Vrijdag 16 oktober 2026
Psalm 19:14
"(1915) Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!" (Ps 19:14 STV)
"Laten mijn woorden en gedachten uw goedkeuring hebben. U, Heer, bent mijn rots, u bevrijdt mij."
"Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o HERE, mijn rots en mijn verlosser."
"Laten de woorden van mijn mond u behagen, de overpeinzingen van mijn hart u bekoren, HEER, mijn rots, mijn verlosser."
"Ik bid U, HERE, dat alles wat ik zeg met mijn mond en denk in mijn hart, naar Uw wil mag zijn. HERE, U bent mijn rots en mijn bevrijder."
Overdenking van vandaag:
God doet zoveel voor ons. Hij is de Kracht en Belofte die ons leven onderstreept. Hij is degene die ons heeft gered van de zonde en de dood. Ons gebed komt uit onze dankbaarheid voor wat hij heeft gedaan, de erkenning van wie hij is en de hoop op wat hij gaat doen.
Maar aanbidding kan nooit ingedeeld worden om enkel te passen in de kerk of in rustige tijden. Aanbidding omvat ieder aspect van het leven. Daarom is het zo belangrijk voor ons om de woorden van onze mond en de motieven van ons hart op Gods wil en werk af te stemmen. Dan wordt persoonlijke aanbidding, alleen in rust of in een groep met christenen, de afgestemde tijd voor ons hart en leven. Hierdoor zal onze publieke aanbidding, ons leven getoond aan de wereld, het lied van God spelen voor een wereld die zijn stem nog niet gehoord heeft.
Gebed:
Heilige en almachtige God, ik wil dat iedere dag een dag van aanbidding is en u eren. Mag mijn leven u prijzen: niet alleen in gedachten, niet alleen in woorden maar ook in actie. In de naam van Jezus bid ik. Amen.
Lees deze overdenking in:
- Engels
- Spaans
- Portugees
Vorige Overdenkingen
15 oktober 2026 | 2 Samuėl 7:22 |
14 oktober 2026 | Romeinen 12:2 |
13 oktober 2026 | Jeremia 29:11 |
12 oktober 2026 | Spreuken 3:5-6 |
11 oktober 2026 | Psalm 62:8 |
10 oktober 2026 | Spreuken 19:20-21 |
9 oktober 2026 | Deuteronomium 13:4 |
← Home