Zondag 6 juni 2027
Lukas 9:17
"En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten was, twaalf korven."
"Ze aten allemaal tot ze genoeg hadden. En de leerlingen haalden op wat er over was: twaalf manden vol brokken."
"De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol."
"De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol."
"Er was genoeg voor iedereen. Er bleven nog heel wat brokken over, wel twaalf manden vol."
Overdenking van vandaag:
Ons verhaal begon met Jezus die zijn discipelen vertelde de 5000 zelf te voeden. "Onmogelijk!" was hun antwoord. Maar als alles voorbij is, hebben de 12 apostelen twaalf manden met restjes. Elk van hen kreeg het wonder in hun handen. Jezus wilde dat geen van de apostelen het punt zou missen. (Hij wil ook niet dat wij het punt missen: als Jezus ons werk zegent, kan hij door ons ongelooflijke, wonderlijke en wonderbaarlijke dingen doen. Ook al is wat we hem brengen klein.)
Jezus bereidde hen voor op wat zou volgen in hun dienen. Op een dag, die dicht nabij is, zou Jezus niet fysiek aanwezig zijn om hen te helpen, maar zouden zij worden geroepen om het onmogelijke te doen. Hij wil ze laten weten dat met zijn zegen, ze het onmogelijke kunnen doen. En, als je dit leest, ben je een levende getuigenis dat zij het gedaan hebben.
Nu wil hij jou en mij hetzelfde laten geloven. Als we Jezus geven wat we hebben wat hij kan zegenen en gebruiken, kan hij ongelooflijke en wonderlijke dingen doen. De vraag is niet of Jezus de macht heeft om het te doen, maar onze bereidheid om hem te brengen wat we hebben en wie we zijn.
Gebed:
Vader, ik dank u voor de twaalf manden van restjes. Ik geef mijzelf aan u om te gebruiken. Gebruikt u mij alstublieft om uw glorie te brengen in grote of kleine manieren. Hemelse Vader, denkende aan mijzelf vraag ik u dat u mij af en toe een 'mand vol restjes' laat vinden als herinnering aan uw machtige werken. Help mij echter om u trouw te dienen zelfs als ik nooit die 'restjes' in mijn hand kan vasthouden. In Jezus' naam. Amen.
Contekst: Lukas 9:11-17
"En de scharen, [dat] verstaande, volgden Hem; en Hij ontving ze, en sprak tot hen van het Koninkrijk Gods; en die genezing van node hadden, maakte Hij gezond. En de dag begon te dalen; en de twaalven, tot Hem komende, zeiden tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij, heengaande in de omliggende vlekken en in de dorpen, herberg nemen mogen, en spijze vinden; want wij zijn hier in een woeste plaats. Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan dat wij heengaan en spijs kopen voor al dit volk; Want er waren omtrent vijf duizend mannen. Doch Hij zeide tot Zijn discipelen: Doet hen nederzitten bij zaten, elk van vijftig. En zij deden alzo, en deden hen allen nederzitten. En Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende, zag op naar den hemel, en zegende die, en brak ze, en gaf ze den discipelen, om der schare voor te leggen. En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten was, twaalf korven."
"Maar de mensen merkten het en volgden hem. Hij stuurde hen niet weg maar sprak hun over het koninkrijk van God en maakte iedereen beter die genezing nodig had. Tegen het einde van de dag kwamen de twaalf hem zeggen: 'Stuur de mensen weg, dan kunnen ze voor onderdak en voedsel naar de dorpen en de boeren in de omgeving; want het is hier erg afgelegen.' 'Geven jullie hun te eten,' zei Jezus. 'Alles wat we hebben, is vijf broden en twee vissen,' zeiden ze. 'Of moeten we voor al die mensen voedsel gaan kopen?' Het waren er ongeveer vijfduizend. 'Laat ze gaan zitten in groepen van ongeveer vijftig,' beval hij zijn leerlingen. Dat deden ze, ze lieten iedereen gaan zitten. Toen nam Jezus de vijf broden en de twee vissen, sloeg zijn ogen op naar de hemel en sprak er het zegengebed over uit. Hij brak het brood in stukken en gaf die aan de leerlingen om ze aan de mensen uit te delen. Ze aten allemaal tot ze genoeg hadden. En de leerlingen haalden op wat er over was: twaalf manden vol brokken."
