Donderdag 27 maart 2025
Romeinen 8:18
"Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden." (Ro 8:18 STV)
"En wat we hier te lijden hebben, weegt niet op tegen de glorie die God ons openbaar zal maken. Daarvan ben ik overtuigd."
"Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden."
"Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard."
"Maar wat voor lijden wij hier ook doormaken, het valt in het niet bij de schitterende heerlijkheid, die God ons straks zal laten zien."
Overdenking van vandaag:
Is het het waard? Ja! Het is meer dan de moeite waard. We kunnen niet beginnen ons voor te stellen de heerlijkheid die God voor ons in petto heeft. Het maakt niet uit hoe hard, slecht of pijnlijk onze reis door de wereld kan worden; onze toekomst met God belooft iets dat beter is en onvergelijkbaar is. Betekent dit dat mijn problemen zinloos of onbelangrijk zijn? Absoluut niet! Maar onze toekomstige heerlijkheid met God betekent dat het meer dan de moeite waard is vol te houden, om trouw te zijn en zijn roemrijke beloning te ontvangen!
Gebed:
Vader, ik moet bekennen dat ik niet houd van lijden, pijn, teleurstelling, vervolging of verdriet. Ik geloof echter dat uw beloften waar zijn. Ik houd vast aan de belofte dat de glorie die u voor mij in petto heeft veel groter is dan de problemen waar ik nu mee te maken heb. Geef mij kracht voor de komende dagen en gebruik mij om u glorie te brengen, ongeacht wat mijn situatie op dat moment mag zijn. In Jezus' naam bid ik. Amen.
Lees deze overdenking in:
- Engels
- Spaans
- Portugees
Vorige Overdenkingen
26 maart 2025 | Romeinen 8:16-17 |
25 maart 2025 | Psalm 37:16-17 |
24 maart 2025 | Spreuken 10:7 |
23 maart 2025 | Romeinen 11:33-36 |
22 maart 2025 | Psalm 37:6-7 |
21 maart 2025 | Romeinen 8:15 |
20 maart 2025 | Jesaja 41:4 |
← Home