Zondag 15 februari 2026
1 Johannes 4:10
"Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft [tot] een verzoening voor onze zonden." (1Jo 4:10 STV)
"Liefde betekent niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en dat hij zijn Zoon heeft gezonden als een boeteoffer voor onze zonden."
"Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden."
"Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden."
"De liefde waarover het hier gaat, is niet onze liefde voor God, maar Zijn liefde voor ons. Daarom stuurde Hij Zijn Zoon, Die de straf voor onze zonden op Zich heeft genomen om de verhouding tussen God en ons weer goed te maken."
Overdenking van vandaag:
Hij heeft ons eerst liefgehad! Hij heeft ons zijn Zoon gegeven, ongeacht onze beslissing of wij in hem zouden geloven en zijn genade zouden aanvaarden of dat wij dat zouden negeren. Wij hebben de mogelijkheid gekregen om de dood van zijn Zoon als het offer voor onze zonden te accepteren of af te wijzen. De enige voorwaarde, zoals Johannes 2:1-2 benadrukt, is dat wij ons realiseren dat hij voor iedereen in deze wereld is gestorven!
Gebed:
Kostbare Koning, almachtige God, waarom u van me houdt en Jezus gezonden hebt om voor me te sterven zal ik nooit helemaal kunnen begrijpen. Dank u voor uw liefde. Dank u voor uw offer voor mijn zonden. Dank u Here Jezus, dat u gekomen bent om mij te redden. Ik bid in uw naam en door uw bemiddeling. Amen.
Lees deze overdenking in:
- Engels
- Spaans
- Portugees
Vorige Overdenkingen
14 februari 2026 | Johannes 13:34-35 |
13 februari 2026 | Johannes 3:16 |
12 februari 2026 | 1 Korinthiėrs 13:6-7 |
11 februari 2026 | 1 Korinthiėrs 13:4-5 |
10 februari 2026 | 1 Korinthiėrs 13:1-3 |
9 februari 2026 | 2 Thessalonicensen 1:3 |
8 februari 2026 | Matthėus 5:43-45 |
← Home