"Doch de scharen bemerkten het en volgden Hem. En Hij ontving hen en sprak tot hen over het Koninkrijk Gods, en die genezing van node hadden, maakte Hij gezond. En de dag begon te dalen; en de twaalven kwamen bij Hem en zeiden tot Hem: Zend de schare weg, opdat zij naar de dorpen en hoeven in de omtrek gaan om onderdak en spijs te vinden, want wij zijn hier in een eenzame plaats. Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. Zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen, of wij zouden moeten heengaan om voor al dit volk voedsel te kopen. Want er waren ongeveer vijfduizend man. En Hij zeide tot zijn discipelen: Laat hen gaan zitten in groepen van ongeveer vijftig. En zij deden het en lieten hen allen nederzitten. Toen nam Hij de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak ze, en Hij gaf ze aan de discipelen om ze aan de schare voor te zetten. En zij aten en werden allen verzadigd en het overschot werd door hen opgeraapt: twaalf manden met brokken."
"Maar de mensen kwamen het te weten en volgden hem. Hij ontving hen vriendelijk en sprak tot hen over het koninkrijk van God, en degenen die genezing nodig hadden maakte hij weer gezond. De dag liep ten einde. De twaalf kwamen naar hem toe en zeiden: 'Stuur de mensen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omgeving gaan om daar te overnachten en op zoek te gaan naar eten, want dit is een afgelegen plaats.' Maar hij zei tegen hen: 'Geven jullie hun te eten.' Ze zeiden: 'We hebben maar vijf broden en twee vissen. Moeten wij dan eten gaan kopen voor al die mensen?' Er waren ongeveer vijfduizend mensen bijeen. Jezus zei tegen zijn leerlingen: 'Zeg dat ze in groepen van ongeveer vijftig bij elkaar moeten gaan zitten.' Ze deden wat Jezus hun opdroeg en lieten iedereen in groepen bij elkaar zitten. Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en sprak er het zegengebed over uit. Daarna brak hij het brood en gaf het met de vissen aan zijn leerlingen om aan de menigte uit te delen. De mensen aten en allen werden verzadigd; de stukken brood die overbleven werden opgehaald, twaalf manden vol."
"Maar de mensen begrepen wel waar Hij naar toe ging en liepen achter Hem aan. Jezus bleef vriendelijk en vertelde hun over het Koninkrijk van God en genas degenen die ziek waren. Tegen de avond kwamen de twaalf discipelen bij Hem staan en zeiden: "U moet de mensen nu toch laten gaan! Dan kunnen zij nog eten kopen en onderdak vinden in de dorpen en boerderijen in de omtrek. Want in deze verlaten streek is niets te krijgen." "Geven jullie hun te eten," antwoordde Jezus. "Hoe dan?" vroegen zij. "Wij hebben hier maar vijf broden en twee vissen. Of moeten wij voor al deze mensen eten gaan kopen?" Want er waren maar liefst 5000 mannen! "Zeg tegen de mensen dat zij op de grond gaan zitten," zei Hij. "In groepen van vijftig." De discipelen deden wat Hij had gezegd. Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en dankte God ervoor. Daarna brak Hij er stukken af, gaf die aan Zijn discipelen en zij brachten ze naar de mensen. Er was genoeg voor iedereen. Er bleven nog heel wat brokken over, wel twaalf manden vol."
Lees deze Wat Jezus deed in:
- Engels
Vorige Wat Jezus Deed
5 juni 2027 | Lukas 9:14-16 |
4 juni 2027 | Lukas 9:11-14 |
3 juni 2027 | Lukas 9:10 |
2 juni 2027 | Lukas 9:7-9 |
1 juni 2027 | Lukas 9:6 |
31 mei 2027 | Lukas 9:3-5 |
30 mei 2027 | Lukas 9:1-2 |
← Home