatste cent betaald hebt."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
22 februari 2025 | Matthëus 5:23-24 |
21 februari 2025 | Matthëus 5:21-22 |
20 februari 2025 | Matthëus 5:20 |
19 februari 2025 | Matthëus 5:19 |
18 februari 2025 | Matthëus 5:18 |
17 februari 2025 | Matthëus 5:17 |
16 februari 2025 | Matthëus 5:14-16 |
← Home